Eigenheid
€ 24,90
Hoe ontstaan regionale culturen? Zijn ze de moeite waard om te behouden? Op zoek naar antwoorden op deze vragen, neemt de Friese politicus Sietske Poepjes ons mee op een persoonlijke en historisch getinte rondreis die begint in Sneek en die – via Joods Antwerpen, The Middle of Nowhere, Groningen en Boedapest – daar ook weer eindigt.
De Friese cultuur blijkt overeenkomsten te hebben met die van andere regionale minderheidsgroepen. Dat komt door een gedeelde achtergrond van onderdrukking en agressie. Toch heeft ieder volk ook een eigen karakter en een zelfstandige blik op eigenheid. En juist dat maakt ze zo waardevol.
Sietske Poepjes (Harlingen, 1979) is een jurist en CDA-politicus. Ze studeerde Staats- en Bestuursrecht en Rechtstheorie aan de Rijksuniversiteit Groningen en werkte daarna als beleidsmedewerker ruimtelijke ordening en als juridisch controller bij de gemeente Lemsterland. Daarna was zij juridisch adviseur bij de Stichting Duurzame Garnalenvisserij en lid van de Provinciale Staten van Fryslân. Sinds 2011 is zij lid van de Gedeputeerde Staten van Fyslân. Ze bekleedde diverse portefeuilles en heeft sinds 2019 de portefeuilles Klimaat, Energie, Cultuur, Onderwijs en taal. Daarnaast was zij tot de zomer van 2023 loco-commissaris van de Koning.
Gerelateerde boeken
-
De taal van recht en vrijheid
In de middeleeuwen besloeg Friesland een veel groter gebied dan tegenwoordig.Langs een groot deel van de
huidige Nederlandse en Duitse Noordzeekust werd Fries gesproken en geschreven. Middeleeuws Friesland
was echter geen bestuurlijke eenheid, maar eerder een verzameling losse ‘republiekjes’, onderling verbonden door het idee van een Friese ‘vrijheid’. Daarmee vormde dit gebied een uniek geval in middeleeuws West-Europa.De historicus en oudfrisist Oebele Vries is een van de belangrijkste autoriteiten op het gebied van de Friese
middeleeuwen. Voor dit boek zijn, ter gelegenheid van Vries’ 65ste verjaardag,achttien van zijn artikelen geselecteerd die van blijvende invloed op de Friese historiografie zijn. Deze stukken zijn ingedeeld aan de hand van
wat als hoofdthema’s binnen Vries’ oeuvre gelden: politieke geschiedenis, vetewezen, en recht en de Oudfriese rechtsterminologie van middeleeuws Friesland. Het boek opent met een uitgebreid interview met de auteur.Fries – Nederlands – Duits
-
opa en oma pluus in t Grunnegers
In Opa en Oma Pluus gaat Nijntje op visite bij opa en oma Pluus. ‘Opa heb veur nijn n autoped moakt’ en ‘Nijn braaide n waarme douk veur oma Pluus’. Bij de thee eten ze ‘botterkoekjes en nijn mog der twij’.
-
De stem van het water
Omnibus van vier verhalenbundels
Nog geen eeuw geleden ging het grootste deel van het vrachtvervoer over water. De zeilvaart had daarin zowel op de binnenwateren als buitengaats een belangrijk aandeel. Het was een hard bestaan voor de schipper, zijn vrouw en kroost. Wat een moed, zeemanschap en toewijding waren nodig om het schip ‘vrij’ te bevaren, zodat het beroep en de manier van leven konden worden
doorgegeven aan een volgende generatie. Van Ameland tot Maastricht sprak Hylke Speerstra met tientallen schippers en hun vrouwen. Dit resulteerde in deze bundeling verhalen, die de schipperij een stem gaf die wellicht anders nooit zou zijn gehoord. Een waardevolle oral history over een bijzondere episode in de Nederlandse maritieme historie.Als hoofdredacteur van schippersweekblad Schuttevaer raakte Sp eerstra in de ban van de spankracht van het varensvolk. Hij schreef er vier verhalenbundels over: Kop in de wind, De laatste echte schippers, Schippers van de zee en Bij nacht en ontij.
-
Harm van der Meer fertelt
It libben fan dirigint, muzykmaster en minskeman Harm van der Meer (Bantegea, 1940) spile him ôf tusken de skoallen, koaren en orkesten, tusken jonge en âlde minsken, yn doarp en stêd, en yn it iepen fjild. De minsken en de muzyk joegen him genôch stof om in tal ûnferjitlike ferhalen en anekdoates op te skriuwen, dy’t yn dizze bondel sammele binne.
Yn de wurden fan Hylke Speerstra: ‘Optredens mei Harm van der Meer as ynspirator op de bok hiene faak bysûndere mominten. Der kamen mominten dat de wurdearring it applaus foarby gie. Dan foel der yn in grutte katedraal allinne mar in stilte, kearde Harm him nei de tahearders, seach harren yn de wiete eagen en sei er: “Jim hawwe it begrepen.” Syn rispinge kin ryk neamd wurde. Gelokkich hat er dêr, yn beskiedenheid mar mei gefoel foar anekdotyk, in kostber dokumint oer skreaun. Dêryn blykt er ek noch in master-ferteller te wêzen.’
De sfearfolle swart-wytfoto’s fan Henny van den Berg meitsje it ferhaal kompleet: in portret fan in markante man mei in kleurryk libben.