De nazi’s te slim af zijn. Sophie Louisa Kwaak en het kapitaal van de Frankfurter Schule
€ 25,00
De Zeeuwse landarbeidersdochter Sophie Louisa Kwaak (1901-1990), in het dagelijks leven Fietje genoemd, was iemand die zichzelf gemakkelijk wegcijferde. Ze brak haar studie aan de Rijkskweekschool voor Onderwijzeressen in Apeldoorn af om voor haar moeder te zorgen. In 1933 werd ze directiesecretaris bij de Rotterdamsche Belegging- en Beheer Maatschappij ‘Robema’, een maatschappij die het in Duitsland aanwezige kapitaal van de joodse familie Weil uit handen van de nazi’s moest redden. De familie Weil was de financier van het Institut für Sozialforschung, later bekend als de Frankfurter Schule. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was Fietje de feitelijke beheerder van Robema. Ze doorstond op moedige en listige wijze de confrontatie met de Duitse bezetter. Tot 1964 bleef ze betrokken bij Robema, dat sinds 1948 in liquidatie verkeerde. Dit boek is een biografie van Fietje Kwaak en tegelijkertijd een bijdrage aan de geschiedenis van de Frankfurter Schule.
Bertus Mulder (Heerenveen,1949) studeerde arbeidssociologie, was docent sociale geschiedenis en promoveerde in 1991 aan de Rijksuniversiteit Groningen bij Lolle Nauta op het proefschrift Andries Sternheim, een Nederlandse vakbondsman in de Frankfurter Schule.
Gerelateerde boeken
-
De grens getrokken
In “De grens getrokken” staat de betekenis van de grens tussen Noord-Nederland en Noord-Duitsland in het leven van de grensbewoners centraal. Lange tijd was deze grens voor de lokale bevolking helemaal niet zo duidelijk afgebakend; de ‘grens’ tussen religies was veel sterker aanwezig in het dagelijks leven dan de staatsgrens. Maar onder invloed van de wereldoorlogen en de daaruit voortvloeiende spanningen tussen Nederland en Duitsland veranderde het leven in dit gebied.
Het boek schetst een beeld van het leven van de noordelijke grensbewoners van Beerta tot en met Coevorden. Het gaat in op de overeenkomsten (en verschillen) en de dynamiek tussen de bevolkingsgroepen aan weerszijden van de grens in verschillende tijdsperioden: tot 1914, de Eerste Wereldoorlog, het interbellum, de Tweede Wereldoorlog, en de naoorlogse periode tot 1964. Er wordt ingegaan op de bevolkingssamenstelling, sociale verbanden, grensverkeer, grensarbeid en grenseconomie, en de politiek-ideologische overtuigingen van de bevolking.
Dirkje Mulder-Boers (Groningen, 1950) doet veel onderzoek naar de Tweede Wereldoorlog en publiceert over de betekenis van deze oorlog voor de (Joodse) Drentse en Duitse grensbewoners. Met haar proefschrift “De grens getrokken” promoveerde zij bij de Radboud Universiteit in Nijmegen.
-