Tuinieren met wilde planten
€ 22,50
Iedere dag genieten van een weelderige bloemrijke tuin met de vele dieren die daar leven zoals vogels, salamanders, kikkers, muizen, vlinders en wilde bijen. Een tuin vol leven, een stukje natuur zelfs midden in een dorp of stad.
Juist die kleine stukjes natuur in een stedelijke omgeving zijn heel belangrijk. Dieren vinden er voedsel en plekken om te schuilen en zich voort te planten. Mensen vinden er ontspanning en verwonderen zich over de ongelooflijke verscheidenheid en vernuftigheid van de natuur.
Wil jij ook zo’n eigen stukje natuur creëren? Het kan overal. Echt niet alleen als je een flink stuk grond bezit, ook in je kleine stadstuin, op je dakterras of balkon is er veel mogelijk.
Maar hoe moet je beginnen? Wat kun je het beste doen? En welke planten zijn niet alleen leuk voor dieren, maar vooral ook voor jou? In Tuinieren met wilde planten staan alle antwoorden!
Martin Stevens legde de basis voor zijn uitgebreide plantenkennis bij de Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie. Als beheerder van een bezoekerscentrum van Natuurmonumenten legde hij een heemtuin aan en bracht zijn liefde voor de natuur over op vele bezoekers. Nu kweekt hij wilde planten en is actief betrokken bij het Levend Archief en Wilde Weelde.
Gerelateerde boeken
-
De scharrelaar 2021/2
Herfst, een nieuwe Scharrelaar! De herfsteditie van De scharrelaar staat weer boordevol met gedichten, verhalen en beschouwingen over vogels in binnen- en buitenland.
Najaar. De vogels trekken naar warmere oorden en de lezers van De scharrelaar zoeken de haard weer op. Niks verwarmt de mens zo goed als de herfsteditie van De scharrelaar! Ook deze editie staat weer boordevol met gedichten, verhalen en beschouwingen over vogels in binnen- en buitenland. Niks is te gek, alles mag, als het maar goed geschreven is en over vogels gaat. Laat de wintergasten maar komen.
NBD Biblion
Recensie‘Heerlijk leesbare verhalen over vogels en alles eromheen.’ – NBD Biblion
-
Knooppunt Waddenzee
Miljoenen wad- en watervogels trekken ieder jaar heen en weer tussen hun broedgebieden in Groenland, Scandinavië, West-Europa of Siberië, en hun wintergronden in Europa en Afrika. Als je alle routes van die trekvogels op de wereldbol tekent, zie je halverwege die kaart een druk knooppunt: de Waddenzee!
In het project Metawad hebben onderzoekers van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee en de Rijksuniversiteit Groningen vijf compleet verschillende trekvogels van de Waddenzee onderzocht: de kanoet, de drieteenstrandloper, de rosse grutto, de rotgans en de lepelaar. Ze bekeken de vogels niet als ‘bewoners’ van die Waddenzee, maar als gebruikers van een veel groter systeem waar het wad een belangrijk onderdeel van is: het ‘metawad’.
Knooppunt Waddenzee biedt een kleurrijk pallet van portretten van de wetenschappers, die ploeterend met palen en hekwerk achterop hun ets over de kwelder trekken, of uren achtereen in weer en wind – of juist bakkend onder de Afrikaanse zon – naar vogels met kleurringen aan hun pootjes staan te zoeken. Het biedt ook portretten van de vijf onderzochte vogelsoorten. Wat weten we van deze dieren? En vooral: hoe kunnen overheden of natuurbeheerders hun voordeel doen met deze wetenschap?