Exit Fryslân
€ 27,50
In de afgelopen tweeëneenhalve eeuw vond Friesland zichzelf uit als de meest eigenzinnige provincie van Nederland. Met een eigen taal, een langere geschiedenis dan die van Nederland zelf en bewoond door een vrijheidslievend volk dat zich voortdurend aan vreemde dwang ontworstelde. Hoe vergaat het die cultuur in onze tijd van globalisering en van globale crises? Welke kansen heeft ze nog, welke hoop kan ze nog bieden? En wat kan in een periode van groeiende wereldgelijkvormigheid überhaupt de betekenis van een plaats – een eigen plek – nog zijn? De essays en artikelen in dit boek vormen een zoektocht naar een antwoord.
Goffe Jensma (1956) is emeritus hoogleraar Friese taal- en letterkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Gerelateerde boeken
-
-
Joden van Leeuwarden
“Hartog Beem heeft de geschiedenis van de Joodse gemeenten buiten de Randstad op de kaart gezet. Daarvan is dit boek over Leeuwarden een onovertroffen hoogtepunt.” – Rabbijn Edward van Voolen
In 1974 verscheen de eerste editie van ‘Joden van Leeuwarden – Geschiedenis van een Joods Cultuurcentrum’. Als kenner van de joodse bronnen en jarenlang bestuurslid van de gemeente was Hartog Beem (1892 – 1987) als geen ander in staat Joods Leeuwarden van binnenuit te beschrijven, vanaf het prille begin in de zeventiende eeuw tot de jaren zeventig van de vorige eeuw. Hij was al in 1940 gevraagd maar het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog leidde tot uitstel van de plannen. Architectuurhistoricus J.F. van Agt (1922-2013) voegde een hoofdstuk toe over de Friese synagogen, de meeste inmiddels verdwenen.
Voor deze herziene editie schreef Chaim Caran, genealoog van de Friese Joden, een hoofdstuk met nieuwe gegevens over de oudste en de meer recente geschiedenis van de Joden in de Friese hoofdstad, terwijl Edward van Voolen Hartog Beem aan de huidige lezers voorstelt. Ook is het nu voorzien van een namenindex.
De bewogen geschiedenis van de Joden van Leeuwarden krijgt een bijzonder perspectief door de vele citaten uit de notulen van de gemeente, eerst in het Jiddisch en later in het Nederlands. Het tragische lot van de joden in Leeuwarden en het moeizame naoorlogse herstel beschrijft Beem als ooggetuige met ingehouden emotie.
-
Exit Fryslân
In de afgelopen tweeëneenhalve eeuw vond Friesland zichzelf uit als de meest eigenzinnige provincie van Nederland. Met een eigen taal, een langere geschiedenis dan die van Nederland zelf en bewoond door een vrijheidslievend volk dat zich voortdurend aan vreemde dwang ontworstelde. Hoe vergaat het die cultuur in onze tijd van globalisering en van globale crises? Welke kansen heeft ze nog, welke hoop kan ze nog bieden? En wat kan in een periode van groeiende wereldgelijkvormigheid überhaupt de betekenis van een plaats – een eigen plek – nog zijn? De essays en artikelen in dit boek vormen een zoektocht naar een antwoord.
Goffe Jensma (1956) is emeritus hoogleraar Friese taal- en letterkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen.
-
Marijke Meu (1688-1765)
Marijke Meu (tante Marijke) is de koosnaam van Maria Louise van Hessen-Kassel (1688-1765) waaronder de Friezen hun vorstin uit de achttiende eeuw kennen. Zoiets zegt veel over de aard van de band die de Friezen met deze prinses uit het huis van Oranje-Nassau hadden. Veel minder bekend is haar voortdurende strijd om de belangen te verdedigen van haar enige zoon: de latere stadhouder Willem IV. Het voortbestaan van het huis Oranje-Nassau, waarvan de Hollandse tak met het overlijden van stadhouder Willem III in 1702 uitgestorven was, leek door de dood van Johan Willem Friso in 1711 onzeker.
‘Marijke Meu’, Friso’s weduwe, vormde geruime tijd de dunne draad die Willem van Oranje met ons tegenwoordige koningshuis verbond. Lang heeft de officiële Nederlandse geschiedschrijving zowel aan haar als aan haar tijd weinig aandacht besteed. Met deze biografie worden leemten in onze kennis van de achttiende-eeuwse stadhouderlijke familie aangevuld.