Wondervogels

Jantien de Boer

 22,90

Kunnen vogels praten? Overleggen ze misschien zelfs met elkaar over de keuzes die ze maken? De biologie gaat er tot nog toe van uit dat alleen mensen over spreektaal beschikken, maar er is iets gaande. Veel vaker dan gedacht vangen biologen een glimp op van een ontroerende, rijke, nabije wereld waarvoor de wetenschappelijke taal nog ontbreekt en waarover ze bijna niet durven te vertellen omdat ze niet voor sentimenteel versleten willen worden.
Wondervogels verkent die wereld op het snijvlak van de wetenschap en het onvoorstelbare. Vertellen lepelaars elkaar écht over de meest ideale trekroute? Gebruiken grutto’s werkelijk verschillende woorden voor kiekendieven en buizerds? Kan een zwaluw mensen om hulp vragen? In rake gesprekken met wetenschappers onderzoekt auteur Jantien de Boer dat spannende grensvlak.

Jantien de Boer (1965) schrijft al ruim dertig jaar voor de Leeuwarder Courant. Eerder schreef ze het boek Landschapspijn (2019), over de tanende biodiversiteit in het boerenland en een betere toekomst voor boeren én natuur.

‘Prachtig. Ik las het in één adem uit en had de tranen in mijn ogen.
Nergens wordt de ingewikkelde waarheid geweld aangedaan, terwijl het wel heerlijk leest.
Dat gebeurt niet vaak.’
Theunis Piersma, Hoogleraar trekvogelecologie Rijksuniversiteit Groningen

Verschijningsvorm:
Hardcover
Taal:
Nederlands
Uitgeverij:
Uitgeverij Noordboek
Aantal pagina's:
168
Druk:
2
ISBN:
9789464713138
Uitgiftedatum:
18-04-2025
Gewicht:
395 gram
Afmeting:
224x149x22 mm

Gerelateerde boeken

  • Dinosauriërs

    Dinosauriërs

    Hoe ze er werkelijk uitzagen
    Michael J. Benton
     29,90

    Dinosauriërs

    ‘Verbluffende, mooie paleokunst. Nu zien we hoe de dinosauriërs er echt uitzagen.’ — CNN

    ‘Benton neemt je mee terug naar de dinotijd … in full colour, aan de hand van het nieuwste onderzoek.’
    — Anne Schulp, hoogleraar vertebratenpaleontologie aan de Universiteit Utrecht en onderzoeker bij Naturalis in Leiden

    Hoe zagen dinosauriërs er echt uit? Daarover is de afgelopen jaren veel duidelijk geworden. Nieuwe wetenschappelijke technieken maken het mogelijk de huid, de schubben, de veren en de werkelijke kleuren van dino’s en ander oerdieren te reconstrueren. De resultaten vinden we in dit schitterende, rijk geïllustreerde boek.
    Dino-onderzoeker Michael J. Benton praat u bij over de nieuwste vondsten, over methoden om de kleuren te achterhalen en over het mogelijke gedrag van deze bijzondere dieren. Bob Nicholls, een van ’s werelds toonaangevende paleokunstenaars, brengt een ichtyosauriër, twee vogels, een zoogdier en twee pterosauriërs in meer dan 150 kleurenillustraties tot leven.

    Michael J. Benton is hoogleraar paleontologie van gewervelden en hoofd van de wereldwijd toonaangevende paleobiologische onderzoeksgroep aan Bristol-universiteit. Hij heeft meer dan vijftig boeken geschreven, inclusief The Dinosaurs Rediscovered (2019) en When Life Nearly Died (2015). Bob Nicholls verzorgde de indrukwekkende kleurenillustraties.

     29,90
  • De otter

    De otter

    Van uitsterven tot nieuw begin
    Harrie Bosma
     15,00

    De otter

    Het is nog niet zo lang geleden dat de otter in Nederland was uitgestorven. Gelukkig is dit mooie zoogdier, dat afhankelijk is van schoon water en rust, nu weer volop te bewonderen, dankzij de inspanningen van organisaties, overheden en vrijwilligers. Aan de hand van talrijke schitterende foto’s en unieke (nacht)beelden van bewegingscamera’s biedt dit boek een boeiende kennismaking met de otter, zijn verschijning, gedrag en leefgebied.
    Daarnaast is het een levendig verslag van de belevenissen en waarnemingen in het veld van otterkenner Harrie Bosma, die als geen ander weet wat de otter beweegt.

     15,00
  • Kraanvogels in Nederland

    Kraanvogels in Nederland

    Een unieke maar kwetsbare ontwikkeling
    Herman Feenstra
     25,00

    Kraanvogels in Nederland

    Ruim twintig jaar volgt Herman Feenstra kraanvogels in het Fochteloërveen, het gebied waar het eerste Nederlandse kraanvogelkuiken sinds eeuwen is geboren. Vanaf de eerste ontmoeting is hij gefascineerd door deze unieke vogel en volgt hij alle ontwikkelingen in en buiten het gebied op de voet.

    Zo heeft hij de kraanvogelpopulatie zien ontstaan en leert hij elke dag meer over kraanvogels. “Als je hun gedrag kunt lezen en hun behoefte aan veiligheid respecteert, laten ze je toe in hun wereld.”

    In dit boek deelt Feenstra zijn kennis. Hij beschrijft, vaak zeer gedetailleerd, wat er in elk broedjaar gebeurt en welke factoren het broedsucces positief of negatief beïnvloeden. Daardoor krijgen we inzicht in wat kraanvogels nodig hebben om zich veilig te vestigen, een nest te bouwen en hun kuikens te laten opgroeien.

    De auteur hoopt hiermee een bijdrage te leveren aan de bescherming van deze unieke vogelsoort. Hoewel het aantal kraanvogels in Nederland toeneemt, blijft de ontwikkeling kwetsbaar. Dit boek laat zien wat wij als mensen samen kunnen doen om ervoor te zorgen dat de kraanvogel zich op zijn gemak voelt en wij van deze unieke soort kunnen genieten.

    OVER DE AUTEUR

    Herman Feenstra verzamelt al vanaf 1977 waarnemingen van vogels in het Fochteloërveen. Vanaf 1985 doet hij dat als vrijwilliger van Natuurmonumenten en sinds 1998 is hij ook actief als wetlandwacht voor Vogelbescherming Nederland. Het is niet verwonderlijk dat hij vanaf 2000 van zijn grote passie zijn werk maakt. Het eerste jaar nog in dienst van de provincie Noord-Brabant, maar een jaar later al als zzp’er, vanuit Bureau De Kraanvogel.

    Die naam is niet toevallig gekozen. Herman ontdekte in 2001 het eerste broedgeval van kraanvogels in Nederland sinds eeuwen. Door broedparen en andere kraanvogels jarenlang en vaak dagelijks te observeren, heeft hij een schat aan kennis opgedaan over het gedrag en hun interactie met de omgeving. Die eigen kennis vult hij aan met inzichten die voortkomen uit de literatuur en uitwisseling met (kraan)vogelliefhebbers in binnen- en buitenland.

    Herman is onvermoeibaar in zijn strijd voor bescherming van kraanvogels en andere soorten. Hij
    deelt zijn kennis en bezorgdheid in rapporten, tijdens bijeenkomsten met natuurorganisaties en overheden, op de website www.kraanvogels.net en in publicaties zoals deze.

     25,00
  • Het verhaal van de kolken in het Dollardgebied

    Het verhaal van de kolken in het Dollardgebied

    Aart Jan Langbroek, Gerrit Smit, Hendrik van der Ham
     25,00

    Het verhaal van de kolken in het Dollardgebied

    In 2014 is de werkgroep Oldambt van het IVN gestart met het project ‘Kolken in het Dollardgebied’. Het doel was om de kolken in kaart te brengen en waar mogelijk de aanwezige natuur te inventariseren. Kolken zijn ontstaan als gevolg van dijkdoorbraken. Doordat het water zich met grote kracht door de opening perste, ontstond door het kolkende water een diep gat. De doorbraak is vervolgens hersteld door om de kolk heen een nooddijk aan te leggen, waardoor de kolk binnendijks kwam te liggen.

    Door de eeuwen heen zijn kolken door de boeren en de lokale bevolking gebruikt als drinkplaats voor vee, stortplaats van afval en als vis-, zwem-, en schaatswater. In de loop van de tijd zijn ondiepe kolken verland of kolken zijn gedempt door de beschikbaarheid van grotere en sterke graafmachines. In het gebied rond de Westerwoldse Aa zijn in de jaren 60 van de vorige eeuw de meeste kolken gedempt. Een klein aantal kolken is als landschapselement bewaard gebleven. Bij de ruilverkavelingen van de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werden de kolken in het Oldambt in de meeste gevallen in het kader van het toen verplichte landschapsplan als kleine perceeltjes toegewezen aan Staatsbosbeheer. Daarop werd vaak een stukje bos aangeplant. De reden van deze bosaanplant is het idee dat natuur zonder bos geen natuur kon zijn en dat een landschapselement van verre herkenbaar moest zijn. Kolken zijn tegenwoordig kleine natuurgebiedjes, die als een archipel in het voornamelijk agrarische landschap van het Oldambt liggen.

    De zoektocht van de werkgroep naar bestaande en voormalige kolken is begonnen met een kaart van de bodemkundige Ir. De Smet, die rond 1960 uitvoerig de bodemeigenschappen en bodemgesteldheid van het Oldambtgebied heeft beschreven en in kaart gebracht. Op een van zijn kaarten heeft hij met rode lijnen de tracés van de bestaande, voormalige en vermoedelijke dijken aangegeven, die gedurende eeuwen in dit gebied aanwezig zijn of waren. Met blauwe stippen heeft hij de plaatsen gemarkeerd van bestaande, voormalige en vermoedelijke kolken. In totaal heeft hij 90 locaties gemarkeerd en daarvan heeft de werkgroep er ruim 30 teruggevonden, die aanwezig of herkenbaar waren. In deze kolken hebben vrijwilligers van IVN, KNNV en Club Oldambster Groen geïnventariseerd wat de toestand per kolk is, welke organismen er zich bevinden en welke natuurwaarden aanwezig zijn. Naast deze natuurinventarisaties heeft het project ook de doelstelling de cultuurhistorische waarden per kolk te inventariseren. Ze onderzoeken de geschiedenis van elke kolk, verzamelen er verhalen over en proberen er achter te komen, wat er met en rondom elke kolk in de loop der eeuwen is gebeurd. Naast het veldwerk is ook veel tijd doorgebracht in meerdere archieven.

     25,00