De nieuwe gids voor de niet-bestaande vogels van Europa
€ 19,90
Na het verschijnen in 2013 van De Kleine Gids voor de niet-bestaande Vogels van Europa is kunstenaar en amateurornitholoog O.C. Hooymeijer onverdroten doorgegaan met het speuren naar niet-bestaande vogels. Veldreizen naar het uiterste noorden van Rusland, tot in het diepe zuiden van de mediterrane landen hebben geleid tot de ontdekking van bijna vijftig nieuwe specimen, alle zeer nauwkeurig beschreven en verbeeld.
Voor het onderzoek naar de bij de ontdekte vogels behorende ‘Volkswijsheden’ heeft de schrijver vele tandeloze, zeer bejaarde bewoners van veelal het platteland geïnterviewd, teneinde de vaak bijna in vergetelheid geraakte spreuken te kunnen behouden voor het nageslacht.
Voor de in deze nieuwe Gids opgenomen ´Recepten met niet-bestande vogels’ heeft O.C. Hooymeijer bovendien vele culinair specialisten geraadpleegd en tientallen archieven en bibliotheken verspreid over heel Europa bezocht.
Gerelateerde boeken
-
-
Verzameldrift
Nanne Ottema was als bestuurder, conservator, notaris, publicist en spreker actief in het Friese culturele leven. Hij stelde een wereldberoemde keramiekcollectie samen die in 1917 resulteerde in het Keramiekmuseum Princessehof in Leeuwarden. Het vermogen dat hij vergaarde, leidde tot de Ottema-Kingma Stichting, de grootste mecenas voor de kunst- en cultuurhistorie in Friesland. Zijn roem is zo langzamerhand verzonken in zijn onmetelijke verzamelingen, maar in zijn tijd was hij een vermaard, berucht en dominant persoon. In deze biografie wordt duidelijk hoe briljant Ottema was en hoe tegelijkertijd zijn leven intens dramatisch verliep. Nooit eerder werd beschreven wat de verborgen drijfveren waren van deze in zijn tijd alom bekende figuur.
Antoon Ott (1972), kunsthistoricus en jurist, is werkzaam als adviseur op het gebied van kunst, cultuur en recht.
-
Dekema State Jelsum
De rijke geschiedenis van het slot Dekema State, dat in het oude Friese terpdorp Jelsum staat, gaat terug tot de late middeleeuwen. Geruime tijd bestaat er een band tussen de state en het Stadhouderlijk Hof in Leeuwarden. In het begin van de negentiende eeuw krijgt het huis de functie van buitenplaats. Vervolgens revitaliseren twee generaties van opvolgende landheren het complex weer tot landgoed. In deze ‘geschiedenis van de lange duur’ weerspiegelt zich de voor Friesland kenmerkende band tussen voornaam buitenleven en grootgrondbezit. Al meer dan honderd jaar ontneemt een hoge muur het zicht vanuit het dorp op tuin en huis. In dit boek kijken de auteurs op verschillende manieren achter die muur: ze brengen de geportretteerden tot leven, verhalen de band tussen state en dorp en belichten de waarde van dit bijzondere landgoed als Fries historisch erfgoed.