En toch zal ik
€ 14,90
Marten Douwes Teenstra maakte in zijn tijd naam in de koloniën en als schrijver. Door zijn reizen, eerst in ‘de Oost’, later in ‘de West’ werd hij één van de eerste voorstanders van afschaffing slavernij (abolitionist). Nog vóór Max Havelaar (1860) en De hut van oom Tom (1852) verschenen, veroordeelde Marten al de barbaarse behandeling van de slaafgemaakten in Zuid Afrika, Java en Suriname. Het werd hem niet in dank afgenomen en leverde hem een ‘functie elders’ op.
Met zijn felle woordkeuze maakte Marten zich bij veel mensen niet geliefd. Naast zijn voortdurende strijd tegen de slavernij bleef hij tot zijn dood aantrappen tegen schijnheiligheid en hypocrisie, tegen ‘Cocksianen’, ambtenaren en bijgelovigheid.
Marten was lid van de Nederlandsche Maatschappij ter Bevordering van de Afschaffing der Slavernij, en na zijn terugkeer in Groningen bestookte hij de regering in Den Haag onvermoeibaar met verzoekschriften om een einde te maken aan de slavernij in de Nederlandse koloniën. Mede door zijn inbreng kwam na 1854 de discussie over de slavernij op gang, waarna vlak voor zijn dood op 1 juli 1863 de slavernij werd afgeschaft.
Toch is zijn naam voor veel mensen nu onbekend. Door dit boek krijgt de naam Teenstra weer de bekendheid die het verdient.
Gerelateerde boeken
-
-
Geschonden wereld
Midden in de Tweede Wereldoorlog schrijft historicus Johan Huizinga zijn laatste werk, een boek met een veelzeggende titel: De geschonden wereld. Door de opkomst van de massacultuur, het fascisme, en zeker het nazisme, ligt de beschaving onder vuur. De beschaving is niet alleen in de praktijk teloorgegaan, ook als idee ligt ze onder vuur. Huizinga vraagt zich af of het tij te keren is. Herstel van de beschaving is mogelijk, stelt hij, als we afstand nemen van massacultuur en materialisme. Zo scheppen we ruimte voor het individu en de geest.
Helaas weer actueel
Johan Huizinga (1872-1945) was Nederlands invloedrijkste historicus van de twintigste eeuw. Hij publiceerde onder meer het wereldberoemde Herfsttij der Middeleeuwen en het filosofisch getinte Homo Ludens.
-
Standhouden
Adellijk landgoedbeheer in Nederland - de twintigste eeuwse geschiedenis van Leuvenum en De Bannink€ 49,90Standhouden
De Nederlandse adel gold lang als heersende klasse van grondbezitters. Op het platteland bezaten adellijke families generaties lang omvangrijke landgoederen. Sociale, economische, ruimtelijke en maatschappelijke ontwikkelingen brachten in de twintigste eeuw grote veranderingen in deze oude bezits- en machtsstructuur. Op grote schaal werden landgoederen verkocht, afgebroken, of ze veranderden van eigendomsvorm.
De belangrijkste thema’s van Standhouden zijn de ontwikkelingen die plaatsvonden in de relatie van de landheer tot zijn bezit, in de exploitatie, de sociale verhoudingen tussen werknemers, bewoners en pachters, en de culturele betekenis van het landgoedbezit.
Centraal staat de adellijke familie Sandberg, die tot het einde van de twintigste eeuw de landgoederen Leuvenum (Gelderland) en De Bannink (Overijssel) bezat. Aan de hand van uniek archiefmateriaal wordt een persoonlijk beeld geschetst van leven, wonen en werken op een landgoed in de twintigste eeuw. Het leven van de familie Sandberg en het beheer van Leuvenum en De Bannink veranderde drastisch toen aan het einde van de Tweede Wereldoorlog, als gevolg van het overlijden van de eigenaar en zijn zoon (en beoogd opvolger), zijn weduwe en hun drie dochters het beheer van de landgoederen overnamen. Gedurende de tweede helft van de twintigste eeuw spanden deze vrouwen zich in om beide landgoederen en de agrarische gemeenschappen te behouden.Naast deze bijzondere familie- en landgoedgeschiedenis schetst dit boek een gedetailleerd beeld van het groeiende overheidsingrijpen en van de veranderende houding ten opzichte van landschaps- en erfgoedzorg en landgoedbeheer in deze periode.
Willemieke Ottens is architectuur- en landschapshistoricus gespecialiseerd in het groene erfgoed. Zij is werkzaam bij een bureau voor landschap en zal binnenkort op dit onderwerp promoveren.