Waarom we dieren eten
€ 19,90
De Duitse filosoof Thomas Macho beschrijft onze band met het dier vanaf de oertijd tot nu. Zijn filosofische betoog voert langs offerrituelen, knuffels en dierenrechten. Terwijl hij onze gedeelde geschiedenis met het dier in herinnering roept, plaatst Macho vraagtekens bij onze huidige omgang met dieren. Op dit moment eet bijna iedere Europeaan zestig kilo vlees per jaar. Dat we gemakkelijk over de dood van dieren heen stappen, komt doordat we onze gedeelde geschiedenis – dieren zijn onze verwanten – zijn vergeten. Macho wijst ons de weg terug naar een respectvolle interactie met het dier.
Slim, nauwkeurig en diepgravend
Thomas Macho (1952) is een Oostenrijks-Duitse cultuurfilosoof en was jarenlang als hoogleraar cultuurwetenschappen verbonden aan de Humboldt-Universität in Berlijn. Hij ontving de Sigmund Freud-prijs en de Oostenrijkse Staatsprijs voor Culturele Journalistiek.
Gerelateerde boeken
-
Existentialisme is humanisme
‘De mens is ertoe veroordeeld vrij te zijn, want hij heeft zichzelf niet geschapen. Maar eenmaal in de wereld geworpen is hij verantwoordelijk voor alles wat hij doet.’ Met die woorden kondigde Jean-Paul Sartre in 1945 een nieuwe filosofie aan die de wereld stormenderhand zou veroveren: het existentialisme. Daarin heeft de mens geen doel, geen bestaansreden, geen essentie. Hij moet zijn existentie zelf vorm geven: ‘Je bent vrij, kies maar’, zegt Sartre tegen hem. Maar je kiest niet alleen voor jezelf. Je keuze laat zien welke wereld je eigenlijk wilt. Je vrijheid is daarmee tegelijk je opdracht: ‘een wereld waarin de mens bepaalt wat hij is en wat de anderen zijn,’ aldus Sartre. Driekwart eeuw later is Sartres filosofie nog even actueel. Het kleine en beroemde werk dat tal van mensen de grondgedachten van het existentialisme bijbracht, is nu opnieuw beschikbaar in een nieuwe vertaling van Ger Groot.
-
Mens & ruimte
In 1963 publiceerde de Duitse natuurkundige en filosoof Otto Friedrich Bollnow dit standaardwerk over de relatie tussen mens en ruimte. We lezen over de plekken waar we wonen en werken; over schimmige ruimten, de prettige omgeving en angstaanjagende ruimten. Bollnow legt uit hoe we ruimten ervaren en waarom we op sommige plekken aarden en op andere niet. In het bijzonder bij antropologen, pedagogen en architecten behoort dit boek, dat in tal van talen is vertaald, inmiddels tot de verplichte literatuur.
‘Wat valt van Bollnow te leren? Bijvoorbeeld dat normen en waarden niet alleen een kwestie zijn van recht en orde, fatsoensregels en gezin, stadswachten en tourniquets, maar ook van joie de vivre, hoogwaardige stedenbouw en voldoende groen. Tijd om Bollnow aan de vergetelheid te ontrukken.’ – Jos Simons in Trouw
‘Bollnow zoekt in zijn filosofie naar de kenmerken van ‘de gelukkige ruimte’; de ruimte waarin mensen zich kunnen ontplooien. Hij streeft naar ruimtes waarin je je kunt settelen zonder te verstijven, waarin je wortel kunt schieten zonder jezelf te isoleren en waarin je jezelf kunt vertrouwen zonder jezelf op te geven.’ – Frankfurter Allgemeine Zeitung
-
Niet meer blaffen naar de maan
Zijn er tussen wetenschap, geloof en magie waterdichte schotten te plaatsen? Is er een verschil tussen een wonderbaarlijk mirakel en een te mijden toverkunstje? Is de rede enkel te vinden in de wetenschap of speelt die ook een rol in religie en magie? Hoe stond de kerk tegenover wetenschappelijke bevindingen?
Raoul Bauer gaat op zoek naar antwoorden op deze vragen en vindt ze onder meer in de geschriften van de grote wetenschappers uit de Middeleeuwen. We leren Isidorus van Sevilla kennen die een encyclopedie schreef die eeuwenlang gebruikt werd. Beda Venerabilis, dé wetenschapper bij uitstek van de achtste eeuw, onderzoekt mirakels, berekent de paasdatum en denkt na over het fenomeen van de getijden. Via de Karolingische renaissance komt Gerbert van Aurillac aan het woord, de paus-wiskundige van het ‘merkwaardige’ jaar 1000.
Raoul Bauer, historicus en doctor in de letteren, is emeritus hoogleraar cultuurgeschiedenis in de Associatie van de K.U.Leuven. Hij publiceerde eerder bij uitgeverij Sterck & De Vreese het boek Karel de Grote.
‘We raken nooit dichter bij het begin van alles. In die zin is in de moderne natuurkunde niet anders dan de theologie van de middeleeuwen, toen er ook heel diepzinnige vragen werden gesteld, zonder dat er antwoorden kwamen.’ – Heino Falcke, hoogleraar radioastronomie en astrodeeltjesfysica, Radboud Universiteit Nijmegen
-
God, de staat en andere vormen van dictatuur
Schud jezelf wakker uit je religieuze en kapitalistische sluimer!
« Als God bestond, zou men hem moeten afschaffen,» schrijft de Russische filosoof Michail Bakoenin in zijn essay ‘God en de Staat’. Bakoenin pleit voor een samenleving zonder God, zonder meester, zonder dictator, zonder wetenschappelijke genootschappen die ons van alles voorschrijven, zelfs zonder staat. Zijn belangrijkste teksten over vrijheid en dictatuur zijn hier opgenomen met een inleiding door Paul van Dijk.
Michail Bakoenin (1814–1876) was een Russische anarchistische filosoof. Tegenover het communistische ideaal van een sterke staat plaatste hij het idee van federale gemeenschappen met zelfbestuur. In 1848 was hij betrokken bij de opstanden in Parijs en Praag.