Eigenheid
€ 24,90
Hoe ontstaan regionale culturen? Zijn ze de moeite waard om te behouden? Op zoek naar antwoorden op deze vragen, neemt de Friese politicus Sietske Poepjes ons mee op een persoonlijke en historisch getinte rondreis die begint in Sneek en die – via Joods Antwerpen, The Middle of Nowhere, Groningen en Boedapest – daar ook weer eindigt.
De Friese cultuur blijkt overeenkomsten te hebben met die van andere regionale minderheidsgroepen. Dat komt door een gedeelde achtergrond van onderdrukking en agressie. Toch heeft ieder volk ook een eigen karakter en een zelfstandige blik op eigenheid. En juist dat maakt ze zo waardevol.
Sietske Poepjes (Harlingen, 1979) is een jurist en CDA-politicus. Ze studeerde Staats- en Bestuursrecht en Rechtstheorie aan de Rijksuniversiteit Groningen en werkte daarna als beleidsmedewerker ruimtelijke ordening en als juridisch controller bij de gemeente Lemsterland. Daarna was zij juridisch adviseur bij de Stichting Duurzame Garnalenvisserij en lid van de Provinciale Staten van Fryslân. Sinds 2011 is zij lid van de Gedeputeerde Staten van Fyslân. Ze bekleedde diverse portefeuilles en heeft sinds 2019 de portefeuilles Klimaat, Energie, Cultuur, Onderwijs en taal. Daarnaast was zij tot de zomer van 2023 loco-commissaris van de Koning.
Gerelateerde boeken
-
Op ús eigen wize
Minderheidstalen en -kultueren moatte it faak ôflizze tsjin de oerhearsking fan dominante kultueren. By de fersprieding fan it kristendom wie meast gjin omtinken foar lytse talen, kultueren en folken, foaral net yn de perioade fan it Westerske kolonialisme. Yn de lêste 50 jier hawwe Afrikaanske kristenen heftich protestearre tsjin de antropologyske earmoed dy’t dat harren oplevere hat.
Sy ûntdutsen yn it bibelboek Hannelingen fan de Apostels in folslein oare missionêre hâlding. Troch de analyze fan sân ferhalen besiket Hinne Wagenaar dy missionêre hâlding fierder op it spoar te kommen. Sa komt hy ta in teologyske basis foar tsjerke en spiritualiteit op in eigen wize. Net allinne foar Afrikaanske teology, mar likegoed om de kontoeren te jaan fan in Fryske teology.ds. Hinne Wagenaar (Nijemardum, 1962) hat studearre yn Grins en New York. Hy wie dûmny foar bûtenlânske studinten yn Nederlân (1990-1997), dosint systematyske teology yn Kumba, Kamerûn (1998-2002), dosint missiology yn Grins (2002-2005) en dûmny fan de Protestantske Gemeente te Wurdum en omkriten (2002-2012). Sûnt 2012 is hy as pionier-predikant ferbûn oan it pioniersplak Nijkleaster en de gemeente Westerwert te Jorwert.
-
Leestekens in het Holtingerveld
Het Holtingerveld kent een rijke geschiedenis met veel verhalen, een geschiedenis die het verdient om gekend te worden. Al in de oude steentijd, zo’n 14.000 jaar geleden, leefden er mensen in het Holtingerveld. Zij sloegen er hun kamp op om op rendieren te jagen. Later, ongeveer 3000 jaar voor Christus, bouwde het Trechterbekervolk de twee hunebedden – robuuste grafmonumenten – aan de voet van de Havelterberg.
In de eeuwen daarna begroef men hun doden in graf- en brandheuvels, die je her en der in het gebied kunt terugvinden. In de middeleeuwen veranderde het landschap van een bosrijk parklandschap naar een open, groots heideveld. In de 19e eeuw was het een woest en ledig gebied, waar runderen en schaapskuddes uit de omringende dorpen graasden. In de Tweede Wereldoorlog veranderde het gezicht van het gebied nog eens. Het dorp Darp werd ontruimd vanwege de aanleg van een groot vliegveld van de Duitse bezetter. Een gedeelte van het oude landschap verdween als sneeuw voor de zon om plaats te maken voor hangars, rolbanen en vliegstrips. In de laatste fase van de oorlog is het gebied intensief gebombardeerd.
Na de oorlog trad de rust weer in. Grote ontginningen zoals in veel andere Drentse gebieden traden in het Holtingerveld maar beperkt op waardoor het karakter van het gebied grotendeels in stand bleef. Tegenwoordig trekt het Holtingerveld vele duizenden bezoekers die er genieten van het afwisselende landschap, de rust en de prachtige uitzichten van de Havelterberg.
In het boek Leestekens in het Holtingerveld maken we in acht hoofdstukken een reis door de tijd door middel van ‘leestekens’ – een soort wegwijzers – in het landschap. Het kan een paal of een steen zijn, soms met een duidelijke aanwijzing. Ze zijn zichtbaar, maar soms ook verborgen. Je moet er oog voor hebben en er naar op zoek gaan.Ieder leesteken in het boek heeft een eigen verhaal met sprekende afbeeldingen en illustraties. Ze gaan over rendierjagers, hunebedbouwers en schaapherders, maar ook over een landschap dat getekend is door menselijke bemoeienis. Over het graven van turf, het begrazen van de heide en de aanleg van het Duitse vliegveld. Over een landschap in herinnering dat ook in deze tijd steeds meer onder druk komt te staan.
Het boek is niet alleen een venster naar het verleden, maar ook naar het heden en nodigt uit om op expeditie te gaan op zoek naar het verborgen ‘goud’ in het landschap, te voet of met de fiets.
-
Het huisgeld en de penningen van de Maatschappij van Weldadigheid en de Rijksgestichten 1821-1871
In 1818 wordt onder de bezielende leiding van Johannes van den Bosch de Maatschappij van Weldadigheid opgericht. In Drenthe sticht hij verschillende koloniën, waar arme landgenoten de kans wordt geboden om door landarbeid een beter bestaan op te bouwen. De kolonisten worden er verplicht om in de koloniewinkels met eigen papieren en metalen huismunten te betalen. Inmiddels zijn de Koloniën van Weldadigheid Unesco Werelderfgoed.
Op meeslepende wijze vertelt Wiebe Nijlunsing hoe het stelsel van huismunten ontstaat en functioneert, waarbij hij de gebruikte munten beschrijft én verschillende situaties waarin deze gebruikt zijn. Daarmee geeft het boek een geheel nieuwe inkijk in de wijze van bestuur en in het dagelijks reilen en zeilen in de koloniën. Een beredeneerde catalogus geeft een helder overzicht van alle op dit moment bekende huismunten.
Dit boek wordt uitgegeven onder auspiciën van het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Munt- en Penningkunde. www.koninklijkgenootschap.nl
-
Harry Potter en de stien fan e wizen
As der in brief brocht wurdt foar de ûngelokkige Harry Potter, komt er achter in tsien jier âld geheim. Syn âlden wienen tsjoenders en waarden fermoarde troch de flok fan in Tsjustere Hear. Harry wie doe noch in poppe, mar hat it op ien of oare manier oerlibbe. Hy ferlit de freeslike Migels dy’t him grutbrocht hawwe, en giet nei Swiniastate, in tsjoendersskoalle mei spoeken en betsjoenings. Harry rekket fersyld yn in tsjuster aventoer as er in trijekoppige hûn fynt, dy’t de tredde ferdjipping fan ‘e skoalle bewekket. Dan heart er fan in ferburgen Stien, mei ferbjusterjende krêften, dy’t tige kostber of tige gefaarlik is.