Bernard Mandeville
€ 29,90
Bernard Mandeville (1670-1733) is vooral bekend van zijn Fabel van de bijen. In dit vlot geschreven boek rekent hij af met het verzengende moralisme van zijn tijd en legt hij de basis voor een nieuwe economische theorie. Niet de deugd maar de ondeugd, het eigenbelang, zet mensen aan tot actie, schrijft hij.
In deze eerste grote biografie leren we Mandeville kennen als een veelzijdig en scherp denker met een gouden pen. Openhartig vertelt hij over zaken als seksualiteit en psychische ziekten. Ook zijn pleidooi voor vrouwenemancipatie is vernieuwend. Denkers als David Hume, Adam Smith en Charles Darwin schreven dat ze schatplichtig waren aan deze grote Rotterdammer.
Dr. Renatus Willemsen studeerde economische geschiedenis, bedrijfskunde en filantropie. Hij was directeur/eigenaar van IBS Vermogensbeheer.
Gerelateerde boeken
-
Werelderfgoedgids Veenhuizen
Werelderfgoed Koloniën van Weldadigheid à Koloniën van Weldadigheid€ 17,90Werelderfgoedgids Veenhuizen
€ 17,90Zin om te wandelen of fietsen in het UNESCO Werelderfgoed Koloniën van Weldadigheid in Nederland? Deze gids is je wegwijzer mét achtergrondinformatie. De gids is geschikt voor wie zich van tevoren wil oriënteren, maar ook voor wie tijdens een verblijf in de Koloniën van Weldadigheid een leidraad zoekt en meer wil weten over de achtergrond van het gebied. De wandeling voert door het Werelderfgoed, de fietsroute beslaat een iets ruimer gebied.
De Koloniën van Weldadigheid zijn sinds 27 juli 2021 ingeschreven als UNESCO Werelderfgoed. Zo erkent UNESCO de cultuurlandschappen van Frederiksoord-Wilhelminaoord en Veenhuizen in Nederland, en Wortel-Kolonie in Vlaanderen, als van uitzonderlijke en universele betekenis voor de hele mensheid.
-
-
Zul oes Sunterklaos wel kommen
€ 20,00De eerste decennia van de twintigste eeuw bestonden er nog grote regionale en sociale verschillen in de viering van het Sinterklaasfeest. Pakjesavond was een stedelijk verschijnsel dat op het platteland nauwelijks voorkwam. In dorpen werd wel een schoen of klomp gezet met iets voor het paard, maar alleen in burgerlijke kringen was het pakjesavond en verscheen de Sint ook zelf. Scholen gebruikten Sinterklaas als steun bij de opvoeding en ontleenden er prestige aan.
Daarnaast bood de nieuwe viering een alternatief tegen de wilde vormen van sinterklaasvieren die nog op het platteland bestonden: het Klaasjagen, Zwarte Klazen of Sunterklaoslopen. Lawaai makende jongelui trokken potsierlijk verkleed, met onherkenbaar gemaakte zwarte gezichten en uitgerust met kettingen langs de huizen. Ze vroegen naar stoute kinderen, maakten kinderen bang, strooiden pepernoten en vroegen om geld of lekkers. Eind negentiende, begin twintigste eeuw groeide het verzet tegen dit wilde gedoe dat gezien wordt als een vorm van bedelarij. Daartegenover stelde men de nieuwe beschaafde Sinterklaas. Dit proces van verburgerlijking heeft de uniformering van het feest in Nederland tot gevolg gehad.
In dit boek wordt de Drentse Sinterklaastraditie van de afgelopen eeuwen beschreven. Aan het boek werken schrijvers mee die al dan niet in het Drents over Sinterklaas in Drenthe vertellen.
“Een feest als Sinterklaas dat door zovelen wordt gevierd kun je moeilijk beschermen, want het is een cultureel proces dat voortdurend in beweging is. Sinterklaas zal blijven veranderen.” Henk Nijkeuter
“Kalenderfeesten en tradities veranderen door de jaren heen. Als iets duidelijk wordt uit dit boek is het wel dat dat in hoge mate geldt voor het Sinterklaasfeest.” Abel Darwinkel
-
Rijk, maar niet in geld
€ 49,95Rijk, maar niet in geld vertelt het verhaal van twee opeenvolgende Friese uitgevers, Kamminga en Laverman, tegen de achtergrond van de intellectualisering van het Fries tussen 1920 en 1970. Deze periode is achteraf beschouwd de ‘Gouden halve eeuw’ van de Friese cultuur: in die halve eeuw settelde het Fries, dat begin 1900 nog een volkstaal was, zich stevig als cultuurtaal, en dat ging gepaard met (en hing ook samen met) een opbloei van de Friestalige cultuur.
De taal is in die periode zowel geïnstitutionaliseerd als geïntellectualiseerd en met name aan die intellectualisering hebben de uitgevers van nature een belangrijke bijdrage geleverd. In die halve eeuw verschenen zo’n 3500 Friese titels op een breed gebied, waaronder kinderboeken, prentenboekjes, literatuur, biografieën, studies over ruimtevaart, sportboeken, handboeken op allerlei gebied, reisgidsen en kookboeken.
Het boek gaat dieper in op de manier waarop uitgevers functioneren in een bepaalde ontwikkelingsfase van een minderheidstaal. En niet alleen dat, maar ook hoe ze functioneerden te midden van andere instituties, zoals emancipatiebewegingen, (semi-)overheidsorganen en culturele en wetenschappelijke instellingen. Waar uitgevers in grotere taalgebieden vooral te maken hebben met de markt en in mindere mate met die institutionele achtergrond, is die verhouding in een kleinschalige omgeving geheel anders.
Tegelijk biedt dit boek ook een kijkje in de uitgeverskeuken. Dat gebeurt aan de hand van de opeenvolgende uitgevers Kamminga (ruwweg voor 1945) en Laverman (ruwweg ná 1945). Daarbij staat Kamminga model voor de aanvankelijk vernieuwingsdrang en latere politisering van het interbellum en Laverman voor de consolidatie van de naoorlogse periode. Ook de andere Friese uitgevers komen overigens uitgebreid aan bod.
Louw Dijkstra (1958) studeerde theologie, maar koos na zijn afstuderen voor een loopbaan in het boekenvak. Na een aantal jaren als vertaler voor verschillende Nederlandse uitgevers te hebben gewerkt, richtte hij in 1994 samen met een compagnon een eigen Friese uitgeverij op. Op dit moment is hij uitgever van Wijdemeer.





