Werelderfgoedgids Veenhuizen
€ 17,90
Zin om te wandelen of fietsen in het UNESCO Werelderfgoed Koloniën van Weldadigheid in Nederland? Deze gids is je wegwijzer mét achtergrondinformatie. De gids is geschikt voor wie zich van tevoren wil oriënteren, maar ook voor wie tijdens een verblijf in de Koloniën van Weldadigheid een leidraad zoekt en meer wil weten over de achtergrond van het gebied. De wandeling voert door het Werelderfgoed, de fietsroute beslaat een iets ruimer gebied.
De Koloniën van Weldadigheid zijn sinds 27 juli 2021 ingeschreven als UNESCO Werelderfgoed. Zo erkent UNESCO de cultuurlandschappen van Frederiksoord-Wilhelminaoord en Veenhuizen in Nederland, en Wortel-Kolonie in Vlaanderen, als van uitzonderlijke en universele betekenis voor de hele mensheid.
Gerelateerde boeken
-
Van top tot teen Molukker
Winnaar DHV-prijs 2022
De Molukse gemeenschap heeft in de 71 jaar in Nederland zijn voetafdruk achtergelaten. Weinigen zijn zich echter bewust van deze geschiedenis en de achtergrond en het heden van de Molukse gemeenschap in Nederland. Hun verhaal is meer dan een gijzeling van een gebouw of een kaping van een trein.
In ‘Van Top tot Teen Molukker’ wordt teruggekeken op 71 jaar Molukse gemeenschap in Drenthe en Assen. Hoe ervoeren de Molukkers de reis naar Nederland en het verblijf in Schattenberg? Hoe verliep vervolgens de (gedwongen) verhuizing naar de Molukse wijken in Assen? Wat was de rol van de landelijke en de gemeentelijke politiek? Waarom verliep de huisvesting van de Molukse gemeenschap in verschillende fasen, wat uiteindelijk leidde tot drie verschillende wijken? En welke rol speelde de strijd voor de vrije Molukken?
‘Van Top tot Teen Molukker’ vertelt het verhaal van de ontmoeting en confrontatie met de Nederlandse cultuur aan de hand van twaalf interviews met Molukkers uit de eerste, tweede, derde, vierde en vijfde generatie. Ook worden drie Nederlanders geïnterviewd die veel contacten hebben met Molukkers, privé en professioneel.
Djodjie CA Rinsampessy kijkt met de geïnterviewden terug op hun geschiedenis en hoe zij deze hebben ervaren. Guido Abuys beschrijft in een historisch overzicht de komst van de Molukkers en het ontstaan van de wijken.
Het verhaal van de eerste generatie, waarvan er nog slechts enkelen in leven zijn, krijgt een speciaal kader als het wordt afgezet tegen dat van de volgende generaties. De eerste generatie vertelt over haar herinneringen aan de reis naar Nederland, waarbij de tweede generatie soms ook nog iets kan vertellen over het wonen in Schattenberg en de overgang naar de Molukse wijken in Assen. De latere generaties komen aan het woord over hun jeugd, in hoeverre zij zich nog verbonden voelen met het moederland, en waar zij hun toekomst zien.Van Top tot Teen Molukker is het zesde deel in de Nieuwe Asser Historische Reeks.
-
Zul oes Sunterklaos wel kommen
De eerste decennia van de twintigste eeuw bestonden er nog grote regionale en sociale verschillen in de viering van het Sinterklaasfeest. Pakjesavond was een stedelijk verschijnsel dat op het platteland nauwelijks voorkwam. In dorpen werd wel een schoen of klomp gezet met iets voor het paard, maar alleen in burgerlijke kringen was het pakjesavond en verscheen de Sint ook zelf. Scholen gebruikten Sinterklaas als steun bij de opvoeding en ontleenden er prestige aan.
Daarnaast bood de nieuwe viering een alternatief tegen de wilde vormen van sinterklaasvieren die nog op het platteland bestonden: het Klaasjagen, Zwarte Klazen of Sunterklaoslopen. Lawaai makende jongelui trokken potsierlijk verkleed, met onherkenbaar gemaakte zwarte gezichten en uitgerust met kettingen langs de huizen. Ze vroegen naar stoute kinderen, maakten kinderen bang, strooiden pepernoten en vroegen om geld of lekkers. Eind negentiende, begin twintigste eeuw groeide het verzet tegen dit wilde gedoe dat gezien wordt als een vorm van bedelarij. Daartegenover stelde men de nieuwe beschaafde Sinterklaas. Dit proces van verburgerlijking heeft de uniformering van het feest in Nederland tot gevolg gehad.
In dit boek wordt de Drentse Sinterklaastraditie van de afgelopen eeuwen beschreven. Aan het boek werken schrijvers mee die al dan niet in het Drents over Sinterklaas in Drenthe vertellen.
“Een feest als Sinterklaas dat door zovelen wordt gevierd kun je moeilijk beschermen, want het is een cultureel proces dat voortdurend in beweging is. Sinterklaas zal blijven veranderen.” Henk Nijkeuter
“Kalenderfeesten en tradities veranderen door de jaren heen. Als iets duidelijk wordt uit dit boek is het wel dat dat in hoge mate geldt voor het Sinterklaasfeest.” Abel Darwinkel
-
Darp
Darp komt van “derp’ en is Drents voor “dorp’. Wie zijn dorp Darp noemt, heeft lef. “Er is geen dorp dat dorpser is dan het onze”, zegt de naam Darp.
De beelden van Frans Ohm vormen meer dan een fotoportret van Darp alleen. De fotografie verbeeldt een dorpscultuur die je op vele plekken in Nederland kan vinden. Degenen die in een dorp zijn opgegroeid zullen een blik van herkenning hebben. Dit zijn wij. Of ja, zo waren wij. Zo krijgt via DARP de dorpscultuur een prominente plaats in de cultuur-historische verzameling Hollandse Beelden.
Frank Westerman kijkt in de ziel van het dorp. Afgewisseld met persoonlijke beschouwingen geeft hij in het in het boek het kleine Darp de plaats in de wereldgeschiedenis die het verdient.
Vormgeefster Renate Boere weet de beelden te combineren tot een intense kijkervaring. Geïnspireerd door het fenomeen fotoroman zet ze je midden in het dorp neer.
-
Kleur Veenhuizen
KLEUR VEENHUIZEN is het handboek bij de kleurenwaaier voor Veenhuizen. Het is gemaakt voor bewoners, eigenaren en beleidsmakers, maar ook voor wie nieuwsgierig is naar de ontstaansgeschiedenis van de gebouwen en het landschap.
De ‘pauperkolonie’ Veenhuizen werd in 1822 gebouwd om bedelaars, landlopers en arme gezinnen uit de grote steden een beter bestaan te geven op het platteland. Gaandeweg ontwikkelde Veenhuizen zich tot een strafkolonie. De transformatie tot gevangenisdorp bracht een enorme bouwproductie op gang. Aan het begin van de 20e eeuw was Veenhuizen een zelfvoorzienend gevangenisdorp geworden met scholen, kerken, een hospitaal, werkgebouwen, boerderijen en dienstwoningen waarin het leven tussen gevangenen en bewoners sterk met elkaar vervlochten was. Tot 1983 was Veenhuizen gesloten voor publiek. Hier woonde alleen wie er ook werkte. Met uitzondering van de kerken was heel Veenhuizen in bezit van het Rijk en werd door het Rijk collectief beheerd en onderhouden.
Veenhuizen is ondertussen veranderd van een Justitiedorp in een woonlandschap met daarin nog steeds een aantal in gebruik zijnde gevangenissen. De overgang van één grote eigenaar naar vele eigenaren betekent de overgang van collectief naar individueel uitgevoerd onderhoud en beheer. Vooral bij de woonhuizen worden de gevolgen hiervan zichtbaar. Ramen worden vervangen, luiken verdwijnen en het schilderwerk van de onderdelen krijgt andere kleuren. Daardoor vervagen de zo karakteristieke reeksen en families van gebouwen.
Het handboek en de kleurenwaaier richten zich op de modelwoningen en -boerderijen uit de periode tussen 1884 en 1930 en op de structurerende en terugkerende onderdelen van de bebouwing en het landschap. Daar zijn een aantal praktische redenen voor. De grondtoon van Veenhuizen ligt verankerd in de herhaalbare gebouwtypes en de algemene dragers van het landschap. Het zijn met name deze woningen en boerderijen die particulier beheerd en onderhouden gaan worden en die belang hebben bij toegankelijke en hanteerbare kennis. Het handboek vult de kleurenwaaier aan met kennis van de gebouwen, hoe ze zijn gebouwd, met welke bouwmaterialen, details en kleuren. En het laat de landschappelijke onderdelen zien die het karakteristieke beeld bepalen, in de straat en op het erf.