De complete kleurengids voor de tuin
€ 34,90
Kleuren spelen een belangrijke rol in de tuin, ze zijn bepalend voor de sfeer. De complete kleurengids voor de tuin is een rijke informatiebron voor iedereen die een tuin of border op kleur wil aanleggen. De auteurs bieden een breed én diepgaand overzicht op het gebied van planten die je op kleur kunt combineren. Voor elke situatie leggen ze uit hoe je naar eigen smaak kunt spelen met kleuren. Kies je voor blauwe, witte of rode planten, of juist voor meerdere kleuren? Wil je het hele jaar door dezelfde kleur tevoorschijn toveren? Welke planten laten zich goed combineren en welke juiste niet?
Er is daarnaast veel aandacht aan belangrijke zaken waarmee je rekening moet houden, zoals de tuinaanleg, de bodem, de seizoenen, de omvang van de tuin en het gevoel dat je als tuinliefhebber wilt creëren.
Francis Peeters en Guy Vandersande zijn bekende tuinarchitecten die een aantal belangrijke titels op hun naam hebben staan. Zij halen hun inspiratie uit de hele wereld en natuurlijk uit hun eigen tuin, met meer dan 2.000 soorten en cultivars.
Gerelateerde boeken
-
De scharrelaar – 2021/1
€ 14,99Een nieuwe lente, een nieuwe Scharrelaar! De lente-editie van De scharrelaar staat weer boordevol met gedichten, verhalen en beschouwingen over vogels in binnen- en buitenland.
Voor vogelaars met liefde voor lezen, maar zeker ook voor lezers met liefde voor vogels! Een nieuwe lente, een nieuwe Scharrelaar! De lente-editie van De scharrelaar staat weer boordevol met gedichten, verhalen en beschouwingen over vogels in binnen- en buitenland. De illustraties, als altijd in zwart-wit, zijn van beeldend kunstenaar O.C. Hooymeijer, bekend van De nieuwe gids voor de niet-bestaande vogels van Europa.
-
Het verhaal van de kolken in het Dollardgebied
€ 25,00In 2014 is de werkgroep Oldambt van het IVN gestart met het project ‘Kolken in het Dollardgebied’. Het doel was om de kolken in kaart te brengen en waar mogelijk de aanwezige natuur te inventariseren. Kolken zijn ontstaan als gevolg van dijkdoorbraken. Doordat het water zich met grote kracht door de opening perste, ontstond door het kolkende water een diep gat. De doorbraak is vervolgens hersteld door om de kolk heen een nooddijk aan te leggen, waardoor de kolk binnendijks kwam te liggen.
Door de eeuwen heen zijn kolken door de boeren en de lokale bevolking gebruikt als drinkplaats voor vee, stortplaats van afval en als vis-, zwem-, en schaatswater. In de loop van de tijd zijn ondiepe kolken verland of kolken zijn gedempt door de beschikbaarheid van grotere en sterke graafmachines. In het gebied rond de Westerwoldse Aa zijn in de jaren 60 van de vorige eeuw de meeste kolken gedempt. Een klein aantal kolken is als landschapselement bewaard gebleven. Bij de ruilverkavelingen van de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werden de kolken in het Oldambt in de meeste gevallen in het kader van het toen verplichte landschapsplan als kleine perceeltjes toegewezen aan Staatsbosbeheer. Daarop werd vaak een stukje bos aangeplant. De reden van deze bosaanplant is het idee dat natuur zonder bos geen natuur kon zijn en dat een landschapselement van verre herkenbaar moest zijn. Kolken zijn tegenwoordig kleine natuurgebiedjes, die als een archipel in het voornamelijk agrarische landschap van het Oldambt liggen.
De zoektocht van de werkgroep naar bestaande en voormalige kolken is begonnen met een kaart van de bodemkundige Ir. De Smet, die rond 1960 uitvoerig de bodemeigenschappen en bodemgesteldheid van het Oldambtgebied heeft beschreven en in kaart gebracht. Op een van zijn kaarten heeft hij met rode lijnen de tracés van de bestaande, voormalige en vermoedelijke dijken aangegeven, die gedurende eeuwen in dit gebied aanwezig zijn of waren. Met blauwe stippen heeft hij de plaatsen gemarkeerd van bestaande, voormalige en vermoedelijke kolken. In totaal heeft hij 90 locaties gemarkeerd en daarvan heeft de werkgroep er ruim 30 teruggevonden, die aanwezig of herkenbaar waren. In deze kolken hebben vrijwilligers van IVN, KNNV en Club Oldambster Groen geïnventariseerd wat de toestand per kolk is, welke organismen er zich bevinden en welke natuurwaarden aanwezig zijn. Naast deze natuurinventarisaties heeft het project ook de doelstelling de cultuurhistorische waarden per kolk te inventariseren. Ze onderzoeken de geschiedenis van elke kolk, verzamelen er verhalen over en proberen er achter te komen, wat er met en rondom elke kolk in de loop der eeuwen is gebeurd. Naast het veldwerk is ook veel tijd doorgebracht in meerdere archieven.
-
Met een verrekijker het heelal in
€ 24,90Ben je graag buiten en kijk je graag naar de sterren, bijvoorbeeld tijdens vakanties, of gewoon thuis op een mooie zomeravond? Deze gids laat je met eigen ogen onbekende details van de maan zien en bijzonderheden als sterrenhopen, nevels en dubbelsterren. Ook melkwegstelsels, miljoenen lichtjaren ver, liggen binnen het bereik. Met een verrekijker het heelal in is een praktische, informatieve en rijk geïllustreerde gids, die helpt om zonder telescoop of andere ingewikkelde apparatuur diep het heelal in te kijken. Het waarnemen met een gewone verrekijker staat hierbij centraal.
-
Knooppunt Waddenzee
€ 17,90Miljoenen wad- en watervogels trekken ieder jaar heen en weer tussen hun broedgebieden in Groenland, Scandinavië, West-Europa of Siberië, en hun wintergronden in Europa en Afrika. Als je alle routes van die trekvogels op de wereldbol tekent, zie je halverwege die kaart een druk knooppunt: de Waddenzee!
In het project Metawad hebben onderzoekers van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee en de Rijksuniversiteit Groningen vijf compleet verschillende trekvogels van de Waddenzee onderzocht: de kanoet, de drieteenstrandloper, de rosse grutto, de rotgans en de lepelaar. Ze bekeken de vogels niet als ‘bewoners’ van die Waddenzee, maar als gebruikers van een veel groter systeem waar het wad een belangrijk onderdeel van is: het ‘metawad’.
Knooppunt Waddenzee biedt een kleurrijk pallet van portretten van de wetenschappers, die ploeterend met palen en hekwerk achterop hun ets over de kwelder trekken, of uren achtereen in weer en wind – of juist bakkend onder de Afrikaanse zon – naar vogels met kleurringen aan hun pootjes staan te zoeken. Het biedt ook portretten van de vijf onderzochte vogelsoorten. Wat weten we van deze dieren? En vooral: hoe kunnen overheden of natuurbeheerders hun voordeel doen met deze wetenschap?





