Wanneer dieren dromen
€ 24,90
Dat dieren dromen is pas in 2020 voor het eerst in de wetenschappelijke literatuur beschreven. Dat is opmerkelijk, want je kunt vrij eenvoudig vaststellen dat dieren dromen: veel (huis)dieren vertonen immers de kenmerkende oogbewegingen van een REM-slaap. Octopussen verschieten tijdens een droom van kleur.
In dit boek beschrijft wetenschapsfilosoof David Penã-Guzmán het recente onderzoek. Hij staat ook stil bij de filosofische consequenties ervan. Waarschijnlijk dromen veel dieren om dezelfde redenen als wij: in een droom verwerken we informatie tot een coherent wereldbeeld. Daarmee bewijst het dromen dat dieren geen simpele input-outputmachines zijn. Ze hebben een actief nachtbewustzijn, waarin verlangens, angsten en morele gevoelens werkzaam zijn.
David M. Peña-Guzmán is universitair hoofddocent Geesteswetenschappen en Liberal Arts aan de San Francisco State University. Hij beweegt zich op het raakvlak van critical animal studies en wetenschapsfilosofie. Hij is co-auteur van Chimpanzee Rights: The Philosophers’ Brief en host van de Overthink podcast.
Gerelateerde boeken
-
Een alomvattende filosofie
Abraham Johannes Cuffeler (1637-1694) was nauw bevriend met Spinoza en raakte in de ban van diens ideeën. In zijn driedelig boek Principia Pantosophiae (Beginselen van alwijsheid) poogt Cuffeler alle beschikbare kennis van zijn tijd samen te brengen. Daarmee is zijn boek een voorloper van de latere Encyclopedie. Cuffelers verlangen naar wiskundig samenhangende, universele en allesomvattende kennis, maakt zijn Principia Pantosophiae tot een wetenschappelijke utopie. Het eerste deel, hier integraal vertaald, behandelt de logica. De andere delen – over mathematica (inclusief astronomie) en fysica – behandelen onder meer de ‘conatus’ van Hobbes en Spinoza. Dit betreft de kracht die beweging veroorzaakt. Cuffelers boek, hier voor het eerst in vertaling, biedt ons een uniek inkijkje in het denken van de Radicale Verlichting.
-
-
Wat zouden dieren zeggen als we ze de juiste vragen stelden?
Een must voor iedereen die met dieren werkt en een genot voor iedereen die al grinnikend wil begrijpen hoe dieren denken.
Staan koeien de hele dag te niksen? Maken vogels kunst? Kunnen apen werkelijk na-apen? Zien dieren zichzelf zoals wij hen zien? Kunnen ze in opstand komen? En — misschien een vreemde vraag — is het wel gepast om in hun bijzijn te plassen?
In dit boek beantwoordt de Belgische filosofe Vinciane Despret zesentwintig verrassende vragen die vastgeroeste ideeën over dieren op de proef stellen. Ze laat onderzoekers, filosofen en dierverzorgers aan het woord en laat zien hoe we anders over dieren kunnen denken.
Met een voorwoord van Bruno Latour en een nawoord van Michel Vandenbosch
Vinciane Despret is filosoof aan de Universiteit van Luik. Ze schreef meerdere boeken over dieren, waaronder Bêtes et hommes (Gallimard, 2007) en Penser comme un rat (Quae, 2009).