De Prinsentuin in Groningen
€ 19,90
Niet eerder verscheen er een boek over de Prinsentuin in Groningen. In deze rijk geïllustreerde uitgave beschrijft Edward Houting de geschiedenis van deze renaissancetuin vanaf de aanleg (1626) tot het hedendaagse onderhoud.
De Prinsentuin in Groningen was een zogenaamde ‘hortus conclusus’, een besloten tuin: twee vleugels van het Prinsenhof en een hoge muur langs de Turfsingel omsloten deze in 1626 aangelegde stadhouderstuin. Hierin kon de mens zich alleen of in goed gezelschap terugtrekken te midden van een verzorgde tuin met bloeiende planten en bomen.
Halverwege de 17de eeuw gaat de tuin volledig op de schop en veranderen de gebouwen van functie om aan het einde van de 18de eeuw een militaire bestemming te krijgen. De 19de eeuw is de eeuw van het verval: de gebouwen, zowel het Prinsenhof als de vleugels aan de Turfstraat en de Kattenhage verkeren in een zwaar verwaarloosde staat. De tuin is begin 20ste eeuw verworden tot een opslagplaats van turf of bouwmaterialen.
Het gemeentebestuur van Groningen besluit in 1939 het Prinsenhof met hulp van jonge werklozen te renoveren. De tuin werd in 1940 gerestaureerd naar de situatie zoals die voorkwam op de vogelvluchtkaart van de stad uit 1643 van Egbert Haubois. Een voormalige renaissancetuin komt letterlijk tot een wedergeboorte: strakke inrichting van vakken met hekken en twee voor Nederland bijzondere, ronde loofgangen.
Gerelateerde boeken
-
En toch zal ik
Marten Douwes Teenstra maakte in zijn tijd naam in de koloniën en als schrijver. Door zijn reizen, eerst in ‘de Oost’, later in ‘de West’ werd hij één van de eerste voorstanders van afschaffing slavernij (abolitionist). Nog vóór Max Havelaar (1860) en De hut van oom Tom (1852) verschenen, veroordeelde Marten al de barbaarse behandeling van de slaafgemaakten in Zuid Afrika, Java en Suriname. Het werd hem niet in dank afgenomen en leverde hem een ‘functie elders’ op.
Met zijn felle woordkeuze maakte Marten zich bij veel mensen niet geliefd. Naast zijn voortdurende strijd tegen de slavernij bleef hij tot zijn dood aantrappen tegen schijnheiligheid en hypocrisie, tegen ‘Cocksianen’, ambtenaren en bijgelovigheid.
Marten was lid van de Nederlandsche Maatschappij ter Bevordering van de Afschaffing der Slavernij,
en na zijn terugkeer in Groningen bestookte hij de regering in Den Haag onvermoeibaar met verzoekschriften om een einde te maken aan de slavernij in de Nederlandse koloniën. Mede door zijn inbreng kwam na 1854 de discussie over de slavernij op gang, waarna vlak voor zijn dood op 1 juli 1863 de slavernij werd afgeschaft.Toch is zijn naam voor veel mensen nu onbekend. Door dit boek krijgt de naam Teenstra weer de bekendheid die het verdient.
-
-
Cache-sexe
This book asks why humans through history have covered their genitals and worn a cache-sexe. Does the cache-sexe merely provide protection, or is it an instrument to draw attention? Can the cache-sexe be used to stimulate certain thoughts? Why does not wearing a cache-sexe provoke shame one society but not in another? Are nudity and nakedness the same?
On his quest to answer these questions, the author takes the reader on a review of the anatomy of the female and male genitals and reflects on how this part of the human body has been perceived over time and in various cultures. The different types of male and female cache-sex are discussed with reference to comprehensive illustrations based on unique and sometimes previously unpublished examples of cache-sexes and photographic documentation. The book also pays attention to the covering of the ‘backside’. Following this 360° exploration of the use of the cache-sexe, the place of the cache-sexe in art and fashion is uncovered.
Philip Van Kerrebroeck is an urologist and professor emeritus of Urology at the University of Maastricht. Born in Leuven (Belgium), he trained in Surgery and Urology in Brussels, Utrecht, Nijmegen and San Francisco. Over the years, he has also developed an interest in the history of urology and cultural anthropology. He is currently chairman of the History Office of the European Association of Urology (EAU).
-
Maria van Oekraïne
Maria was een boerenmeisje uit de provincie Tsjernihiv in Oekraïne. Ze groeide op onder het schrikbewind van Stalin en verloor haar familie door de Holodomor (hongersnood) en de communistische terreur. In de zomer van 1942 is ze zeventien en arbeidster in een sovchoze. Daar wordt ze door de Duitse Wehrmacht van het graanveld geplukt en gedeporteerd. Ze wordt Ostarbeiterin in de Zeiss lenzenfabriek van Jena in Oost-Duitsland. Onder deze onmenselijke werk- en levensomstandigheden en gekweld door honger zoekt ze steun bij de icoon van de heilige Nikolaj, die ze erfde van haar baboesia Sofia. In 1944 ontmoet Maria de Vlaamse Aloïs, Fremdarbeiter en brandweerman in Jena. Ze wandelen in de bossen en gaan op zoek naar een nieuwe vrijheid. Maar hun geluk is broos, want de oorlog blijft een geduchte tegenstander. Wanneer de bombardementen van de geallieerden op Jena hun hoogtepunt bereiken en de Russen hun aanval vanuit het oosten verhevigen, worden de geliefden van elkaar gescheiden. Lukt het Maria, die inmiddels zwanger is, haar man terug te vinden?