Terpen- en Wierdenland

Erik Betten

 25,00

De geschiedenis van het Noord-Nederlandse kustgebied – het land van de terpen en wierden – kent maar twee echte hoofdrolspelers: de mens en het water. De rode draad van dit boek is de interactie tussen die twee, vanaf 2500 jaar geleden toen de eerste bewoners op deze plek aankwamen tot nu, met een vooruitblik op de terp van de toekomst. Hoe hebben de bewoners van het kleigebied al die tijd geprofiteerd van, gewerkt met, en soms geleden onder het water?
Erik Betten (historicus, journalist, schrijver) beschrijft in Terpen- en Wierdenland de dynamische ontwikkeling van tweeduizend jaar terpenland, steeds met het huidige landschap als gids. Aan de orde komen onder andere de vorming van het kustlandschap na de laatste ijstijd, de bloei van de Noordzeecultuur, en de bebouwing en het dagelijks leven op de terpen. r

Verschijningsvorm:
Paperback
Taal:
Nederlands
Uitgeverij:
Uitgeverij Noordboek
Aantal pagina's:
200
Druk:
1
Uitgiftedatum:
05-10-2018
Gewicht:
799 gram
Afmeting:
267x218x20 mm
ISBN:
9789056154721

Gerelateerde boeken

  • Kind in Indië

    Kind in Indië

    Opgroeien in de kloof tussen kolonialisme en onafhankelijkheid in Nederlands-Indië
    Michelle van den Berg
     27,50

    Kind in Indië

    Voor het boek Kind in Indië zijn acht mensen geïnterviewd die hun jeugd in Nederlands-Indië hebben doorgebracht. Deze jaren zijn getekend door de oorlog, jappenkampen, de bersiap-periode en repatriëring. Om dit tijdvak te duiden heeft prof. dr. Fridus Steijlen, senior onderzoeker bij het KITLV en hoogleraar Molukse Migratie en Cultuur in Comparatief Perspectief aan de Vrije Universiteit te Amsterdam, de inleiding geschreven.

    Het boek maakte Michelle van den Berg samen met kunstschilder Herma van Bolhuis. Herma maakte van elk van de acht geïnterviewden drie schilderijen: een portret, een model in interieur en een Indische herinnering. Deze schilderijen zijn in het boek opgenomen en vormen vanaf maart 2023 een expositie die op meerdere plekken te zien gaat zijn. De combinatie van persoonlijke verhalen en schilderijen in impressionistische stijl zorgen voor een bijzondere inkijk in iemands leven.

    “Mijn oma is in 1939 geboren op het eiland Sumatra en maakte de Tweede Wereldoorlog mee op Java, waar ze samen met haar moeder en haar zes broertjes en zusjes in een jappenkamp bij Madioen heeft gezeten. In 1951 kwam ze naar Nederland, waar ze tot op heden woont. Het verhaal van mijn oma is nooit helemaal verteld en was iets waar binnen onze familie weinig over werd gesproken. Ik was geïnteresseerd in haar jeugd en ik denk dat er meer (klein)kinderen zijn die meer willen weten over de geschiedenis van hun familieleden uit Nederlands-Indië. Al is dit boek niet enkel voor hen, het is bedoeld voor iedereen die daarover wil lezen.” – Michelle van den Berg

    Michelle van den Berg (1994) heeft in 2019 haar master neerlandistiek behaald aan de Rijksuniversiteit Groningen. Tijdens en na haar studie heeft ze gewerkt als eindredacteur bij Dagblad van het Noorden. Sinds 2022 is ze werkzaam als projectleider bij uitgeverij Koninklijke Van Gorcum. Haar liefde voor lezen en schrijven in combinatie met de interesse voor de menselijke kant van de Indische geschiedenis vormde de aanleiding om deze acht verhalen, waaronder dat van haar oma, vast te leggen in een boek.

     27,50
  • Tegenkultuur Special Edition

    Tegenkultuur Special Edition

    Nederlandse undergroundpublicaties 1964-1976
    Jan Pen, Peter Sijnke
     45,00

    Tegenkultuur Special Edition

    Special Edition – inclusief orginele Hitweek

    Mensen, dit is een unieke krant. Er gaat iets gebeuren. Let op. Nu gaan we spijkers met koppen slaan!!!! Peter J. Muller, medeoprichter Hitweek.

    In Tegenkultuur worden publicaties van de Nederlandse underground in de jaren 1964-1976 getoond en beschreven. Het boek plaatst de underground in de sociale context van de jaren zestig. Hitweek en Aloha, de belangrijkste Nederlandse undergroundbladen komen uitgebreid aan bod. Tegenkultuur laat zien welke Nederlandse undergroundbladen er naast Hitweek en Aloha waren, geeft een korte typering en toont vooral hoe ze eruitzien.

    De jaren zestig en zeventig waren een tijd van ongekende welvaart, waarin de opgroeiende jeugd voor het eerst de ruimte kon nemen om haar stem te laten horen over maatschappelijke problemen en oplossingen. De undergroundbeweging werd ook wel ‘alternatieve cultuur’ of, in het idioom van de jaren 60, ‘tegenkultuur’ genoemd.

    Ik vond dat het hoog tijd was dat de jonge generatie eindelijk een stem kreeg. Willem de Ridder, medeoprichter Hitweek.

    De massamedia deden verslag van zaken vanuit de bestaande normen en waarden, waarin de undergroundbeweging zich niet herkende. De undergroundpers vulde dit gat door te rapporteren over die dingen die de underground bezighield, door hun kijk op tal van zaken te verwoorden en door het benadrukken en vormgeven van een nieuwe levensstijl.

    Alle undergroundpublicaties werden gemaakt door de jeugd en hadden de jeugd als doelgroep. Of het nu politiek of cultureel was, de inhoud van de undergroundkranten was een directe weerspiegeling van de hoop, dromen en activiteiten van de redacteuren, schrijvers en vormgevers die zichzelf zagen als actieve deelnemers en als chroniqueurs van de beweging.

    Tegenkultuur bevat een schat aan beeldmateriaal, waardoor het samen met de historische context een representatief naslagwerk vormt van de Nederlandse undergroundpers in de jaren 1964-1976. Het boek is interessant voor een brede groep lezers: voor de lezer die deze tijd actief heeft meegemaakt of er meer over wil weten maar ook voor de lezer die geïnteresseerd is in grafische vormgeving, ‘small press’ of undergroundmuziek.

    Over de auteurs
    Peter Sijnke (1951) is historicus. Hij was werkzaam in het archiefwezen en publiceerde veel op het terrein van de lokale en regionale geschiedenis. Over popmuziek schreef hij zeven boeken, waarvan drie met betrekking tot het Holland Pop Festival in Kralingen (1970) samen met Marcel Koopman. Peter schrijft regelmatig in Platenblad.

    Jan Pen (1955) was tot zijn pensionering in 2019 eigenaar van een bureau voor zakelijk advies op het gebied van biotechnologie. Hij heeft sinds het begin van de jaren negentig, een collectie opgebouwd van posters, tijdschriften en pamfletten van bewegingen als Provo, Kabouter, Underground en Punk. Jan heeft een internetboekhandel JP Antiquarian Books op het gebied van zijn collectie.

     45,00
  • Geschiedenis van Drenthe

    Geschiedenis van Drenthe

    Een archeologisch perspectief
    Wijnand van der Sanden
     39,50

    Geschiedenis van Drenthe

    Drenthe kent een lange bewoningsgeschiedenis. De oudste sporen van menselijke aanwezigheid gaan zeker 50.000 jaar terug, misschien wel meer dan 100.000 jaar. In die lange periode voltrekken zich grote veranderingen. Gedurende het grootste deel van die eindeloze tijd leven de bewoners als jager-verzamelaars. Vanaf 5000 v.C. nemen ze zeer geleidelijk agrarische praktijken uit zuidelijker streken over. De invloed op het landschap wordt steeds groter. Er worden akkers aangelegd en opvallende grafmonumenten opgericht: eerst hunebedden, later grafheuvels en uitgestrekte urnenvelden. Lange tijd kan de bevolking, die in kleine gehuchten woonde, haar zelfstandigheid behouden. Ze blijft buiten het Romeinse Rijk, maar rond 800 na C. volgt dan de hardhandige inlijving bij het Frankische Rijk van Karel de Grote.
    De veranderingen die dat met zich meebrengt, zijn diepgaand. De oude religie wordt langzaam verdrongen door het Christendom, er worden kerken gebouwd en de dorpen komen op hun huidige plaats terecht. Drenthe blijft ook in de eeuwen daarna een agrarische regio, met slechts enkele kleine stedelijke kernen. Adel speelt er nauwelijks een rol. De grootschalige veenafgravingen, die kort na 1600 beginnen, zullen het aanzien van het ooit door moerassen omgeven ‘oude landschap’ dramatisch veranderen.

    Geschiedenis van Drenthe – Een archeologisch perspectief geeft een overzicht van wat de archeologie heeft bijgedragen aan de kennis over Drenthe vanaf de vroegste tijden tot aan de Tweede Wereldoorlog. Vanaf de 9e eeuw zijn er weliswaar historische bronnen, maar die vertellen maar een deel van het verhaal. Archeologen kunnen met hun specifieke onderzoeksmethoden kennis over de Middeleeuwen en de Nieuw(st)e Tijd genereren die niet uit geschreven bronnen te halen is. We maken kennis met jachtkampementen, monumentale en bescheiden grafmonumenten, opgegraven gehuchten en sporen van rituelen in nederzettingen en daarbuiten. En natuurlijk ontmoeten we (anonieme) mensen, waaronder machtige hoofdmannen en een onfortuinlijk ‘lelijk eendje’.

    Dr. Wijnand van der Sanden (1953) studeerde West-Europese Prehistorie aan de Rijksuniversiteit Groningen en was 30 jaar provinciaal archeoloog van Drenthe, de eerste tien jaar in combinatie met het conservatorschap bij het Drents Museum. Sinds 2017 is hij conservator archeologie bij het Drents Museum. Hij schreef diverse boeken over veenlijken in en buiten Nederland, houten ‘godenbeelden’ uit Noordwest-Europa en galgenbergen en hunebedden in Drenthe.

     39,50
  • Ús bank

    Ús bank

    Hoe Friesland zijn bank verloor
    Jan Smit
     29,90