Compendium van rituele planten in Europa
€ 130,00
Waarom geven we een rode roos aan onze geliefde? Waarom houden we hout vast als we ons willen beschermen tegen ongeluk? Wie kent nog de betekenis en oorsprong van voorwerpen en gebruiken als de kerststronk, de palmtak, de meiboom? Veel zaken die vandaag banaal lijken, hadden ooit een veel diepere betekenis. Onze gewoonten vinden vaak hun ontstaan in eeuwenoude rituelen met een grote symbolische waarde.
In dit boek komen rituele planten aan bod die inheems of ingeburgerd zijn in Europa (bijvoorbeeld de Linde en de Roos), of die uitheems zijn, maar in Europa toch op één of andere manier ritueel worden gebruikt (bijvoorbeeld Mirre, Wierook en Rijst). Als rode draad loopt de ingeboren angst van de mens om de greep op zijn eigen leefwereld te verliezen en de daaruit voortkomende vlucht tot allerlei geesten of vreemde krachten.
Em. prof. dr. Marcel De Cleene, plantenfysioloog, was werkzaam aan de UGent. Bij uitgeverij Sterck & De Vreese verschenen de veelgeprezen boeken De historia naturalis. De geschiedenis van de kruidengeneeskunde in de Lage Landen; De naturalis historia. Vergeten toepassingen van planten; Het vernuft van planten, Historia naturalis: de avibus.
Drs. Marie Claire Lejeune is botanica, en gepassioneerd door de muziek en de tekenkunst.
Gerelateerde boeken
-
De scharrelaar 2021/2
Herfst, een nieuwe Scharrelaar! De herfsteditie van De scharrelaar staat weer boordevol met gedichten, verhalen en beschouwingen over vogels in binnen- en buitenland.
Najaar. De vogels trekken naar warmere oorden en de lezers van De scharrelaar zoeken de haard weer op. Niks verwarmt de mens zo goed als de herfsteditie van De scharrelaar! Ook deze editie staat weer boordevol met gedichten, verhalen en beschouwingen over vogels in binnen- en buitenland. Niks is te gek, alles mag, als het maar goed geschreven is en over vogels gaat. Laat de wintergasten maar komen.
NBD Biblion
Recensie‘Heerlijk leesbare verhalen over vogels en alles eromheen.’ – NBD Biblion
-
Knooppunt Waddenzee
Miljoenen wad- en watervogels trekken ieder jaar heen en weer tussen hun broedgebieden in Groenland, Scandinavië, West-Europa of Siberië, en hun wintergronden in Europa en Afrika. Als je alle routes van die trekvogels op de wereldbol tekent, zie je halverwege die kaart een druk knooppunt: de Waddenzee!
In het project Metawad hebben onderzoekers van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee en de Rijksuniversiteit Groningen vijf compleet verschillende trekvogels van de Waddenzee onderzocht: de kanoet, de drieteenstrandloper, de rosse grutto, de rotgans en de lepelaar. Ze bekeken de vogels niet als ‘bewoners’ van die Waddenzee, maar als gebruikers van een veel groter systeem waar het wad een belangrijk onderdeel van is: het ‘metawad’.
Knooppunt Waddenzee biedt een kleurrijk pallet van portretten van de wetenschappers, die ploeterend met palen en hekwerk achterop hun ets over de kwelder trekken, of uren achtereen in weer en wind – of juist bakkend onder de Afrikaanse zon – naar vogels met kleurringen aan hun pootjes staan te zoeken. Het biedt ook portretten van de vijf onderzochte vogelsoorten. Wat weten we van deze dieren? En vooral: hoe kunnen overheden of natuurbeheerders hun voordeel doen met deze wetenschap?
-
-
Van landschap naar tuin
Toegankelijk, vooruitstrevend en herkenbaar Nederlands. Deze drie kenmerken hebben het Nederlandse ontwerp wereldfaam bezorgd en Dutch Design tot een wereldmerk gemaakt. Ook tuin- en landschapsontwerp maakt deel uit van dit wereldwijde merk.
Tuinen vormen vaak een reactie op het omringende landschap, dat ze temmen en idealiseren. Niet zelden is het een miniatuurversie van het landschap dat de tuinontwerper om zich heen ziet. In dit boek kijken we naar het tuin- en landschapsverleden van Nederland, belichten we het werk van hedendaagse tuinontwerpers, en laten ze zien hoe hun werk aansluit bij het lokale landschap.
We bekijken tuinontwerpen en hun makers in samenhang met drie verschillende aspecten: allereerst de Nederlandse cultuurlandschappen – resultaat van vele eeuwen interactie van de mens met wat de aanwezige natuur aanreikte – vervolgens de kunstmatige, zeer planmatig georganiseerde, maar altijd functionele landschapsvormen, en ten slotte de landschappen die werden ontworpen om ervan te genieten en leefruimte aan mensen te bieden. Daarbij wordt uitgebreid aandacht besteed aan de grote rol van ontwerpers als
Jac. P. Thijsse, Mien Ruys en Piet Oudolf.Wat voor ons normaal en zelfs doorsnee is, is voor Noel Kingsbury, als Brits tuinontwerper en plantenkenner, een verrassende ontdekkingstocht. Ondanks de vele overeenkomsten tussen de Engelse en Nederlandse tuin weet hij op bijzondere wijze de vinger te leggen op wat ons land uniek maakt en hoe de Nederlandse ontwerpers een moderne draai geven aan tuinontwerp, een draai die je niet snel zult vinden in het buitenland. De blik van Kingsbury en de overvloed aan schitterende foto’s van Maayke de Ridder, maken dit tot een puur Nederlands boek met internationale allure.