De Deventer karaktermoord
€ 19,90
Geen zaak houdt Nederland zo bezig als de Deventer moordzaak. De steenrijke weduwe Wittenberg werd in 1999 gewurgd en vervolgens meerdere keren met een mes gestoken. De rechter veroordeelde ‘de boekhouder’ Ernest Louwes. Er bleven echter twijfels. Maurice de Hond kwam met een alternatief scenario: ‘de klusjesman’ zou de echte dader zijn. Over de hetze die vervolgens ontstond, verscheen een podcast van Human en de bioscoopfilm De veroordeling. Beide suggereerden dat Ernest Louwes toch de dader moest zijn.
Een foute conclusie, stelt de wetenschapsfilosoof Ton Derksen in dit boek. Het is noch “de klusjesman” noch Louwes. Louwes had de schijn tegen, maar hij heeft een sluitend alibi. Zelfs het DNA pleit hem vrij. Het zit op de verkeerde plek. Louwes pleegde geen moord, het Openbaar Ministerie en de media pleegden karaktermoord op hem.
Ton Derksen is emeritus-hoogleraar wetenschapsfilosofie aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Hij publiceerde meerdere boeken over gerechtelijke dwalingen, waaronder het bekende Lucia de B. Dit spraakmakende boek vormde de aanzet tot een herziening van de zaak tegen deze Haagse verpleegster. Derksen analyseerde vervolgens ook denkfouten in andere zaken. Het leidde tot de boeken Leugens over Louwes, Dubbel gedwaald, De butlermoord en Verkeerde plaats, verkeerde tijd (over de zaak Olaf H.) Over de zaak Baybasin, waarin sprake is van vervalst bewijs, schreef hij meerdere boeken, waaronder Verknipt bewijs en De Baybasin-taps. Naast deze casusgerichte werken publiceerde Derksen enkele boeken over foutmarges en denkfouten bij rechtsinstanties, waaronder Het O.M. in de fout, Onschuldig vast en Het falen van de Hoge Raad. Hoe de rechtspraak wel met de feiten om dient te gaan beschreef hij in De ware toedracht, over de valkuilen van waarheidsvinding in strafzaken. Derksen schrijft niet alleen over het recht. Hij publiceerde ook boeken over wetenschapsfilosofie en bracht ook een dichtbundel uit over schilderijen van Jeroen Bosch.
Gerelateerde boeken
-
-
Slimme streken
Rust en ruimte, loeiende koeien en noaberschap. Over clichés heeft het platteland niet te klagen. De stad zou staan voor moderniteit, dynamiek en vertier, het platteland voor natuur, landbouw en tradities. Maar klopt dat beeld nog wel? Dit boek laat zien dat de verschillen tussen stad en land minder groot zijn dan vaak wordt beweerd. Het platteland is steeds meer verstedelijkt. Zelfs in de meest afgelegen dorpen zijn inwoners verbonden met de ‘global village’. En in de dorpshoreca kun je naast schnitzels gewoon sushi en street food krijgen. Op sommige terreinen loopt het platteland zelfs voor op de stad. Zo zijn er maar weinig sectoren waarin technologie zo’n grote rol speelt als in de landbouw. Met hun robots, drones en agro-apps zijn boeren ware hightechondernemers geworden. Voor vernieuwing op het gebied van mobiliteit, energie en ouderenzorg moet je ook op het platteland zijn. Dorpelingen maken gebruik van deelauto’s, verenigen zich in energiecoöperaties of zetten zorgvoorzieningen nieuwe stijl op. Het zijn ‘slimme streken’ waarvan stadsbewoners nog wat kunnen leren. Wordt het niet eens tijd voor de verlandelijking van de stad?
‘Slimme streken: de kracht van het platteland’ is verplichte kost voor opiniemakers, adviseurs en mensen die werkzaam zijn bij rijk, provincie en gemeenten. Daarnaast is het boek een aanrader voor verstokte stedelingen die het platteland alleen maar kennen van vakantie.
Prof.dr. Gert-Jan Hospers (Enschede, 1974) is bijzonder hoogleraar Transitie in Stad en Regio aan de Radboud Universiteit en economisch geograaf aan de Universiteit Twente. Verder is hij directeur van Stichting Stad en Regio, een stichting die zich inzet voor stedelijke en regionale ontwikkeling op menselijke maat. Hij heeft diverse boeken geschreven, onder meer over gevoelsgeografie, citymarketing, demografische krimp en kustregio’s.
-
Past het dier nog op ons bord?
Past het dier nog op ons bord? Deze vraag houdt de Wageningse wetenschapper Imke de Boer al lange tijd bezig. De huidige veehouderij draagt bij aan de klimaatcrisis en het verlies van biodiversiteit. Moeten we daarom allemaal veganist worden? Misschien niet. Het is mogelijk dieren alleen nog te voeren met biomassa die wijzelf toch niet kunnen eten, zoals reststromen en gras. Dan past een beetje dierlijk voedsel wel in een duurzaam dieet. Maar is zo’n dieet nog wel gezond voor ons? En willen we überhaupt nog wel dieren houden en doden voor de productie van ons voedsel?
Dit boek neemt je mee op een persoonlijke reis langs al deze vragen, en biedt de wetenschappelijke basis die nodig is voor het formuleren van antwoorden.Imke J.M. de Boer is hoogleraar Dieren & Duurzame Voedselsystemen aan Wageningen University & Research en heeft het bedrijf De Boer en Voedsel. Als systeemdenker wil zij bijdragen aan een duurzame voedseltoekomst. Voor haar visie daarop ontving ze, samen met haar team, de prestigieuze Rockefeller Food System Vision Prize.
-
Hoeveel vakantiedagen heeft een varken?
Over nut en noodzaak van de Vakbond voor Dieren€ 19,90E-book: € 15,99