Diersporen van Europa
€ 59,90
DE GROTE ENCYCLOPEDIE VAN DE DIERSPOREN VAN EUROPA
Met ruim 1600 foto‘s en tekeningen geeft dit tot in het detail doordachte standaardwerk een uitstekend visueel en didactisch inzicht in de wereld van de wilde dieren.
Het boek bevat een uitgebreide inleiding tot de basisprincipes van het spoorzoeken, gedetailleerde beschrijvingen en metingen van prenten en gangen en het maakt praktische vergelijking mogelijk met soorten die gemakkelijk met elkaar verward kunnen worden. De vergelijkingsplaten geeft de prenten weer van zoogdieren en vogels op ware grootte. In gedetailleerde portretten per diersoort beschrijft de auteur uitvoerig alle sporen, evenals de biologie.
Tenslotte behandelt het boek prenten en graasplekken, nesten, holen en andere sporen van veel voorkomende vogels, reptielen, amfibieën en ongewervelde dieren.
‘Een fascinerend boek dat de lezer met een enorme schat aan gedetailleerde kennis, prachtige foto‘s en illustraties op nieuwe wegen leidt in het diverse universum van dierensporen.’
Lorenz Knauer, voorzitter Jane Goodall Institut Deutschland
‘Dit boek is een mijlpaal voor iedereen die geïnteresseerd is in Europese wilde dieren en hun sporen. Een ongelooflijke schat aan kennis, goed doordacht en op een aansprekende manier gecommuniceerd.’
Eva Goris, Deutsche Wildtier Stiftung
Gerelateerde boeken
-
Natuurgids knoppen en twijgen
Met deze handzame gids kunnen aan de hand van knoppen en twijgen meer dan 150 soorten bomen en struiken herkend worden, wanneer deze geen bladeren of bloemen hebben. Een eenvoudige tabel met veel foto’s maakt het makkelijk de soorten op naam te brengen. Daarnaast beschrijft de auteur alle bomen en struiken uitvoerig; deze soortbeschrijvingen bevatten vier tot acht foto’s van de knoppen en twijgen voor een trefzekere determinatie. De boomportretten geven extra informatie over verspreiding en biotoop.
Jean-Denis Godet studeerde biologie en was jarenlang biologieleraar. Hij schreef verschillende boeken over planten. Vooral dankzij zijn bijzondere plantenfotografie staat hij in hoog aanzien.
-
Dinosauriërs
‘Verbluffende, mooie paleokunst. Nu zien we hoe de dinosauriërs er echt uitzagen.’ — CNN
‘Benton neemt je mee terug naar de dinotijd … in full colour, aan de hand van het nieuwste onderzoek.’
— Anne Schulp, hoogleraar vertebratenpaleontologie aan de Universiteit Utrecht en onderzoeker bij Naturalis in LeidenHoe zagen dinosauriërs er echt uit? Daarover is de afgelopen jaren veel duidelijk geworden. Nieuwe wetenschappelijke technieken maken het mogelijk de huid, de schubben, de veren en de werkelijke kleuren van dino’s en ander oerdieren te reconstrueren. De resultaten vinden we in dit schitterende, rijk geïllustreerde boek.
Dino-onderzoeker Michael J. Benton praat u bij over de nieuwste vondsten, over methoden om de kleuren te achterhalen en over het mogelijke gedrag van deze bijzondere dieren. Bob Nicholls, een van ’s werelds toonaangevende paleokunstenaars, brengt een ichtyosauriër, twee vogels, een zoogdier en twee pterosauriërs in meer dan 150 kleurenillustraties tot leven.Michael J. Benton is hoogleraar paleontologie van gewervelden en hoofd van de wereldwijd toonaangevende paleobiologische onderzoeksgroep aan Bristol-universiteit. Hij heeft meer dan vijftig boeken geschreven, inclusief The Dinosaurs Rediscovered (2019) en When Life Nearly Died (2015). Bob Nicholls verzorgde de indrukwekkende kleurenillustraties.
-
Knooppunt Waddenzee
Miljoenen wad- en watervogels trekken ieder jaar heen en weer tussen hun broedgebieden in Groenland, Scandinavië, West-Europa of Siberië, en hun wintergronden in Europa en Afrika. Als je alle routes van die trekvogels op de wereldbol tekent, zie je halverwege die kaart een druk knooppunt: de Waddenzee!
In het project Metawad hebben onderzoekers van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee en de Rijksuniversiteit Groningen vijf compleet verschillende trekvogels van de Waddenzee onderzocht: de kanoet, de drieteenstrandloper, de rosse grutto, de rotgans en de lepelaar. Ze bekeken de vogels niet als ‘bewoners’ van die Waddenzee, maar als gebruikers van een veel groter systeem waar het wad een belangrijk onderdeel van is: het ‘metawad’.
Knooppunt Waddenzee biedt een kleurrijk pallet van portretten van de wetenschappers, die ploeterend met palen en hekwerk achterop hun ets over de kwelder trekken, of uren achtereen in weer en wind – of juist bakkend onder de Afrikaanse zon – naar vogels met kleurringen aan hun pootjes staan te zoeken. Het biedt ook portretten van de vijf onderzochte vogelsoorten. Wat weten we van deze dieren? En vooral: hoe kunnen overheden of natuurbeheerders hun voordeel doen met deze wetenschap?