Bezield onderwijs
€ 19,90
In het onderwijs worden leerlingen en studenten toegerust om als burgers volwaardig hun plek in de samenleving in te nemen. Goed burgerschap is niet alleen een kwestie van wetskennis en fatsoen. Het gaat ook om jouw mens- en wereldbeeld. Om levensbeschouwing dus. Levensbeschouwing en burgerschap zijn onlosmakelijk verbonden.
Pedagogen Gerdien Bertram-Troost en Siebren Miedema bespreken wat dit voor het onderwijs betekent. Dit doen zij aan de hand van thema’s als diversiteit en inclusiviteit, de plek van religie in onderwijs en de reikwijdte van de onderwijsvrijheid. Ook komt weerbaarheid en de zorg voor de ziel van leerlingen, studenten en leerkrachten ter sprake. Want zonder bezieling gaat het niet in onderwijs.
Gerdien Bertram-Troost (1979) studeerde Onderwijs- en Ontwikkelingspsychologie aan de Rijksuniversiteit Leiden. Na deze studie volgde een promotieonderzoek aan de Vrije Universiteit Amsterdam naar levensbeschouwelijke identiteitsontwikkeling van jongeren en de rol van voortgezet onderwijs. Vervolgens was zij als post-doc onderzoeker betrokken bij een grootschalig Europees project naar religie in onderwijs. Momenteel is zij als hoogleraar Onderwijs in levensbeschouwelijk en pedagogisch perspectief verbonden aan de Faculteit Religie en Theologie van de Vrije Universiteit Amsterdam. Vanuit die functie doceert zij ook aan de Faculteit Gedrags- en Bewegingswetenschappen en is betrokken bij de educatieve master Docent godsdienst/levensbeschouwing.
Siebren Miedema (1949) studeerde Wijsgerige en Historische Pedagogiek, Wetenschapsfilosofie, Godsdienstfilosofie en Wijsgerige Ethiek aan de Rijksuniversiteit Groningen en promoveerde aan de Rijksuniversiteit Leiden. Hij was werkzaam in het voortgezet onderwijs, het hoger beroepsonderwijs, en aan een drietal Nederlandse universiteiten. Momenteel is hij als emeritus hoogleraar Algemene Pedagogiek verbonden aan de Faculteit Gedrags- en Bewegingswetenschappen, en als emeritus hoogleraar Godsdienstpedagogiek aan de Faculteit Religie en Theologie van de Vrije Universiteit Amsterdam.
Gerelateerde boeken
-
Heliand
De Heliand verscheen in 1830 voor het eerst in druk. Daarna volgden vele uitgebreide wetenschappe-lijke studies van dit werk. Ook werd het bijvoorbeeld vertaald in het Duits, Engels, Frans en Deens, en recentelijk in het Nederlands (2006). In 2012 volgden vertalingen in het Achterhoeks, Gronings, Twents en Münsterlands. Tegelijk met deze nieuwste uitgave zijn vertalingen in het Sallands en Stel-lingwerfs verschenen.
De Oudsaksische Heliand wordt internationaal gezien als een hoogstaand literair kunstwerk. Het da-teert uit de eerste helft van de negende eeuw. Deze jongste editie voor de Nederlandse markt brengt de originele Oudsaksische tekst en voorziet in een Nederlandstalige toelichting, met een verklarende woordenlijst. Deze uitgave kan van grote waarde zijn voor onderzoekers en studenten Nedersak-sisch/Nederduits, Nederlands, Hoogduits, Engels, Fries en voor andere geïnteresseerden in Germaan-se talen en culturen.
Deze editie werd verzorgd door de filoloog en historicus dr. Tim Sodmann, oud-directeur van het
Landeskundliches Institut Westmünsterland in Vreden (Westmünsterland).De Heliand is een epos in stafrijm en vertelt in 71 hoofdstukken over het leven van Jezus Christus, vanaf zijn geboorte tot en met zijn hemelvaart. De dichter heeft van de vier evangeliën een lopend verhaal gemaakt. Hij
heeft zijn eigen accenten in het verhaal gelegd door aanpassingen te maken en aanvullingen te geven. Die ingrepen waren ingegeven door zijn streven om de boodschap van Jezus aanschouwelijk te maken voor de Saksische bevolking, ten tijde van de christianisering.De Heliand volgt weliswaar de evangeliën, maar de gebeurtenissen spelen zich af in de cultuur van de Saksen rond 800. Daarin was het paard een edel dier. De engelen verkondigen de geboorte van Jezus dan ook niet aan schaapherders, maar aan mannen die op de paarden passen. Ook wordt Jezus voor-gesteld als een leenheer, die rondtrekt met zijn vazallen (de leerlingen). Veel nadruk ligt dan ook op de grote trouw die de vazal aan zijn leenheer moet
betonen.Meer wezenlijk is evenwel de blijde boodschap die de auteur brengt. De Heliand (‘helende, genezen-de’) geneest mensen van de meest ernstige ziektes, maar tegelijk is Hij een verlosser: wie zijn woor-den doet, zal na het verlaten van deze middelgaard opstijgen naar de hemelse weide.
-
-
Friese kerken
Friesland is rijk aan middeleeuwse kerken. Gelegen op een terp, bepalen ze het landschap. Het bekendst zijn de romaanse dorpskerken met hun zadeldaktorens, maar ook de (romano-)gotiek en stijlen uit latere tijden hebben hun sporen achtergelaten. Veel van deze kerken bevatten ook nog een boeiend interieur, met typerende elementen als rouwborden en fraai versierde preekstoelen en herenbanken.
Dit boek van twee deskundigen op het gebied van de kerkbouw, besteedt aandacht aan al deze aspecten. In aanvulling op de tekst wordt het verhaal van de kerken geïllustreerd aan de hand van ca. 140 zeer fraaie fotos in kleur, elk met een uitvoerig bijschrift. -
Doopsgezinden in Friesland
In Doopsgezinden in Friesland schetst historicus Cor Trompetter het ontstaan van de doopsgezinde beweging in Friesland, met als centrale guur de ex-katholiek geestelijke Menno Simons. Hoe kon een minderheid als de doopsgezinden in de zeventiende en achttiende eeuw toch zo’n belangrijk stempel drukken op ons geestelijk erfgoed? Doopsgezinden stonden in politieke zin aan de kant, werden vervolgd en toch speelden ze een buitengewone rol op economisch en cultureel gebied.
Verdrinking, onthoofding, ophanging en verbranding viel een doopsgezinde ten deel vanwege afwijkende standpunten en leer. Ook Menno Simons kwam al snel bij de vervolgers in het vizier en vluchtte daarom weg uit Friesland. Simons is nooit de onbetwiste leider van de doperse beweging geweest. Voortdurend was er strijd binnen die beweging. Verharding van standpunten en daarop volgende scheuringen waren het resultaat. Aan het einde van Menno’s leven waren de conicten zo hevig geworden, dat de doopsgezinde beweging in de Nederlanden feitelijk in verschillende groepen uiteen was gevallen. Ook in Friesland, bij botsingen tussen de ‘harde Friezen’ en de ‘nog hardere Friezen’. De onderlinge verdeeldheid onder doopsgezinden was niet zelden een veel groter gevaar dan welke tegenstander van buiten dan ook. Trompetter schetst een politiek-sociale ontwikkeling van deze stroming in de latere eeuwen.