Jopie Huisman
€ 34,90
Jopie Huisman werd beroemd omdat hij het vak van voddenboer combineerde met schilderen. Het (her)gebruiken van oude goederen werd voor hem belangrijk toen hij zijn eigen leven spiegelde in een versleten melkersbroek. Hij schilderde die broek met een gevoel van mededogen.
Het gaf hem de stimulans om de maatschappij in die weggegooide goederen te verbeelden, met een precisie en concentratie die verbluffend was. Daarmee maakte hij een belangrijke stap als schilder; eerder schilderde hij vooral het landschap rond zijn geboorteplaats Workum.
Dit boek bevat het verhaal over Jopie en toont alle belangrijke schilderijen uit de collectie van het Jopie Huisman Museum in Workum.
Gerelateerde boeken
-
Monumentaal Assen
Waarom schilderen kunstenaars alleen bekende steden? Die vraag stelde de Amsterdamse bankier Wim Berghuis (1930-2014) zichzelf eind jaren tachtig. Voor de in Assen geboren Berghuis betekende dat het begin van een zoektocht naar kunstenaars die zijn geliefde stad Assen wilden vastleggen. Het leidde tot een verzameling Asser stadsgezichten van een groot aantal kunstenaars die hij opdracht gaf om de stad op het doek te vereeuwigen. De inspanningen van Berghuis gingen niet onopgemerkt voorbij. Zijn werken werden in de loop der jaren meerdere malen tentoongesteld, niet alleen in het Drents Museum, maar ook in Berlijn en Bad Bentheim.
Monumentaal Assen – Stadsgezichten uit de Collectie W.H. Berghuis is het langverwachte boek met daarin de complete Collectie dr. W.H. Berghuis. 112 werken van maar liefst 70 verschillende kunstenaars worden afgebeeld en beschreven. Annemiek Rens, Hoofdconservator van het Drents Museum, gaat in op het belang van de collectie en de bijzondere kunstwerken. Martin Hiemink neemt de lezer mee in het leven van Wim Berghuis en de historische verhalen achter de gebouwen en plaatsen die de kunstenaars vastlegden. In Monumentaal Assen – Stadsgezichten uit de Collectie dr. W.H. Berghuis wordt Assen op een verrassende wijze in beeld gebracht en laten kunstenaars de lezer steeds opnieuw kennis maken met de stad.
-
Vergeten ijzer
Jan Willem van Vliet fotografeerde vervallen fabrieken en machines die ooit de sociaaleconomische ruggengraat van Groningen vormden. De foto’s herinneren aan de oude glorietijd van de scheepvaart- en steenbakindustrie, de strokartonfabrieken en kalkovens. Een aantal panden, zoals de Glasfabriek in Groningen en de Philips beeldbuizenfabriek in Stadskanaal, is inmiddels voorgoed verloren. Maar dankzij de iconische foto’s van Van Vliet toch niet helemaal.
Alle foto’s zijn verrijkt met verhalen en portretten van ooggetuigen: Frank von Hebel sprak met de arbeiders die de stenen stapelden, klinknagels in scheepswanden drilden en vertrouwd waren met de fluit die aankondigde dat het schafttijd was.
Vergeten IJzer is een eerbetoon aan het oud industrieel erfgoed van Groningen en een pleidooi voor het hergebruik ervan.
Jan Willem van Vliet (1959) is sinds 1981 werkzaam als zelfstandig fotograaf in Noord-Nederland. Zijn hart ligt bij de (regionale) journalistiek.
Frank von Hebel (1974) werkt als journalist voor het Dagblad van het Noorden. Daarnaast is hij auteur van een breed scala aan boeken, zowel fictie als non-fictie.
-
-
Museum Belvédère
In dit collectieboek is informatie over alle ca. 2000 werken in de collectie van Museum Belvédère te vinden. Na de inleiding bestaat het eerste – meer beeldende – deel uit een weergave van talrijke hoogtepunten uit de collectie, ingedeeld naar thema’s als: ‘Havens, zee, duinen’; ‘Mensen, koppen, portretten’ en ‘Bloemen, struiken, bomen’. Het twee deel bestaat uit een alfabetische opsomming van alle kunstwerken uit de collectie, die op naam van de kunstenaar terug te vinden zijn. Als geheel biedt het boek een uniek overzicht van de moderne en hedendaagse kunst die het museum rijk is. Het toont werk van belangrijke Friese schilders als Jan Mankes, Thijs Rinsema, Tames Oud, Gerrit Benner, Boele Bregman, Willem van Althuis en Sjoerd de Vries, maar laat daarnaast ook werken van geestverwanten uit binnen- en buitenland zien.
Het collectieboek wordt ingeleid en is samengesteld door Han Steenbruggen, die sinds 2008 directeur-conservator van Museum Belvédère is.