Vloeiend landschap
€ 25,00
Geactualiseerde editie met extra hoofdstuk
In Nederland is er een groeiend onbehagen over de kwaliteit van het landschap. Dit geldt ook voor Friesland, volgens velen de mooiste provincie. De diversiteit en schoonheid van het Friese landschap brokkelt zienderogen af. Anonieme bedrijventerreinen, willekeurig geplaatste windturbines en een verschrompelend veenweidegebied zorgen voor ‘landschapspijn’.
Kan het tij gekeerd worden? Op een rondreis door de verschillende landschapstypen van Friesland laat Peter de Ruyter zien dat het nog niet te laat is. Door mee te bewegen met toekomstige veranderingen als een stijgende zeespiegel en een krimpende bevolking ontstaan er kansen. Dit boek is een pleidooi voor verbetering en visie.
Peter de Ruyter is landschapsarchitect. Van 2008 tot 2012 was hij directeur van Atelier Fryslân dat gevraagde en ongevraagde adviezen over het landschap gaf.
Gerelateerde boeken
-
Fauna en Flora van de Vlaamse kust
De historische Vlaamse kust maakt deel uit van de Noordwest-Europese kustvlakte die zich uitstrekt van Noord-Frankrijk tot Denemarken. Deze gids behandelt een lang en smal gebied van ongeveer 120 kilometer lang en minder dan 5 kilometer breed. De grensoverschrijdende (Nederland, België en Frankrijk) regio herbergt een grote variatie aan leefgebieden voor fauna en flora: zandstranden, slikken, schorren, stuivende duinen, mosduinen, duinpannen, duingraslanden, duinstruwelen en duinbossen. Ook oudere, ontkalkte duingebieden met soorten die kenmerkend zijn voor zure, droge zandgronden kunnen we er aantreffen. Leefgebieden van rotskusten worden hier vervangen door golfbrekers, staketsels en andere door de mens aangebrachte structuren.
Fauna en Flora van de Vlaamse kust is het vierde deel in de reeks schitterende veldgidsen over belangrijke natuurgebieden in de Benelux. Ze zijn geïllustreerd met prachtige diarama’s van de leefgebieden en honderden levensechte illustraties van de soorten door de bekende Catalaanse natuurillustrator Toni Llobet. De teksten zijn van de vooraanstaande veldecoloog Hans Baeté, en dit alles onder wetenschappelijke leiding van professor Bart Muys.
-
Rentmeester van nature
Dankzij natuurbeschermers van het eerste uur zijn de belangrijkste natuurgebieden in Nederland behouden gebleven. Naast mensen als Heimans en Thijsse speelde ook Van Tienhoven, een van de eerste voorzitters van de Vereniging Natuurmonumenten, een cruciale rol. In Rentmeester van nature beschrijft Frank Saris hoe de ontplooiing van deze nieuwe rijke parallel liep met belangrijke ontwikkelingen binnen de natuurbescherming enerzijds en het (aristocratisch) al dan niet zelf verworven landgoederenbezit anderzijds.
De natuurbeschermingselite koos onder leiding van Van Tienhoven lange tijd voor een weg via de hoogste gezagsdragers, ten voordele van het eigen grootgrondbezit. De Tweede Wereldoorlog vormde voor hem een hoogtepunt en succesverhaal van deze neocorporatistische praktijk van ‘polderen van bovenaf’. De gevolgde strategie veranderde in de bezettingstijd niet wezenlijk; de machtspositie van de gesprekspartners wel, en daarmee de uitkomst. Van Tienhoven zat midden in de oorlog op het toppunt van zijn invloed en macht, iets dat hijzelf steeds nastreefde en dat hij met steun en in de geest van de bezetter sneller vorm kon geven.Frank J.A. Saris (1952) is natuurbeschermer, vogelonderzoeker en natuurontwikkelaar en werkte bij zelfstandige onderzoeksorganisaties. In 2018 verscheen zijn biografie Natuurbescherming als hartstocht, over Victor Westhoff (natuurbeschermer periode 1945-2000).
-
Friese Dijken
Het omvangrijke Friese dijksysteem, van zeedijk tot polderdijk, van zomer- en winterdijk, van dromer, waker tot slaper, is uniek in Nederland en vormt de ruggengraat van het Friese cultuurlandschap. De dijken hebben een belangrijke functie bij de bescherming tegen het water, zijn belangrijke lintvormige elementen in het landschap en vormen een samenhangende erfgoedstructuur met de terpen en middeleeuwse kerken en het watererfgoed van gemalen, molens en sluizen.
Op heldere wijze wordt de dijkenbouw en de complexe gelaagdheid van de vele honderden verschillende Friese dijken uiteengezet. In deze beschrijving wordt het accent gelegd tussen bredere geografische patronen en processen én het verbeeldende detail van de plek. Vernieuwend is de bewerking van het verhaal van de dijksystemen, zoals deze destijds door Rienks en Walther in kaart zijn gebracht. Hierin is op een fraaie wijze het Actueel Hoogtebestand Nederland als derde dimensie aan de handschetsen van Rienks en Walter toegevoegd. Tevens wordt een compleet overzicht gegeven van de verschillende Friese landschappen met de karakteristieke dijken, dijktypen en het watererfgoed en laten overtuigend zien dat de Friese dijken een archeologische archief van onschatbare internationale waarde zijn. Deze beschrijvingen zijn de basis voor het denken over de rol van de dijken in de toekomst. De betekenis van de dijken in het verleden, heden en de toekomst als gevolg van ingrijpende effecten van bijvoorbeeld verzilting en verzoeting, klimaatveranderingen en de zeespiegelrijzing is nu actueel.