Gedwongen reis
€ 25,00
In Gedwongen reis, mijn vader dominee S. Metiarij vertelt Mellie Metiarij over het leven van haar vader en wat het betekende om op te groeien als de dochter van dominee Metiarij.
In 1951 kwamen bijna 4000 – vooral Zuid-Molukse – KNIL-militairen met hun familie (in totaal ongeveer 12.500 personen) naar Nederland voor wat bedoeld was als een tijdelijk verblijf. Daartoe behoorde ook de tweede luitenant en legerpredikant Semuel Metiarij, die met zijn vrouw en vier kinderen op 7 maart 1951 vanuit de haven van Tandjung Priok vertrok en op 8 april aankwam in Rotterdam.
Door de grote woningnood in Nederland en omdat het om tijdelijke vestiging van een half jaar zou gaan, werden deze families ondergebracht in woonoorden zoals de voormalige concentratiekampen Vught en Westerbork. In dit laatste kamp, dat verderging als woonoord Schattenberg, was dominee Metiarij predikant. Dominee Metiarij werd landelijk bekend toen hij als bemiddelaar optrad bij de bezetting van de woning van de Indonesische ambassadeur in Wassenaar (1970) en bij de treinkapingen bij Wijster (1975) en De Punt (1977).
Als voorzitter van de Badan Persatuan (BP; de Molukse Eenheidspartij) onderhandelde Metiarij in de jaren 1980 met de Nederlandse overheid. Op 21 april 1986 resulteerde dat in de Gezamenlijke Verklaring van de Nederlandse regering en het Hoofdbestuur van de Badan Persatuan. De afspraken behelsden onder andere een uitkering voor de eerste generatie Molukkers in Nederland, hulp bij werkgelegenheid en huisvesting en de oprichting van een Moluks museum. De BP bleef lange tijd de gesprekspartner van de Nederlandse regering.
Mellie Metiarij heeft voor het boek vele gesprekken gevoerd met mensen die haar vader gekend hebben zodat een compleet beeld ontstaat van dominee Metiarij. Aangevuld met foto’s uit de privécollectie van de familie Metiarij zorgt dit voor een uniek portret van een bijzonder mens. Metiarij bouwde bruggen in roerige tijden en werd een boegbeeld van de Molukse gemeenschap.
Gerelateerde boeken
-
Spitten voor de vijand
Meer dan honderdduizend mannen werden vanaf september 1944 opgeroepen om te werken aan Duitse verdedigingswerken in Nederland. In de nog bezette provincies werden de arbeiders gedwongen tewerkgesteld aan de bouw van tankgrachten, loopgraven en schuttersputjes, vaak onder slechte omstandigheden. Voor de Duitsers was het belang groot om de geallieerden zo lang mogelijk tegen te houden. Er werd dan ook hard opgetreden tegen weigeraars.
Voor velen waren de principiële bezwaren te groot, zij besloten onder te duiken. Anderen hadden die mogelijkheid niet. Zij probeerden zich aan te passen aan de omstandigheden en saboteerden waar ze maar konden. Een groot deel van deze zogenoemde spitters zag kans om te vluchten of keerde niet terug van verlof. Zij waren daarna veroordeeld tot een leven als onderduiker. Zij die als onderduikers tijdens de vele razzia’s, of door verraad, werden gepakt, kwamen na een verblijf in een gevangenis in een strafkamp in Duitsland of Drenthe terecht.
Eén van die mannen was Eelke Dijkstra. Samen met dertig anderen werd hij in november 1944 vanuit het Huis van Bewaring in Leeuwarden overgebracht naar Yde, een klein Drents dorpje onder de rook van Groningen. Zijn oorlogsdagboek was voor zijn kleinzoon en auteur Erik Dijkstra aanleiding om onderzoek te doen naar het vergeten strafkamp in Yde. Wat volgde was een reis door de geschiedenis waarin bijzondere ontdekkingen werden gedaan en veel betrokkenen voor het eerst hun verhaal vertelden. Door intensief archiefonderzoek kwamen schokkende feiten boven water over vier gefusilleerde dwangarbeiders in november 1944. De vele brieven, dagboeken en getuigenissen vertellen samen het verhaal van strafkamp Yde en de tewerkstelling in Drenthe.
Erik Dijkstra is schrijver/journalist en doet al jaren onderzoek naar de tewerkstelling in Drenthe.
-
Geschiedenis van Drenthe
Drenthe treedt omstreeks 800 de geschiedenis binnen als in een officieel stuk de naam ‘Threant’ (Drenthe) wordt gebruikt. Gedurende de volgende 700 jaar is Drenthe het speelveld van onder andere de bisschop van Utrecht, de kasteelheer van Coevorden, horige boeren en een enkele handelaar.
Karel V van Habsburg maakt in 1536 Drenthe een onderdeel van de Lage Landen of de Nederlanden en als zodanig raakt het betrokken bij de Opstand tegen Spanje. In de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden die hieruit voortvloeit, telt Drenthe nauwelijks mee.
Pas rond 1800 wordt Drenthe een provincie. De vervening komt vol op gang en kanalen met allerlei vertakkingen doorsnijden het gewest. Verharde wegen, ‘ijzeren’ spoor- en tramwegen leggen Drenthe op een heel andere manier open. Ontginningen en bosaanplant toveren een ander landschap tevoorschijn.
Het gaat goed met Drenthe, maar de twintigste eeuw brengt grote veranderingen. Steenkool maakt turf overbodig, twee Wereldoorlogen en verschillende crises sturen de boel grondig in de war. Na 1945 krabbelt Drenthe weer op neemt onder andere het toerisme een hoge vlucht.Geschiedenis van Drenthe – Een nieuw perspectief geeft een overzicht van de meeste recente kennis en inzichten over de Drentse historie en is onmisbaar voor inwoners van Drenthe die meer willen weten over de geschiedenis van hun provincie. Daarnaast geeft het iedereen die geïnteresseerd is in de historie van Nederland een bijzonder beeld van de geschiedenis van de mooiste provincie van Nederland. Het boek is op een aantrekkelijke en toegankelijke manier geschreven en rijk geïllustreerd met foto- en kaartmateriaal.
Dr. Michiel Gerding studeerde geschiedenis in Utrecht en was meer dan 30 jaar provinciaal historicus van Drenthe. Hij is auteur van diverse boeken en werkte mee aan populaire boekenreeksen, tijdschriften en historische projecten in de provincie Drenthe. De eindredactie van het boek is verzorgd door dr. Jan van der Meer.
-
Opstand en ondergang van de veenarbeiders in Zuidoost-Drenthe
In 1921 stond Zuidoost-Drenthe letterlijk en figuurlijk in brand. De dramatische gebeurtenissen van dat jaar, de aanloop en de onderliggende oorzaken worden in Opstand en ondergang van de veenarbeiders in Zuidoost-Drenthe 1860-1921 op indringende wijze beschreven.
Turfwinning was decennialang de belangrijkste bedrijfstak in Zuidoost-Drenthe. Toen in 1921 de turfwinning in het gebied instortte ontstond een sociale ramp: werkloosheid, armoede en honger. De veenarbeiders kwamen hiertegen massaal in opstand.
Deze crisis kwam echter niet uit de lucht vallen. Al vijftig jaar eerder waren er tekenen dat de turfwinning zijn langste tijd gehad had, doordat turf steeds meer door steenkool werd vervangen. De teruglopende rentabiliteit werd op de veenarbeiders afgewenteld, onder meer door het verlagen van hun lonen. In dezelfde periode kreeg het socialisme voet aan de grond en werden er vakbonden opgericht. Deze ontwikkelingen zetten de arbeidsverhoudingen verder op scherp. Juist in deze periode raakten in andere gebieden de turfvoorraden uitgeput en verschoof de turfwinning naar Zuidoost-Drenthe. Gesteund door hun vakbonden kwamen de veenarbeiders in opstand. Maar ook binnen de vakbewegingen was rivaliteit. Anders dan in de rest van Nederland speelde in Zuidoost-Drenthe binnen de vakbewegingen vooral de botsing tussen de revolutionaire socialisten en sociaaldemocraten. Het overgeleverde beeld van arme, ongeschoolde en opstandige veenarbeiders is sterk bepaald door deze laatste fase van de vervening.
Dit boek beschrijft de sociale en economische aspecten van de veenwinning, de opkomst en rivaliteit binnen de vakbewegingen en de aanloop naar de massale arbeidersopstand van 1921 in Zuidoost-Drenthe.
-
Introduction to Dutch Low Saxon Language and Literature
In 2018, Dutch Low Saxon received national recognition as a full-fledged language in its own right.
In “Introduction to Dutch Low Saxon”, five experts offer a concise yet multifaceted description of Gronings, Drents, Stellingwerfs, Sallands, Twents, Achterhoeks, and Veluws.
The authors cover the sounds, word forms, syntactic characteristics, as well as large-scale dictionary projects. In addition, ample attention is paid to the position the language occupies in society, and to the command and usage of Dutch Low Saxon.
The development of knowledge about Dutch Low Saxon, encouragement to use it, and also preservation of the language are matters that mainly take place in the various regions. This book offers plenty of information on these aspects, and also on the institutes and organisations that deal with Dutch Low Saxon.
Dutch Low Saxon literature is clearly presented on the basis of periods and regions, and the list of sources invites the reader to further delve into the wonders of this centuries-old language.“Introduction to Dutch Low Saxon” is aimed at people with a general interest in regional languages. This book allows students of Dutch, German and Frisian to raise their knowledge to a higher level. This book may also serve to supplement the knowledge of Dutch Low Saxon of people who work at (regional) language institutes.