En toch zal ik

Marten Douwe Teenstra en zijn strijd
Jaap Tuma

 14,90

Marten Douwes Teenstra maakte in zijn tijd naam in de koloniën en als schrijver. Door zijn reizen, eerst in ‘de Oost’, later in ‘de West’ werd hij één van de eerste voorstanders van afschaffing slavernij (abolitionist). Nog vóór Max Havelaar (1860) en De hut van oom Tom (1852) verschenen, veroordeelde Marten al de barbaarse behandeling van de slaafgemaakten in Zuid Afrika, Java en Suriname. Het werd hem niet in dank afgenomen en leverde hem een ‘functie elders’ op.

Met zijn felle woordkeuze maakte Marten zich bij veel mensen niet geliefd. Naast zijn voortdurende strijd tegen de slavernij bleef hij tot zijn dood aantrappen tegen schijnheiligheid en hypocrisie, tegen ‘Cocksianen’, ambtenaren en bijgelovigheid.

Marten was lid van de Nederlandsche Maatschappij ter Bevordering van de Afschaffing der Slavernij, en na zijn terugkeer in Groningen bestookte hij de regering in Den Haag onvermoeibaar met verzoekschriften om een einde te maken aan de slavernij in de Nederlandse koloniën. Mede door zijn inbreng kwam na 1854 de discussie over de slavernij op gang, waarna vlak voor zijn dood op 1 juli 1863 de slavernij werd afgeschaft.

Toch is zijn naam voor veel mensen nu onbekend. Door dit boek krijgt de naam Teenstra weer de bekendheid die het verdient.

Verschijningsvorm:
Paperback
Taal:
Nederlands
Uitgeverij:
Noordboek - Van Gorcum
Aantal pagina's:
80
Druk:
1
Uitgiftedatum:
30-04-2023
Gewicht:
185 gram
Afmeting:
240x170x6 mm
ISBN:
9789023259695

Gerelateerde boeken

  • Landschapsbiografie van Westerwolde

    Landschapsbiografie van Westerwolde

    Jan Bakker, Bauke Roelevink, Geert Volders, Jochem Abbes, Ruut Wegman, Theo Spek
     39,95

    Landschapsbiografie van Westerwolde

    Westerwolde kent een grote variatie aan bijzondere cultuurlandschappen: van het unieke kloosterlandschap van Ter Apel in het zuiden, het nog zeer goed bewaard gebleven esdorpenlandschap langs de Ruiten Aa met zijn oude nederzettingen, essen, heidevelden en beekdalen, de historische verdedigingslinie rond Bourtange en Oudeschans tot aan de weidse veenontginningslandschappen bij Vriescheloo en Bellingwolde. Weinig streken in Noord-Nederland hebben zoveel bijzondere cultuurhistorische relicten en een zo rijk gelaagde geschiedenis met tal van bijzondere historische verhalen.
    Door de verschillende grondsoorten heeft Westerwolde een sterk gevarieerde agrarische geschiedenis die tot op heden bepalend is voor het landelijk gebied. Ook de waterstaatkundige geschiedenis van Westerwolde heeft een eigen gezicht. Daarnaast is de streek ook rijk aan allerlei soorten natuur: in de beekdalen van Runde, Ruiten Aa, Mussel Aa en Westerwoldse Aa, in de bossen en heidevelden, maar ook in het boerenlandschap met zijn talrijke houtwallen, singels, akkerflora en bosjes. Juist de in eeuwen gegroeide intensieve verbinding tussen natuur en cultuur maken dit gebied zo belangrijk en veelzijdig.

    De Landschapsbiografie van Westerwolde is tegelijkertijd ook een biografie van mensen. Tientallen generaties bewoners, maar ook voorbijgangers en buitenstaanders, hebben het landschap in de loop der eeuwen gemaakt tot dat wat het nu is, en doen dat ook nu en in de toekomst. Om die reden wordt in deze biografie ook veel aandacht besteed aan hun leven, hun drijfveren, hun activiteiten en hun zichtbare sporen in het huidige landschap.

    De Landschapsbiografie van Westerwolde is een wetenschappelijk verantwoord, toegankelijk geschreven verhaal over de ontstaansgeschiedenis, kwaliteiten en toekomstmogelijkheden van het landschap in deze regio. De biografie is rijk geïllustreerd met landschapsfoto’s, kaarten en landschapsreconstructies die de verschillende levensfasen van Westerwolde weerspiegelen.

     39,95
  • Geschiedenis van Drenthe

    Geschiedenis van Drenthe

    Een archeologisch perspectief
    Wijnand van der Sanden
     39,50

    Geschiedenis van Drenthe

    Drenthe kent een lange bewoningsgeschiedenis. De oudste sporen van menselijke aanwezigheid gaan zeker 50.000 jaar terug, misschien wel meer dan 100.000 jaar. In die lange periode voltrekken zich grote veranderingen. Gedurende het grootste deel van die eindeloze tijd leven de bewoners als jager-verzamelaars. Vanaf 5000 v.C. nemen ze zeer geleidelijk agrarische praktijken uit zuidelijker streken over. De invloed op het landschap wordt steeds groter. Er worden akkers aangelegd en opvallende grafmonumenten opgericht: eerst hunebedden, later grafheuvels en uitgestrekte urnenvelden. Lange tijd kan de bevolking, die in kleine gehuchten woonde, haar zelfstandigheid behouden. Ze blijft buiten het Romeinse Rijk, maar rond 800 na C. volgt dan de hardhandige inlijving bij het Frankische Rijk van Karel de Grote.
    De veranderingen die dat met zich meebrengt, zijn diepgaand. De oude religie wordt langzaam verdrongen door het Christendom, er worden kerken gebouwd en de dorpen komen op hun huidige plaats terecht. Drenthe blijft ook in de eeuwen daarna een agrarische regio, met slechts enkele kleine stedelijke kernen. Adel speelt er nauwelijks een rol. De grootschalige veenafgravingen, die kort na 1600 beginnen, zullen het aanzien van het ooit door moerassen omgeven ‘oude landschap’ dramatisch veranderen.

    Geschiedenis van Drenthe – Een archeologisch perspectief geeft een overzicht van wat de archeologie heeft bijgedragen aan de kennis over Drenthe vanaf de vroegste tijden tot aan de Tweede Wereldoorlog. Vanaf de 9e eeuw zijn er weliswaar historische bronnen, maar die vertellen maar een deel van het verhaal. Archeologen kunnen met hun specifieke onderzoeksmethoden kennis over de Middeleeuwen en de Nieuw(st)e Tijd genereren die niet uit geschreven bronnen te halen is. We maken kennis met jachtkampementen, monumentale en bescheiden grafmonumenten, opgegraven gehuchten en sporen van rituelen in nederzettingen en daarbuiten. En natuurlijk ontmoeten we (anonieme) mensen, waaronder machtige hoofdmannen en een onfortuinlijk ‘lelijk eendje’.

    Dr. Wijnand van der Sanden (1953) studeerde West-Europese Prehistorie aan de Rijksuniversiteit Groningen en was 30 jaar provinciaal archeoloog van Drenthe, de eerste tien jaar in combinatie met het conservatorschap bij het Drents Museum. Sinds 2017 is hij conservator archeologie bij het Drents Museum. Hij schreef diverse boeken over veenlijken in en buiten Nederland, houten ‘godenbeelden’ uit Noordwest-Europa en galgenbergen en hunebedden in Drenthe.

     39,50