Ambitie en ondergang
€ 35,00
Brugge, Grote Markt, 22 maart 1488. Pieter Lanchals, topambtenaar van de Bourgondische vorst Maximiliaan van Oostenrijk, wordt onthoofd. Deze executie betekent een eindpunt in de strijd van de onderdanen tegen het machtsspel van de vorst en zijn onverzadigbare financiële honger. Pieter Lanchals klimt snel op de sociale ladder. Van loopjongen die het geld naar de troepen brengt tot de man die mee het financieel beleid bepaalt. Via zijn activiteiten komt Lanchals niet alleen in contact met vorsten, prelaten en hoge edellieden maar ook met de grote Italiaanse bankiershuizen en de milieus van kunstenaars en ambachtslieden. Het bij momenten brutale optreden van Pieter Lanchals toont de keerzijde van dit succesverhaal. Vooral de Vlaamse, Hollandse en Zeeuwse onderdanen betalen letterlijk een zeer hoge prijs voor de uitbouw van een ‘centrale’ staat.
Gerelateerde boeken
-
15 eeuwen Nederlandse taal
Hoe ontstond het Nederlands uit het Indo-Europees? Hoe belangrijk was het contact met sprekers van andere talen, dialecten of groepstalen? Waarom leren we op school dat hij vindt met dt moet, maar ik vind met een d? 15 eeuwen Nederlandse taal beschrijft de evolutie van de Nederlandse taal. Ieder hoofdstuk begint met een korte beschrijving
van de taalcontacten in een bepaalde periode en de belangrijkste maatschappelijke veranderingen in die tijd. Daarna
lezen we hoe klanken, vormen, woordvormingen en zinsbouw hierdoor zijn beïnvloed. Eén ding is duidelijk: het Nederlands
heeft altijd opengestaan voor invloeden van buiten; migratie en taalcontact zijn drijvende factoren voor taalverandering.
Nicoline van der Sijs is senior-onderzoeker aan het Instituut voor de Nederlandse Taal en hoogleraar historische taalkunde aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Zij publiceerde onder meer het Van Dale Groot Leenwoordenboek, Taal als mensenwerk en Nederlandse woorden wereldwijd. Ze is oprichter van etymologiebank.nl en vaste medewerker van Onze Taal. -
Tussen Aduard en Auschwitz
De kampervaringen en de doorwerking daarvan in het leven van Elie Aron Cohen (1909-1993) staan in deze biografie centraal. De oorlog vormde voor hem niet alleen een breuk tussen twee werelden – gesymboliseerd door Aduard en Auschwitz – maar ook tussen Joden en niet-Joden. En zelfs binnen de naoorlogse Joodse gemeenschap trok Elie scheidslijnen. Scheidslijnen die een duidelijke hiërarchie in leed aangaven, maar waarmee hij ook zijn eigen naoorlogse exclusiviteit als kampoverlevende strikt afbakende.
Elie was naast kampoverlevende tevens arts en schrijver, aspecten die in zijn leven nauw met elkaar verbonden bleven. Het arts-zijn was, zoals hij het zelf cynisch omschreef, ‘het beroep voor de kampen’ en hielp hem te overleven. In zijn publicaties keerde Elie steeds opnieuw terug naar het kamp om zo te getuigen van wat er in de kampen gebeurd was en zijn eigen handelen als ‘prominent’ kritisch te bezien.
Deze biografie is grotendeels gebaseerd op uniek bronnenmateriaal; met name Elie’s naoorlogse correspondentie vormt de ruggengraat van deze biografie. De vele persoonlijke brieven werpen een helder licht op zijn leven en persoonlijkheid.
-
-