De brilslang, de boktor en de andere dieren
€ 19,90
In honderd korte fabels maken we kennis met de dieren in het bos. En dieren zijn precies als mensen. Ze denken na over hun leven en praten over wat hen bezighoudt: liefde, schoonheid, macht, vriendschap, identiteit en nog veel meer.
De fabels van Jan Bouwstra kenmerken zich door milde humor. Ze hebben de vorm van kleine, lichtvoetige, filosofische dialogen. Veel dierenpersonages keren regelmatig terug: de brilslang en de uil, de neushoorn en de olifant, de krekel en de egel, de muis en de kikker, de mol, de padden, de boktor, de eekhoorn, de ekster en de merel en vele anderen. En ze hebben zo hun eigen kijk op het leven.
Er is in Nederland een lange traditie van fabels, vanaf de Middeleeuwen (Van den vos Reynaerde) tot aan onze tijd (Toon Tellegen). De fabels van Jan Bouwstra passen naadloos in deze traditie, en wie zich afvraagt of er al een opvolger is voor Toon Tellegen hoeft niet langer te zoeken. Hij is er: Jan Bouwstra
Gerelateerde boeken
-
-
Verhandeling over de aanleg van vrouwen voor de wetenschap
De begaafde Anna Maria van Schurman kreeg als eerste vrouw in Nederland toestemming om colleges te volgen. De Universiteit van Utrecht bouwde voor de gelegenheid een hokje met een gordijntje voor haar. Van Schurman kon van daaruit de colleges van theoloog Voetius bijwonen, zonder daarbij de mannelijke studenten af te leiden.
In dit korte essay uit 1641 legt Van Schurman uit waarom het logisch is om meer vrouwen toegang tot de
universiteit te verlenen. Het argumentatieve geschrift inspireerde Margaret Cavendish en Mary Wollstonecraft en gaf de aanzet tot de eerste feministische beweging. Het zeer invloedrijke essay verschijnt in een geactualiseerde vertaling van Renée Ter Haar, met een voorwoord van Angela Roothaan. Jacob Bouwman zorgde voor de selectie van relevante brieven.“Wat een genot om zo’n erudiet pleidooi te lezen van een moedige vrouw. In zijn opdracht noemt tijdgenoot Johan van Beverwijck haar ‘onsterfelijk sieraad onder de vrouwen’. Met recht.” – Trouw
-
-
De lach van de Boeddha
In de zesde eeuw voor Christus ontwikkelde de Boeddha een praktische levensfilosofie. Na zijn dood legden boeddhistische monniken zijn uitspraken vast in talloze sutta’s (Pali-Canon). Latere denkers zoals Nagarjuna (ca. 150–250) en Shantideva (ca. 685–763) werkten de boeddhistische filosofie op hun eigen wijze verder uit.
Ward Vandepitte, filosoof, promovendus aan de Radboud Universiteit en praktiserend boeddhist, legt in dit boek op heldere wijze uit wat de kernideeën zijn van het boeddhisme. Hij laat zien hoe je het boeddhisme in je eigen leven kunt toepassen. Het boeddhisme is namelijk meer dan een leer; het is ook een praktijk. Het helpt je in je dagelijkse leven bij het maken van keuzes, het omgaan met de dood, het vormen van een zelfbeeld en onthaasting.Een toegankelijke, diepgravende, vernieuwende en praktisch toepasbare ontmoeting met het boeddhisme.
Met een voorwoord door Prof. Paul van der Velde.