Bombastisch, ondansbaar en weergaloos
€ 25,00
Met de doorbraak van Spotify en het gebruik van rocksongs in commercials en Netflix-series staat de geschiedenis van de popmuziek volop in de belangstelling – óók de bombastische en ondansbare progrock van de jaren 1970.
Fred de Vries en Siebe Thissen waren jonge muziekliefhebbers in de jaren 1970. Het was de tijd waarin popmuziek zichzelf serieus begon te nemen, een kunstvorm werd. Musici koketteerden met filosofen, schrijvers, kunstenaars en goeroes. Ze verzonnen groteske namen voor hun bands, maakten artistieke klaphoezen en lapten alle conventies aan hun laars. Grenzen werden opgezocht en overschreden. Experimenteren was het parool. Virtuositeit een voorwaarde. En als je geen noten kon lezen of een gitaarsolo van dertien minuten kon spelen, dan was een dosis ongebreideld enthousiasme mooi meegenomen. Met of zonder drugs.
Ook jonge platenkopers en concertbezoekers werden meegesleept in dat uitdijende universum. Ze maakten kennis met nieuwe ideeën, beelden, boeken, kunstwerken en vooral die weergaloze muziek die nooit eerder was gehoord. Aan de hand van achtentwintig platen die een belangrijke rol in hun jeugd hebben gespeeld, brengen de auteurs een intrigerend landschap in kaart: radioshows en televisieprogramma’s, kantines en schoolpleinen, jongerencentra en platenwinkels, tijdschriften en platenhoezen creëerden een pre-digitaal informatieplatform voor nerds en muziekgeeks. Dat platform kreeg vorm in de stad én in de provincie, zoals de auteurs aan de hand van jeugdherinneringen laten zien.
De lezer krijgt een caleidoscopisch beeld van een interessante, maar nog weinig gedocumenteerde periode uit de popgeschiedenis: de jaren 1970, waarin niet alleen de Angelsaksische wereld maar ook het Europese continent een hoofdrol opeiste. Uiteraard, iconen als Yes, Pink Floyd, King Crimson en Genesis passeren de revue. Maar er is ook aandacht voor Nederlandse, Duitse, Franse, Italiaanse en Zuid-Afrikaanse muziek. Tevens rekenen de auteurs af met de mythe dat punk een einde maakte aan progressieve rock. Het genre blijkt vitaal, innovatief en neemt steeds weer nieuwe gedaantes aan – van avantprog tot postrock, van postpunk tot neoprog. Ten slotte is er aandacht voor zwarte rockbands en voor vrouwen in dit door mannen gedomineerde popdomein.
Gerelateerde boeken
-
The Who
‘We zijn anti-bazen, anti-jong getrouwde stelletjes en anti-middelbare leeftijd’. Pete Townshend.
Voor velen is en blijft The Who met reden de ultieme rockband.The Who behoort samen met The Beatles, The Kinks en The Rolling Stones onbetwist tot de grootste van de Engelse bands uit de jaren zestig. Hun bekendste hit uit die jaren, My Generation, is een icoon van de popmuziek geworden. Door het grote succes van de rockopera Tommy (1969), Who’s Next (1971) en Quadrophenia (1973) wist de groep zijn populariteit in de jaren zeventig te continueren. Dan behoort The Who – met Led Zeppelin, Deep Purple, Pink Floyd en opnieuw The Rolling Stones – tot de absolute top.
The Who maakt dankzij het creatieve brein van gitarist Pete Townshend rock met inhoud, zodat zowel ‘arbeider als intellectueel’ van de muziek van The Who kan genieten. Maar Townshend kon zijn composities alleen goed vormgeven dankzij de uitzonderlijke muzikale kwaliteiten van zanger Roger Daltrey, bassist John Entwistle en drummer Keith Moon. Niet alleen op de albums, maar zeker ook live. Het boek besteedt dan ook veel aandacht aan hun befaamde optredens, zoals die op de festivals van Monterey (1967), Woodstock (1969) en Wight (1969/ 1970). De in Nederland gegeven concerten, het laatste in 2015 in het Ziggo Dome, komen eveneens aan bod.
Naast de aandacht voor de muziek en optredens van The Who, komen ook de turbulente privélevens van de band voorbij, inclusief de tragische, vroegtijdige dood van Keith Moon in 1978. The Who ging door zonder hem en dat gebeurde ook na de dood van John Entwistle in 2002. Nog in 2019 verraste Pete Townshend en Roger Daltrey hun publiek met het uiterst vitale album Who.
The Who, de ultieme rockband is een must-have voor de fan maar ook voor iedere lezer die geïnteresseerd is in de geschiedenis van de (rock)muziek.Loek Dekker (1957) is historicus. Hij publiceerde over de Franse Tijd en het verzet in de Tweede Wereldoorlog en van zijn hand verschenen twee muziekbiografieën in de reeks Rockklassiekers: Livin’ Blues, bluesrock met internationale allure (2016) en Crosby, Stills, Nash & Young, de Woodstock-generatie (2019).
-
-
Tegenkultuur Special Edition
Special Edition – inclusief orginele Hitweek
Mensen, dit is een unieke krant. Er gaat iets gebeuren. Let op. Nu gaan we spijkers met koppen slaan!!!! Peter J. Muller, medeoprichter Hitweek.
In Tegenkultuur worden publicaties van de Nederlandse underground in de jaren 1964-1976 getoond en beschreven. Het boek plaatst de underground in de sociale context van de jaren zestig. Hitweek en Aloha, de belangrijkste Nederlandse undergroundbladen komen uitgebreid aan bod. Tegenkultuur laat zien welke Nederlandse undergroundbladen er naast Hitweek en Aloha waren, geeft een korte typering en toont vooral hoe ze eruitzien.
De jaren zestig en zeventig waren een tijd van ongekende welvaart, waarin de opgroeiende jeugd voor het eerst de ruimte kon nemen om haar stem te laten horen over maatschappelijke problemen en oplossingen. De undergroundbeweging werd ook wel ‘alternatieve cultuur’ of, in het idioom van de jaren 60, ‘tegenkultuur’ genoemd.
Ik vond dat het hoog tijd was dat de jonge generatie eindelijk een stem kreeg. Willem de Ridder, medeoprichter Hitweek.
De massamedia deden verslag van zaken vanuit de bestaande normen en waarden, waarin de undergroundbeweging zich niet herkende. De undergroundpers vulde dit gat door te rapporteren over die dingen die de underground bezighield, door hun kijk op tal van zaken te verwoorden en door het benadrukken en vormgeven van een nieuwe levensstijl.
Alle undergroundpublicaties werden gemaakt door de jeugd en hadden de jeugd als doelgroep. Of het nu politiek of cultureel was, de inhoud van de undergroundkranten was een directe weerspiegeling van de hoop, dromen en activiteiten van de redacteuren, schrijvers en vormgevers die zichzelf zagen als actieve deelnemers en als chroniqueurs van de beweging.
Tegenkultuur bevat een schat aan beeldmateriaal, waardoor het samen met de historische context een representatief naslagwerk vormt van de Nederlandse undergroundpers in de jaren 1964-1976. Het boek is interessant voor een brede groep lezers: voor de lezer die deze tijd actief heeft meegemaakt of er meer over wil weten maar ook voor de lezer die geïnteresseerd is in grafische vormgeving, ‘small press’ of undergroundmuziek.
Over de auteurs
Peter Sijnke (1951) is historicus. Hij was werkzaam in het archiefwezen en publiceerde veel op het terrein van de lokale en regionale geschiedenis. Over popmuziek schreef hij zeven boeken, waarvan drie met betrekking tot het Holland Pop Festival in Kralingen (1970) samen met Marcel Koopman. Peter schrijft regelmatig in Platenblad.Jan Pen (1955) was tot zijn pensionering in 2019 eigenaar van een bureau voor zakelijk advies op het gebied van biotechnologie. Hij heeft sinds het begin van de jaren negentig, een collectie opgebouwd van posters, tijdschriften en pamfletten van bewegingen als Provo, Kabouter, Underground en Punk. Jan heeft een internetboekhandel JP Antiquarian Books op het gebied van zijn collectie.
-
The Beach Boys in Holland
The Beach Boys zijn eind jaren zestig de grootste band van de VS. Maar in 1972 keert het tij. De band is zoekende: een nieuwe richting, een andere uitstraling, een betere aansluiting met de tijdgeest…
Er moet iets gebeuren, want de verkoopcijfers van hun laatste albums vallen tegen en hun concerten zijn minder vaak uitverkocht. De platenmaatschappij is ongeduldig en binnen de band zelf rommelt het. Ze moeten er een tijdje tussenuit, naar een rustige plek, ver weg van het verhitte Californië.
Nederland moet het worden. Daar is de band altijd goed ontvangen, daar kunnen ze tot zichzelf komen. “Het heeft alles wat LA niet heeft: rust, schone lucht, vriendelijke mensen.” De operatie die volgt, alles en iedereen overbrengen naar het Gooi is gecompliceerd, onoverzichtelijk en kostbaar. Maar als iedereen gesetteld is, de studio werkt en de opnames beginnen, komt er muziek los zoals we die van The Beach Boys niet eerder hoorden. Dat memorabele album gaat als eerbetoon aan het gastland ‘Holland’ heten.
Hoe een eenvoudige opnameruimte in een voormalige kippenschuur tot state of the art studio transformeert, hoe de plaatselijke bevolking kennis maakt met de band, waar Brian Wilson uithangt (en waar niet), wie er betrokken zijn, hoe en waarom, dit boek vertelt alle mooie, bizarre, uitzinnige en verdrietige verhalen over ‘Holland’. Een album dat door kenners hoog aangeschreven wordt en in de loop van vijftig jaar aan waardering gewonnen heeft.