Bedekt
€ 34,90
Bedekt. Een antropologische geschiedenis van de cache-sexe tracht de vraag te beantwoorden waarom mensen door de geschiedenis heen hun geslachtsdelen hebben bedekt en waarom ze een of andere vorm van bedekking (cache-sexe) dragen.
Is een cache-sexe slechts een bescherming of is het tevens een manier om de aandacht te trekken? Wordt zo’n bedekking wellicht ook gedragen als een subtiel verleidingsmiddel? Waarom is het dragen van een cache-sexe in de ene samenleving een uitdrukking van schaamte en in een andere context niet?
Op zijn zoektocht naar een antwoord op deze vragen richt de auteur zijn blik op de vrouwelijke en mannelijke geslachtorganen. Hij beschrijft hoe dit deel van het menselijk lichaam door de tijd heen en in verschillende culturen is waargenomen en geapprecieerd. Allerlei vormen van cache-sexe bij de vrouw en de man worden besproken aan de hand van unieke en soms niet eerder gepubliceerde documentatie. Het boek besteedt verder ook aandacht aan de bedekking van de ’achterkant’.
Philip Van Kerrebroeck is emeritus-hoogleraar Urologie (Universiteit Maastricht). Hij werd geboren in Leuven (België) en volgde de opleiding chirurgie en urologie in Brussel, Utrecht, Nijmegen en San Francisco. In de loop der jaren is hij geïnteresseerd geraakt in de geschiedenis van de urologie en de culturele antropologie. Momenteel is hij voorzitter van het History Office van de European Association of Urology (EAU) en bestuurslid van het Museum Lambotte te Antwerpen.
Gerelateerde boeken
-
De Wonsstelling
Met veel te weinig manschappen, militair materieel en slechts met geïmproviseerde versterkingen verdedigde het Nederlandse leger in mei 1940 de Friese Wonsstelling tegen de Duitse aanval. Dit met unieke foto’s en kaarten geïllustreerde boek geeft een uitputtend verslag van de voorbereidingen en de gevechtshandelingen, gebaseerd op nooit eerder gepubliceerde verslagen en persoonlijke aantekeningen van militairen en burgers. De strijd, die aan Nederlandse zijde 18 doden kostte, werd altijd terloops beschreven als voorspel van de aanval op Kornwerderzand. Voor het eerst krijgen de militairen die in de Wonsstelling hebben gediend een waardig eerbetoon in dit naslagwerk.
Adjudant b.d. Jacob Topper (75) is plaatsvervangend conservator van het Kazemattenmuseum Kornwerderzand en werkt al ruim dertig jaar als vrijwilliger voor dit museum.
-
Rijk, maar niet in geld
Rijk, maar niet in geld vertelt het verhaal van twee opeenvolgende Friese uitgevers, Kamminga en Laverman, tegen de achtergrond van de intellectualisering van het Fries tussen 1920 en 1970. Deze periode is achteraf beschouwd de ‘Gouden halve eeuw’ van de Friese cultuur: in die halve eeuw settelde het Fries, dat begin 1900 nog een volkstaal was, zich stevig als cultuurtaal, en dat ging gepaard met (en hing ook samen met) een opbloei van de Friestalige cultuur.
De taal is in die periode zowel geïnstitutionaliseerd als geïntellectualiseerd en met name aan die intellectualisering hebben de uitgevers van nature een belangrijke bijdrage geleverd. In die halve eeuw verschenen zo’n 3500 Friese titels op een breed gebied, waaronder kinderboeken, prentenboekjes, literatuur, biografieën, studies over ruimtevaart, sportboeken, handboeken op allerlei gebied, reisgidsen en kookboeken.
Het boek gaat dieper in op de manier waarop uitgevers functioneren in een bepaalde ontwikkelingsfase van een minderheidstaal. En niet alleen dat, maar ook hoe ze functioneerden te midden van andere instituties, zoals emancipatiebewegingen, (semi-)overheidsorganen en culturele en wetenschappelijke instellingen. Waar uitgevers in grotere taalgebieden vooral te maken hebben met de markt en in mindere mate met die institutionele achtergrond, is die verhouding in een kleinschalige omgeving geheel anders.
Tegelijk biedt dit boek ook een kijkje in de uitgeverskeuken. Dat gebeurt aan de hand van de opeenvolgende uitgevers Kamminga (ruwweg voor 1945) en Laverman (ruwweg ná 1945). Daarbij staat Kamminga model voor de aanvankelijk vernieuwingsdrang en latere politisering van het interbellum en Laverman voor de consolidatie van de naoorlogse periode. Ook de andere Friese uitgevers komen overigens uitgebreid aan bod.
Louw Dijkstra (1958) studeerde theologie, maar koos na zijn afstuderen voor een loopbaan in het boekenvak. Na een aantal jaren als vertaler voor verschillende Nederlandse uitgevers te hebben gewerkt, richtte hij in 1994 samen met een compagnon een eigen Friese uitgeverij op. Op dit moment is hij uitgever van Wijdemeer.
-
Helden in harnas
Elisabeth de Bruijn, Marie-Charlotte Le Bailly, Steven Van Impe (red.)
Ridders roepen bij jong en oud beelden op van heldhaftige avonturen, zwaardgevechten, magiërs, draken en hoofse liefde. Niet alle ridderverhalen zijn bewaard gebleven. Terwijl Karel ende Elegast terechtkwam in de literaire canon, verdwenen de verhalen over de vrouw met de vissenstaart Melusine, Helias de Zwaanridder of ridder Parijs en de mooie Vienna. De auteurs gaan op zoek naar die fascinatie voor de helden in harnas. De opkomst van de boekdrukkunst in de vijftiende en zestiende eeuw veranderde veel. Middeleeuwse verhalen werden gecommercialiseerd, aangepast en internationaal verspreid. De gebruikte verteltechnieken doen denken aan de verhaallijnen van soapseries en droegen bij aan het succes van ridderverhalen.
-
Martha’s labyrint
Een filmscenario waard!
‘Verschooris is een ongelooflijke speurneus die écht baanbrekend werk doet’ – Stefan Hertmans in Humo
Na de Anschluss van maart 1938 vlucht de Weens-joodse biologe Martha Geiringer, lid van de illegale Revolutionäre Sozialisten, naar België. In Gent maakt ze kennis met de arts Yvonne Fontaine, lid van de YWCA (Young Women Christian Association). De steun en opvang die Yvonne aan Martha biedt is uniek. Yvonne, talentvol en hoogopgeleid, en de vrijgevochten Martha, emancipatorisch en op zijn minst biseksueel. Een uitzonderlijk treffen, eigenzinnig en gepassioneerd.
Naar Londen, waar haar familie huist, wil Martha niet. De oorlog drijft haar naar de Filipijnen – een totale misrekening – maar het eindeloze verlangen naar onvoorwaardelijke steun brengt haar, na goede en minder goede tijden, snel bij de stormbestendige Yvonne terug. Aan de magie van het verbond komt echter een einde. Door verraad wordt Martha, nauwelijks dertig, naar Auschwitz gedeporteerd. Yvonne blijft achter, een bijzondere vrouw, een monument van dienstbaarheid.
Verzet, collaboratie, openlijk en verborgen antisemitisme, solidariteit en verklikking, vluchten en migreren, kolonisatie, pandemie en gender komen samen in deze vrouwengeschiedenis, te lezen als sensitieve non-fictie.
Marc Verschooris is geassocieerd onderzoeker bij het CEGESOMA.