Ambitie en ondergang
€ 35,00
Brugge, Grote Markt, 22 maart 1488. Pieter Lanchals, topambtenaar van de Bourgondische vorst Maximiliaan van Oostenrijk, wordt onthoofd. Deze executie betekent een eindpunt in de strijd van de onderdanen tegen het machtsspel van de vorst en zijn onverzadigbare financiële honger. Pieter Lanchals klimt snel op de sociale ladder. Van loopjongen die het geld naar de troepen brengt tot de man die mee het financieel beleid bepaalt. Via zijn activiteiten komt Lanchals niet alleen in contact met vorsten, prelaten en hoge edellieden maar ook met de grote Italiaanse bankiershuizen en de milieus van kunstenaars en ambachtslieden. Het bij momenten brutale optreden van Pieter Lanchals toont de keerzijde van dit succesverhaal. Vooral de Vlaamse, Hollandse en Zeeuwse onderdanen betalen letterlijk een zeer hoge prijs voor de uitbouw van een ‘centrale’ staat.
Gerelateerde boeken
-
Zul oes Sunterklaos wel kommen
De eerste decennia van de twintigste eeuw bestonden er nog grote regionale en sociale verschillen in de viering van het Sinterklaasfeest. Pakjesavond was een stedelijk verschijnsel dat op het platteland nauwelijks voorkwam. In dorpen werd wel een schoen of klomp gezet met iets voor het paard, maar alleen in burgerlijke kringen was het pakjesavond en verscheen de Sint ook zelf. Scholen gebruikten Sinterklaas als steun bij de opvoeding en ontleenden er prestige aan.
Daarnaast bood de nieuwe viering een alternatief tegen de wilde vormen van sinterklaasvieren die nog op het platteland bestonden: het Klaasjagen, Zwarte Klazen of Sunterklaoslopen. Lawaai makende jongelui trokken potsierlijk verkleed, met onherkenbaar gemaakte zwarte gezichten en uitgerust met kettingen langs de huizen. Ze vroegen naar stoute kinderen, maakten kinderen bang, strooiden pepernoten en vroegen om geld of lekkers. Eind negentiende, begin twintigste eeuw groeide het verzet tegen dit wilde gedoe dat gezien wordt als een vorm van bedelarij. Daartegenover stelde men de nieuwe beschaafde Sinterklaas. Dit proces van verburgerlijking heeft de uniformering van het feest in Nederland tot gevolg gehad.
In dit boek wordt de Drentse Sinterklaastraditie van de afgelopen eeuwen beschreven. Aan het boek werken schrijvers mee die al dan niet in het Drents over Sinterklaas in Drenthe vertellen.
“Een feest als Sinterklaas dat door zovelen wordt gevierd kun je moeilijk beschermen, want het is een cultureel proces dat voortdurend in beweging is. Sinterklaas zal blijven veranderen.” Henk Nijkeuter
“Kalenderfeesten en tradities veranderen door de jaren heen. Als iets duidelijk wordt uit dit boek is het wel dat dat in hoge mate geldt voor het Sinterklaasfeest.” Abel Darwinkel
-
Houtstromen
In Houtstromen ontrafelt Paul Borghaerts de herkomst van hout waarmee boerderijen gebouwd werden in Noord-Nederland in de periode van 1550 tot 1950. Hij stelt vast dat de herkomst van het hout in de loop van de jaren verschoof. Zo werd er aanvankelijk hout uit West-Duitsland en Zuid-Noorwegen geïmporteerd, maar later uit de Baltische staten en zelfs Wit-Rusland.
Om tot dit inzicht te komen heeft de auteur verschillende onderzoeksgebieden gecombineerd. Zo bestudeerde hij duizenden archiefstukken, heeft hij van meer dan 200 boerderijen de draagconstructie ingemeten, en heeft hij dendrochronologische dateringen gedaan. Dit laatste maakte het mogelijk om elke onderzochte boerderij tot op het jaar nauwkeurig te dateren. Daarmee heeft hij de ontwikkeling van de greidschuur of greidboerderij, die in het brandpunt van de economische ontwikkeling van het rurale gebied in Nederland stonden, tot in detail zichtbaar gemaakt. De nieuwe kennis geeft inzicht in de internationale netwerken van de (hout)handel, en is ook van belang voor onderzoek naar oude gebouwen in Nederland en naar schepen van bijvoorbeeld de VOC.
-
Rottumeroorlog
Op een kleine stukje natuurgebied met een oppervlakte van 2.5 km2 verwachtte men eind jaren 30 van de vorige eeuw weinig dreiging van de op handen zijnde oorlog. Maar omdat Rottumeroog vlak bij het Duitse eiland Borkum ligt, was al in april 1939 de Nederlandse marine gestationeerd op het eiland en voegden in september 1939 een aantal mannen van de infanterie zich bij deze groep. Op 10 mei 1940 was dan toch zover: vanuit het eiland Borkum werd Rottumeroog met een aantal bewapende boten ingelijfd door de Duitse bezetters. Zonder geweld werd het eiland overgegeven en de 30 Nederlandse militairen zonder problemen krijgsgevangen gemaakt en via Borkum naar een kamp in Wilhelmshaven, en later Lückenwalde overgebracht.
Er werd door de Duitsers een zware luchtafweerbatterij gebouwd, ondersteund door zoeklichten en een luisterapparaat. Voor de ongeveer 100 Duitse soldaten werden barakken gebouwd op het eiland. De verveling was dodelijk en de barakken werden bedreigd door overstromingen. Na enkele maanden verhuisde men het geheel naar Schiermonnikoog en werden er verder naar het oosten toe andere stellingen gebouwd. Door de continue afkalving van het eiland moesten keer op keer de stellingen steeds verder naar het oosten verhuisd worden. Bovendien spoelden op het eiland regelmatig oorlogsslachtoffers aan en kwamen er veel vliegtuigen in de omgeving terecht.
Waarom werd er door de Duitsers zoveel moeite gedaan om de verdediging op Rottumeroog in stand te houden en hoe zag die verdediging er precies uit? Hoe was het dagelijkse leven van de soldaten en hoe werd er omgegaan met de aangespoelde lijken en welke vliegtuigen crashten er? Hoe verging het met de eilandvoogd Toxopeus en zijn familie? Door intensief onderzoek en gebruik te maken van uniek bronnenmateriaal wist auteur Ties Groenewold de geheimen van Rottumeroog te ontrafelen.
Het rijk geïllustreerde boek belicht de geschiedenis van Rottumeroog van zowel de Nederlandse als Duitse zijde, zowel militair als civiel. Het boek is voorzien van uniek beeldmateriaal o.a. afkomstig uit persoonlijke fotoalbums van de Duitse soldaten en is daarnaast voorzien van uniek kaartmateriaal. Het verhaal wordt geschreven vanuit betrouwbare bronnen, zoals Duitse oorlogsrapporten en het journaal van de toenmalige eilandvoogd Jan Toxopeus en is interessant voor een breed publiek.
Ties Groenewold (1992) uit Middelstum, thans woonachtig in Delfzijl, is werkzaam als hovenier. De uren buiten werktijd worden besteed aan de Tweede Wereldoorlog. Ties is eigenaar van het Oorlogsmuseum Middelstum waar hij allerhande zaken uit de oorlog tentoonstelt, vooral gericht op Noord-Nederland en Ostfriesland. Verder verricht hij onderzoek naar de oorlog in de provincie Groningen en de Eems-Dollard regio en publiceert hierover in tijdschriften van verschillende verenigingen. In 2019 verscheen zijn eerste boek Flugwache Warffum.