Appelscha
€ 25,00
Appelscha door de eeuwen heen
Appelscha. Een plaats met een lang en rijk verleden. Hoewel we de naam Appelscha voor het eerst halverwege de dertiende eeuw tegenkomen, was het gebied al lange tijd daarvoor, ver voor het begin van onze jaartelling, bewoond. Eeuwenlang vormden akkerbouw en veeteelt de belangrijkste bronnen van bestaan en bestond het dorp uit boeren en landarbeiders. Dit veranderde met de grootschalige afgraving van het noordoostelijk van de plaats gelegen hoogveengebied. Veenbazen en veenarbeiders van buiten vestigden zich aan de rand van het hoogveen. Naast het oorspronkelijke boerendorp vormde zich een veenkolonie. Tegelijkertijd verplaatste het centrum zich van het ‘oude’ naar het ‘nieuwe’ Appelscha.
Het hoogveen verdween en de betekenis van de landbouw nam in de loop van de tijd af. Nieuwe middelen van bestaan werden gevonden in het toerisme, de industrie en dienstverlening.
Deze sociaaleconomische ontwikkelingen worden in het boek beschreven. Daarnaast is er aandacht voor demografische en landschappelijke veranderingen, voor verenigingen (toneel, zang, muziek en sport), de gezondheidszorg, het kerkelijk leven, het lager onderwijs, de wegverbindingen, vaart en tramlijn.
Rinze Lenstra (Appelscha 1945) studeerde economische en sociale geschiedenis. Hij werkte in het middelbaar beroepsonderwijs. Was medeauteur van Geschiedenis van Emmen en Zuidoost-Drenthe (1989) en schreef onder meer Anarchisme en syndicalisme in Spanje (2007).
Gerelateerde boeken
-
Nieuwe Drentse Volksalmanak 2023
De Nieuwe Drents(ch)e Volksalmanak, opvolger van de Drentsche Volksalmanak (1837-1851), verschijnt sinds 1883. In de loop van de jaren is de almanak uitgegroeid tot historisch en archeologisch jaarboek van Drenthe. Het is hét podium voor zowel professionele onderzoekers als amateurhistorici en -archeologen die de resultaten van hun onderzoek op wetenschappelijk verantwoorde wijze aan een breed publiek willen presenteren.
In de Nieuwe Drentse Volksalmanak 2023 staan de volgende bijdragen:
Geschiedenis in Drenthe
Onder redactie van Mark Goslinga, Fred Sieders, Gerben de Vries, Ellen de Vries-Heijboer, Joke Wolff en Jan van ZijverdenFeminisme in Drenthe in de jaren ‘70 en ‘80
Maarten C. Hoff en Henriette Meppelink
Familie Hiddingh
Sybrand van Haersma Buma
Promotie van de Maatschappij van Weldadigheid
Alfred Geerts
Fotografie meets Van Gogh
Mark Goslinga
Islamitische Molukkers in Kamp Schattenberg
Ghani van den BergArcheologie in Drenthe
Onder redactie van Floor Huisman, Mans Schepers, Jelke Take, Vincent van Vilsteren en
Karen de VriesPotkleibossen in Noord- en Oost-Drenthe ─ ondergrond, cultuurgeschiedenis en ecologie
Theo Spek, Nanda Berben en Mike Jaroch
Artefacten van Lanaye-vuursteen ofwel vuursteen van het type Rijckholt uit Drenthe
Jaap R. Beuker, Erik Drenth en Hans de Kruyk
Rituelen bij het Zwegler Veen ─ Drie vuurstenen bijlen en hun relatie met andere sporen van de Trechterbekercultuur bij Hooghalen
Jaap R. Beuker
Karolingische muntschatten in Drenthe I ─ ‘Assen vóór 1818’, ‘Ter Apel 1822’ en ‘Balloo 1855’
Wijnand A.B. van der Sanden
Een hefboom des belangs ─ Geschiedenis van de Oudheidkamer ‘De Hondsrug’ te Emmen
Hans van Westing
Hendrikus van der Laan, dienstweigeraar, strijder voor een betere tewerkstelling van gewetensbezwaarden en opgraver van twee steentijdvindplaatsen
Dion L. Stoop en Wietske PrummelWie geïnteresseerd is in het lange en rijkgeschakeerde verleden van Drenthe – van vuistbijl tot veenkolonie – mag de Nieuwe Drentse Volksalmanak niet missen.
-
Helmen vol verhalen
Helmen Vol Verhalen is een landelijk project waarin veteranen worden gekoppeld aan kunstenaars, die het persoonlijke missieverhaal van de veteraan vertalen in een kunstwerk waarin de ‘helm’ als metafoor voor het militaire beroep is verwerkt. In het boek Helmen Vol Verhalen worden de verhalen van de veteranen opgenomen en ook het verhaal van de kunstenaar achter het werk. Het vertelt waarom en hoe het kunstwerk tot stand is gekomen. Op de voorgrond staat het verhaal van de veteraan, over ‘op missie gaan’. Veel Nederlanders kunnen zich daar niets bij voorstellen. Deze verhalen geven een indrukwekkend inzicht in de werkelijkheid en de impact dat het heeft op de veteranen en hun thuisfront.
Als oud-matroos en veteraan leidt Amy van Son het project Helmen vol verhalen. ‘In vroegere tijden rukte het hele dorp uit om haar krijgers binnen te halen na een veldslag. Dat kun je je nu niet meer voorstellen. Zeker niet als het ‘jonge’ veteranen betreft. Om weer meer begrip en erkenning voor veteranen te krijgen, moeten burgers weten wat het betekent om naar een oorlog gestuurd te worden. Maar veel veteranen vinden het moeilijk hun ervaringen onder woorden te brengen. Daarom laten we veteranen hun verhaal vertellen aan een kunstenaar. Die vertaalt dat naar een kunstwerk. Het proces, het eindresultaat en de band die daaruit ontstaan, zijn helend.’
Ook voor Amy zelf. ‘De onthulling van elk kunstwerk – tweeëntwintig tot nu toe – emotioneert me telkens weer. Want door iets te betekenen voor anderen, erken ik ook mezelf.’Amy van Son brengt met Helmen vol verhalen een eerbetoon aan degenen die hun leven gewijd hebben aan de bescherming van vrijheid en vrede. Dit boek is een diepgaande en aangrijpende ervaring die je kijk op oorlog, moed en menselijkheid zal veranderen.
-
Rijk, maar niet in geld
Rijk, maar niet in geld vertelt het verhaal van twee opeenvolgende Friese uitgevers, Kamminga en Laverman, tegen de achtergrond van de intellectualisering van het Fries tussen 1920 en 1970. Deze periode is achteraf beschouwd de ‘Gouden halve eeuw’ van de Friese cultuur: in die halve eeuw settelde het Fries, dat begin 1900 nog een volkstaal was, zich stevig als cultuurtaal, en dat ging gepaard met (en hing ook samen met) een opbloei van de Friestalige cultuur.
De taal is in die periode zowel geïnstitutionaliseerd als geïntellectualiseerd en met name aan die intellectualisering hebben de uitgevers van nature een belangrijke bijdrage geleverd. In die halve eeuw verschenen zo’n 3500 Friese titels op een breed gebied, waaronder kinderboeken, prentenboekjes, literatuur, biografieën, studies over ruimtevaart, sportboeken, handboeken op allerlei gebied, reisgidsen en kookboeken.
Het boek gaat dieper in op de manier waarop uitgevers functioneren in een bepaalde ontwikkelingsfase van een minderheidstaal. En niet alleen dat, maar ook hoe ze functioneerden te midden van andere instituties, zoals emancipatiebewegingen, (semi-)overheidsorganen en culturele en wetenschappelijke instellingen. Waar uitgevers in grotere taalgebieden vooral te maken hebben met de markt en in mindere mate met die institutionele achtergrond, is die verhouding in een kleinschalige omgeving geheel anders.
Tegelijk biedt dit boek ook een kijkje in de uitgeverskeuken. Dat gebeurt aan de hand van de opeenvolgende uitgevers Kamminga (ruwweg voor 1945) en Laverman (ruwweg ná 1945). Daarbij staat Kamminga model voor de aanvankelijk vernieuwingsdrang en latere politisering van het interbellum en Laverman voor de consolidatie van de naoorlogse periode. Ook de andere Friese uitgevers komen overigens uitgebreid aan bod.
Louw Dijkstra (1958) studeerde theologie, maar koos na zijn afstuderen voor een loopbaan in het boekenvak. Na een aantal jaren als vertaler voor verschillende Nederlandse uitgevers te hebben gewerkt, richtte hij in 1994 samen met een compagnon een eigen Friese uitgeverij op. Op dit moment is hij uitgever van Wijdemeer.
-
Boeren op de buitenplaats
De relatie tussen landbouw en buitenleven in het Amstellands Arcadië (1640-1840)€ 49,90Boeren op de buitenplaats
In de zeventiende en achttiende eeuw waren pachtboerderijen een vast onderdeel van de vele buitenplaatsen rond Amsterdam. Waarom was dat en welke rol speelden die boerderijen en de pachtboeren die er woonden in het buitenleven van de Amsterdamse elite? In Boeren op de buitenplaats wordt deze onbekende agrarische geschiedenis van de Hollandse buitenplaats voor het eerst tot in detail gereconstrueerd en verklaard.
Voor dit boek onderzocht Gerrit van Oosterom ruim honderdzestig buitenplaatsen uit het Amstelland, hun eigenaren, pachtboeren en landbezit. Naast de economische aspecten besteedt hij veel aandacht aan de manier waarop die boerderijen ruimtelijk werden ingepast op de buitenplaats. In zijn veel omvattende onderzoek beschrijft hij ook de sociale verhouding tussen boeren en pachtheren, de rol van vee binnen de buitenplaatscultuur en de ideologie achter deze unieke combinatie van nut en genoegen.
Gerrit van Oosterom is landschapsarchitect en landschapshistoricus. Hij is gefascineerd door fenomenen die zich in de marge van de buitenplaatscultuur manifesteren en onderzoekt buitenplaatslandschappen op regionale schaal.