Wanneer dieren dromen
€ 24,90
Dat dieren dromen is pas in 2020 voor het eerst in de wetenschappelijke literatuur beschreven. Dat is opmerkelijk, want je kunt vrij eenvoudig vaststellen dat dieren dromen: veel (huis)dieren vertonen immers de kenmerkende oogbewegingen van een REM-slaap. Octopussen verschieten tijdens een droom van kleur.
In dit boek beschrijft wetenschapsfilosoof David Penã-Guzmán het recente onderzoek. Hij staat ook stil bij de filosofische consequenties ervan. Waarschijnlijk dromen veel dieren om dezelfde redenen als wij: in een droom verwerken we informatie tot een coherent wereldbeeld. Daarmee bewijst het dromen dat dieren geen simpele input-outputmachines zijn. Ze hebben een actief nachtbewustzijn, waarin verlangens, angsten en morele gevoelens werkzaam zijn.
David M. Peña-Guzmán is universitair hoofddocent Geesteswetenschappen en Liberal Arts aan de San Francisco State University. Hij beweegt zich op het raakvlak van critical animal studies en wetenschapsfilosofie. Hij is co-auteur van Chimpanzee Rights: The Philosophers’ Brief en host van de Overthink podcast.
Gerelateerde boeken
-
-
Niet meer blaffen naar de maan
Zijn er tussen wetenschap, geloof en magie waterdichte schotten te plaatsen? Is er een verschil tussen een wonderbaarlijk mirakel en een te mijden toverkunstje? Is de rede enkel te vinden in de wetenschap of speelt die ook een rol in religie en magie? Hoe stond de kerk tegenover wetenschappelijke bevindingen?
Raoul Bauer gaat op zoek naar antwoorden op deze vragen en vindt ze onder meer in de geschriften van de grote wetenschappers uit de Middeleeuwen. We leren Isidorus van Sevilla kennen die een encyclopedie schreef die eeuwenlang gebruikt werd. Beda Venerabilis, dé wetenschapper bij uitstek van de achtste eeuw, onderzoekt mirakels, berekent de paasdatum en denkt na over het fenomeen van de getijden. Via de Karolingische renaissance komt Gerbert van Aurillac aan het woord, de paus-wiskundige van het ‘merkwaardige’ jaar 1000.
Raoul Bauer, historicus en doctor in de letteren, is emeritus hoogleraar cultuurgeschiedenis in de Associatie van de K.U.Leuven. Hij publiceerde eerder bij uitgeverij Sterck & De Vreese het boek Karel de Grote.
‘We raken nooit dichter bij het begin van alles. In die zin is in de moderne natuurkunde niet anders dan de theologie van de middeleeuwen, toen er ook heel diepzinnige vragen werden gesteld, zonder dat er antwoorden kwamen.’ – Heino Falcke, hoogleraar radioastronomie en astrodeeltjesfysica, Radboud Universiteit Nijmegen
-
De lach van de Boeddha
In de zesde eeuw voor Christus ontwikkelde de Boeddha een praktische levensfilosofie. Na zijn dood legden boeddhistische monniken zijn uitspraken vast in talloze sutta’s (Pali-Canon). Latere denkers zoals Nagarjuna (ca. 150–250) en Shantideva (ca. 685–763) werkten de boeddhistische filosofie op hun eigen wijze verder uit.
Ward Vandepitte, filosoof, promovendus aan de Radboud Universiteit en praktiserend boeddhist, legt in dit boek op heldere wijze uit wat de kernideeën zijn van het boeddhisme. Hij laat zien hoe je het boeddhisme in je eigen leven kunt toepassen. Het boeddhisme is namelijk meer dan een leer; het is ook een praktijk. Het helpt je in je dagelijkse leven bij het maken van keuzes, het omgaan met de dood, het vormen van een zelfbeeld en onthaasting.Een toegankelijke, diepgravende, vernieuwende en praktisch toepasbare ontmoeting met het boeddhisme.
Met een voorwoord door Prof. Paul van der Velde.