De Bonte Bentheimer
€ 17,90
Martin Woestenburg schreef met De Bonte Bentheimer een levendig portret van een zwartgevlekt, tegendraads varken dat wordt gehouden door tegendraadse mensen. Zij werken door de traditionele vormen van varkenshouderij in bos en weide aan de ontwikkeling en het behoud van oude varkensgenen. Deze varkens worden buiten in de natuur gehouden in plaats van in stallen en leveren uitzonderlijk smaakvol vlees – absoluut geen eenheidsworst. De Bonte Bentheimer is een zeldzaam varkensras dat niet past in de gangbare varkenshouderij, maar wel in dezelfde periode is ‘uitgevonden’ als het moderne varken. De geschiedenis van de Bonte Bentheimer loopt daarom opvallend synchroon met die van de varkens van de gangbare varkenshouderij in Nederland. Dat is inclusief de geschiedenis van de voorvader het wild zwijn, het jagen op varkens in het Bentheimer Wald, de liefhebbers van het rode, vette vlees, boerenvrouwen die van varkens met zwarte vlekken hielden, en de zoektocht naar een eigen varkensidentiteit en aparte genen. Dankzij deze auteur ga je van dit varken houden!
Martin Woestenburg (1960) is landschapsjournalist, gespecialiseerd in de cultuurhistorie van voedsel, natuur en landbouw. De foto’s in het boek zijn gemaakt door Norbert Mergen van de Tuinen van MergenMetz, houder van varkens van het ras Bonte Bentheimer.
Gerelateerde boeken
-
De kanoet
De kanoet is een reislustige vogel. In Nederland overwintert de kanoet in de Waddenzee en de Delta of hij tankt daar bij, op weg van Siberië naar West-Afrika en terug.
Door die reislust is de kanoet ook een goede verhalenverteller. De kanoet is als de kanarie in de kolenmijn, en wijst ons in dit geval genadeloos op de aantasting van het milieu. De vogel blijkt zelfs een soort thermometer te zijn: door van generatie op generatie een beetje te krimpen, waardoor hij relatief een steeds langere snavel krijgt, laat de kanoet zien dat ook het klimaat langzaam aan het veranderen is.
Al deze verhalen zijn opgetekend uit de mond van mensen die deze vogel al vele jaren onderzoeken, met schitterende foto’s van een fotograaf die deze vogels ook al bijna zijn hele leven op de hielen zit.Rob Buiter (1966) is freelance wetenschapsjournalist. Hij is verslaggever voor Trouw en Vroege Vogels en hoofdredacteur van het oudste natuurtijdschrift van Nederland, De Levende Natuur. De foto’s zijn gemaakt door Jan van de Kam.
-
Mijn -Mieren- Hoop
Kijk naar de bosmieren! Achilles Cools heeft een hoge mierenterp in zijn tuin en probeert binnen te dringen in dat superorganisme: een mierenvolk dat functioneert als één brein met een collectief bewustzijn. Op basis van nieuwe wetenschappelijke inzichten en indrukwekkende voorbeelden introduceert hij de lezer in de wereld van de mier. Je leeft mee tussen prinsessen en koninginnen, hofdames, de oermoeder, dauwmeisjes, kuddewachters en poppen die kunnen zingen. Al ver voor wij de landbouw ontdekten, hielden ze al vee. Ze houden bruidsvluchten, praten met geurcodes, kennen een SOS alarm, en vragen wachtwoorden. Hun succesverhaal steunt op een oerdegelijke sociale organisatie. Dan vraag je je toch wel af: hoe is het om een bosmierenvolk te zijn?
-
-
Nieuw Boeren
In Nieuw Boeren [cursief] beschrijft Kooman tien boerenfamilies van Schiermonnikoog tot Zeeland en Limburg, die de transitie naar een nieuwe landbouw hebben ingezet. Dat is nodig ook, want de sector staat onder grote druk: regelgeving vanuit de overheid, klimaatverandering, een uitgeputte bodem, dierenwelzijn, te lage prijzen.
Wat doen deze boeren om zich van de toekomst te verzekeren? Niet wachten op de overheid, maar, op heel verschillende manieren, inspelen op de behoefte van de consument. Johan Jansen bijvoorbeeld stapt over naar een onverwacht gewas – thee –, Styn Claessens ontwikkelt een kippenschuur die duurzaam en diervriendelijk is, en een groep boeren op Schiermonnikoog keert terug naar een kleinschalig en traditioneel werkende coöperatie. Zonder bekeringsdrang, maar met boerenverstand.
Kees Kooman schreef eerder verschillende boeken over de landbouw.