Wieg
€ 29,90
We schrijven 1700. Maria du Plessis, een hugenote, vlucht weg uit Frankrijk en komt terecht in Amsterdam. Daar sluit ze een huwelijk met een landgenoot, een ondernemende chirurgijn, die haar meeneemt naar de Kaap. In Stellenbosch leidt hij haar op tot vroedvrouw. Na zijn dood verhuist ze naar Kaapstad, waar ze door de VOC als stadsvroedvrouw wordt aangesteld.
In Wieg vertelt Joan Kruger hoe Maria uitgroeit tot steun en toeverlaat van kwetsbare mensen: een veertienjarige die in het kraambed ligt, een verkracht meisje en vrouwen die door hun eigenaar, minnaar of man zijn mishandeld.
Uit een veelheid van rechtbankverslagen, doktersrekeningen, veilingdocumenten en testamenten ontstaat een rijkgeschakeerd en levendig beeld van de eerste helft van de achttiende eeuw, waarin het werk van Maria de rode lijn is. Tegelijk schetst het boek een prachtig beeld van de groeiende Kaapkolonie die zich zou ontwikkelen tot het huidige Zuid-Afrika.
Wieg is een meeslepende vertelling over een vrouw diein een tijd van godsdienstvervolging wordt gedwongen nieuwe wegen in te slaan en die uiteindelijk zelf geschiedenis maakt.
Joan Kruger werkte na haar universitaire studie (literatuur en filosofie) onder meer als journalist en tijdschriftredacteur. Momenteel werkt ze als schrijver.
Gerelateerde boeken
-
-
En toch zal ik
Marten Douwes Teenstra maakte in zijn tijd naam in de koloniën en als schrijver. Door zijn reizen, eerst in ‘de Oost’, later in ‘de West’ werd hij één van de eerste voorstanders van afschaffing slavernij (abolitionist). Nog vóór Max Havelaar (1860) en De hut van oom Tom (1852) verschenen, veroordeelde Marten al de barbaarse behandeling van de slaafgemaakten in Zuid Afrika, Java en Suriname. Het werd hem niet in dank afgenomen en leverde hem een ‘functie elders’ op.
Met zijn felle woordkeuze maakte Marten zich bij veel mensen niet geliefd. Naast zijn voortdurende strijd tegen de slavernij bleef hij tot zijn dood aantrappen tegen schijnheiligheid en hypocrisie, tegen ‘Cocksianen’, ambtenaren en bijgelovigheid.
Marten was lid van de Nederlandsche Maatschappij ter Bevordering van de Afschaffing der Slavernij,
en na zijn terugkeer in Groningen bestookte hij de regering in Den Haag onvermoeibaar met verzoekschriften om een einde te maken aan de slavernij in de Nederlandse koloniën. Mede door zijn inbreng kwam na 1854 de discussie over de slavernij op gang, waarna vlak voor zijn dood op 1 juli 1863 de slavernij werd afgeschaft.Toch is zijn naam voor veel mensen nu onbekend. Door dit boek krijgt de naam Teenstra weer de bekendheid die het verdient.
-