Zwarte magie, demonen & andere redevoeringen
€ 24,90
Lucius Apuleius (tweede eeuw na Chr.) gold in zijn tijd als een belangrijk redenaar en filosoof. In Zwarte magie verdedigt hij zich tegen een aanklacht van toverkunst. Met een groot gevoel voor humor en voor retorica beschrijft Apuleius wat magie is en waarom hij er verre van blijft. Zijn redevoering is tegelijk een van de belangrijkste kennisbronnen over antieke magie en is nog altijd uiterst leesbaar.
Dat geldt ook voor een serie bijzondere passages uit redevoeringen die Apuleius in Carthago heeft gehouden, ongeveer tussen 160 en 170 na Chr. Verder bevat dit boek een fraaie redevoering over de vraag wat demonen precies zijn. Volgens Apuleius zijn ze vooral goede helpers van de mensen.
De Romeinse schrijver Lucius Apuleius van Madauros (ca. 125 – eind tweede eeuw) dankt zijn roem vooral aan de amusante en intrigerende roman De gouden ezel.
Gerelateerde boeken
-
Lege plekken
Van de grote Joodse gemeenschap die Groningen kende, keerde na de oorlog vrijwel niemand terug. De voormalige Joodse buurt in en rond de Folkingestraat was uitgestorven, de synagoge bood veel meer ruimte dan de kleine gemeenschap kon vullen en benadrukte zo de afwezigheid van velen. De titel ‘Lege plekken’ verwijst naar deze afwezigen, maar ook naar de leegte die zij achterlieten in bredere zin: in het straatbeeld en de herinnering.
In dit boek wordt de plaats van de Joodse gemeenschap in de niet-Joodse omgeving geanalyseerd; in het bijzonder de relatie tussen de gemeente Groningen en haar Joodse stadjers. Op welke wijze is er in en na de oorlog met Joods vastgoed omgesprongen en was daarbij sprake van rechtsherstel? Ook de rol die de Groningse politie had bij het arresteren en deporteren van Joden wordt belicht, evenals de criteria waarmee de naoorlogse zuivering binnen het politieapparaat plaatvond. En hoe verliep de terugkeer en opvang van Joodse repatrianten na de oorlog? Daarbij wordt nagegaan wie hen onderdak verleenden of hen voorzagen van de benodigde kleding en voeding. Het afsluitende hoofdstuk analyseert de ontwikkelingen in de naoorlogse herinneringscultuur. Aan de orde komen de monumenten en de verschillende wijzen waarop deze de ontstane leegte vertolken. Zo trachten verscheidene historici in dit boek de ontstane leegte te markeren en te duiden.
Stefan van der Poel is universitair docent bij de vakgroep Geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zijn belangstelling gaat vooral uit naar de Joodse en Midden-Europese geschiedenis. In 2004 promoveerde hij op Joodse stadjers. De joodse gemeenschap in de stad Groningen, 1796-1945.
-
15 eeuwen Nederlandse taal
Hoe ontstond het Nederlands uit het Indo-Europees? Hoe belangrijk was het contact met sprekers van andere talen, dialecten of groepstalen? Waarom leren we op school dat hij vindt met dt moet, maar ik vind met een d? 15 eeuwen Nederlandse taal beschrijft de evolutie van de Nederlandse taal. Ieder hoofdstuk begint met een korte beschrijving
van de taalcontacten in een bepaalde periode en de belangrijkste maatschappelijke veranderingen in die tijd. Daarna
lezen we hoe klanken, vormen, woordvormingen en zinsbouw hierdoor zijn beïnvloed. Eén ding is duidelijk: het Nederlands
heeft altijd opengestaan voor invloeden van buiten; migratie en taalcontact zijn drijvende factoren voor taalverandering.
Nicoline van der Sijs is senior-onderzoeker aan het Instituut voor de Nederlandse Taal en hoogleraar historische taalkunde aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Zij publiceerde onder meer het Van Dale Groot Leenwoordenboek, Taal als mensenwerk en Nederlandse woorden wereldwijd. Ze is oprichter van etymologiebank.nl en vaste medewerker van Onze Taal. -
Ferdban
De Oudfriese oorkonden in Ferdban weerspiegelen het dagelijkse leven van gewone mensen en van de allerrijksten en allermachtigsten in Friesland. Ze gaan ook over zaken als vete en vrijheidsstrijd, de veelzijdige activiteiten van kloosters, de groeiende invloed van steden en de bijzondere positie van Ameland. Ze laten bovendien de transformatie van Friesland zien in de jaren kort na 1500, toen de roemruchte, maar in crisis verkerende Friese vrijheid werd afgelost door een strakke, maar tegelijk vernieuwende vorstenheerschappij. Een veelzijdiger inkijk in de Friese maatschappij in het herfsttij van de middeleeuwen en het prille begin van de nieuwe tijd is nauwelijks voorstelbaar.
Oebele Vries is historicus en gezaghebbend kenner van het Oudfries. Hij was universitair docent aan de Rijksuniversiteit Groningen en is nu gastonderzoeker bij de Fryske Akademy. Van zijn hand verscheen eerder Asega, is het dingtijd?, waarin hoogtepunten uit de Oudfriese wetsteksten centraal staan.
-
Kijk verder dan vandaag en weet…
Deze bundel bevat gedichten en korte verhalen over oorlog, vervolging, dood, vrijheid. Deze thema’s komen veelvuldig terug in de literatuur in Drenthe. De meeste bijdragen zijn van schrijvers met ‘oorlogservaringen’ uit de tweede hand. Een enkeling weet uit eigen ondervinding verschrikkingen te beschrijven. Ieder laat zien dat we, of we willen of niet, het collectieve geheugen van oorlog, bevrijding en leven in vrijheid met ons meedragen.
‘Kijk verder dan vandaag en weet…’ is één van de vele stenen als het gaat om 75 jaar vrijheid. Deze meertalige bundel bouwt mee aan de herinnering en roept tegelijkertijd op om de toekomst met vertrouwen tegemoet te zien.
Meer dan twintig dichters en schrijvers uit Drenthe blikken naar het verleden om vooruit te kunnen kijken. Ze laten ervaringen en gevoelens zien over onderdrukking, bevrijding en vrijheid.
In deze bundel staan bijdragen van Aagje Blink, Jannie Boerema, Rob Boudestein, Annije Maria Brans, Delia Bremer, Cécile Evers, Gijsje Gramsma, Willem Haandrikman, Ben Hoogland, Mischa van Huijstee, Jelte van der Kooi, Marga Kool, Klaas Koops, Sacha Landkroon, Nicolette Leenstra, Gerard Nijenhuis, Gezienus Omvlee, Ton Peters, Ruth Post, Suze Sanders, Tonko Ufkes, Peter Veen, Jan Veenstra, John Vorenkamp, Atze van der Wijk en Ria Westerhuis.