Blije kermisdagen
€ 29,90
De kermis barst los. Klokken luiden, mensen trekken hun mooiste kleren aan, de straten vullen zich met kleur, muziek en spektakel. Terwijl fanfares spelen en gildebroeders knallen met buskruit, duiken vuurspuwers, dansers en berentemmers op tussen de kraampjes en herbergen. Kinderen joelen, volwassenen drinken en lachen – het hele dorp leeft op.
De vroegmoderne kermis was in de Nederlanden hét moment waarop gemeenschappen samenkwamen om te vieren. Religie, rituelen, handel en vermaak vloeiden er moeiteloos in elkaar over. De kermis was een sociaal en cultureel hoogtepunt dat mensen van alle leeftijden en standen verbond en betoverde.
Blije kermisdagen neemt je mee naar deze levendige wereld van volksvermaak en collectieve beleving. Met oog voor detail ontrafelt dit boek de verborgen lagen van een traditie die eeuwenlang het ritme van het leven bepaalde. Een onweerstaanbare reis door het erfgoed van de Lage Landen – verrassend herkenbaar, nog altijd actueel.
Emma D’haene promoveerde op dit onderwerp en bewerkte haar doctoraalscriptie tot dit heldere publieksboek.
Deze publicatie is mede mogelijk gemaakt dankzij een bijdrage van het Bijzonder Onderzoeksfonds KU Leuven.
Gerelateerde boeken
-
-
-
Franse para’s in Drenthe
€ 22,95Op 8 april 1945 sprongen 702 Franse parachutisten boven Drenthe de donkere nacht in. Het was de start van operatie Amherst.
Het doel was om het Canadese leger te ondersteunen bij de langverwachte bevrijding van Noord-Nederland. De parachutisten kregen de opdracht om het opblazen van bruggen te verhinderen, zodat het Canadese leger snel zou kunnen oprukken, maar ook om verwarring te stichten onder de vijandelijke troepen en informatie te verzamelen. Vijf dagen lang deden zevenenveertig groepjes van ongeveer vijftien man met wisselend succes hun werk. Er sneuvelden drieëndertig parachutisten, maar ook meer dan negentig Nederlanders. Uit angst voor de opmars van de geallieerden besloten de Duitsers namelijk om in de nadagen van de oorlog (veelal onschuldige) Nederlanders te doden die zij verdachten van hulp aan de para’s.
Franse para’s in Drenthe beschrijft niet alleen de opzet van operatie Amherst maar bevat ook kaarten van de landingszones. Met het boek kan de lezer de locaties bezoeken en zo een goed beeld krijgen van de situatie toen en nu.
Hoewel er in Noord-Nederland 18 herdenkingsmonumenten staan die de locaties markeren waar de parachutisten om het leven zijn gekomen, is hun bijdrage aan de bevrijding van het noorden vrij onbekend. Dit boek is niet alleen een eerbetoon aan de Franse en Nederlandse gesneuvelden, maar levert ook een belangrijke bijdrage aan het vergroten van de kennis over de bevrijding van Nederland en Noord-Nederland in het bijzonder.
Harold de Jong (1963) is sinds 1981 beroepsmilitair en bedrijfskundige. Hij zag dat er nog ruimte in de informatievoorziening was voor het verhaal over de inzet van Franse parachutisten in de provincie Drenthe en de vele burgerslachtoffers tijdens WOII. Door zijn militaire inzicht wist hij nieuw licht te werpen op de indrukwekkende geschiedenis van operatie Amherst.
-
Geschiedenis van Drenthe
€ 39,50Drenthe kent een lange bewoningsgeschiedenis. De oudste sporen van menselijke aanwezigheid gaan zeker 50.000 jaar terug, misschien wel meer dan 100.000 jaar. In die lange periode voltrekken zich grote veranderingen. Gedurende het grootste deel van die eindeloze tijd leven de bewoners als jager-verzamelaars. Vanaf 5000 v.C. nemen ze zeer geleidelijk agrarische praktijken uit zuidelijker streken over. De invloed op het landschap wordt steeds groter. Er worden akkers aangelegd en opvallende grafmonumenten opgericht: eerst hunebedden, later grafheuvels en uitgestrekte urnenvelden. Lange tijd kan de bevolking, die in kleine gehuchten woonde, haar zelfstandigheid behouden. Ze blijft buiten het Romeinse Rijk, maar rond 800 na C. volgt dan de hardhandige inlijving bij het Frankische Rijk van Karel de Grote.
De veranderingen die dat met zich meebrengt, zijn diepgaand. De oude religie wordt langzaam verdrongen door het Christendom, er worden kerken gebouwd en de dorpen komen op hun huidige plaats terecht. Drenthe blijft ook in de eeuwen daarna een agrarische regio, met slechts enkele kleine stedelijke kernen. Adel speelt er nauwelijks een rol. De grootschalige veenafgravingen, die kort na 1600 beginnen, zullen het aanzien van het ooit door moerassen omgeven ‘oude landschap’ dramatisch veranderen.Geschiedenis van Drenthe – Een archeologisch perspectief geeft een overzicht van wat de archeologie heeft bijgedragen aan de kennis over Drenthe vanaf de vroegste tijden tot aan de Tweede Wereldoorlog. Vanaf de 9e eeuw zijn er weliswaar historische bronnen, maar die vertellen maar een deel van het verhaal. Archeologen kunnen met hun specifieke onderzoeksmethoden kennis over de Middeleeuwen en de Nieuw(st)e Tijd genereren die niet uit geschreven bronnen te halen is. We maken kennis met jachtkampementen, monumentale en bescheiden grafmonumenten, opgegraven gehuchten en sporen van rituelen in nederzettingen en daarbuiten. En natuurlijk ontmoeten we (anonieme) mensen, waaronder machtige hoofdmannen en een onfortuinlijk ‘lelijk eendje’.
Dr. Wijnand van der Sanden (1953) studeerde West-Europese Prehistorie aan de Rijksuniversiteit Groningen en was 30 jaar provinciaal archeoloog van Drenthe, de eerste tien jaar in combinatie met het conservatorschap bij het Drents Museum. Sinds 2017 is hij conservator archeologie bij het Drents Museum. Hij schreef diverse boeken over veenlijken in en buiten Nederland, houten ‘godenbeelden’ uit Noordwest-Europa en galgenbergen en hunebedden in Drenthe.





