Fan ‘t iene yn ‘t oare. Doarpsferhalen

Jan Tabak

 12,50

    Dit boek is niet via onze winkelmand te bestellen. U kunt het bestellen door hieronder uw gegevens in te vullen. Wij nemen contact met u op!

    Jan Tabak skriuwt doarpshalen. Ferhalen oer foarhinne, oer moaie en bysûndere minsken. De skriuwer tekenet it Fryske doarpslibben fan ‘e jierren fyftich en sechstich yn ‘e foarige iuw fol humor. De foarfallen binne o sa werkenber. Jan Tabak hat in skerp each foar de minsklike kant, foar it lytse dat soms grut wêze kin. O sa linich skreaun. Ferdivedearjend. Spannend. Ferhalen dy’t ferhalen oproppe: fan it iene komt it oare.

    Jan Tabak (Wânswert, 1949) publisearre earder yn eigen behear Marianne, troch alles hinne en In slach om ‘e buorren…, twa bondels mei fersen.

    Gerelateerde boeken

    • Marijke Meu (1688-1765)

      Marijke Meu (1688-1765)

      Stammoeder van ons vorstenhuis
      Fred Jagtenberg
       25,00

      Marijke Meu (1688-1765)

      Marijke Meu (tante Marijke) is de koosnaam van Maria Louise van Hessen-Kassel (1688-1765) waaronder de Friezen hun vorstin uit de achttiende eeuw kennen. Zoiets zegt veel over de aard van de band die de Friezen met deze prinses uit het huis van Oranje-Nassau hadden. Veel minder bekend is haar voortdurende strijd om de belangen te verdedigen van haar enige zoon: de latere stadhouder Willem IV. Het voortbestaan van het huis Oranje-Nassau, waarvan de Hollandse tak met het overlijden van stadhouder Willem III in 1702 uitgestorven was, leek door de dood van Johan Willem Friso in 1711 onzeker.
      ‘Marijke Meu’, Friso’s weduwe, vormde geruime tijd de dunne draad die Willem van Oranje met ons tegenwoordige koningshuis verbond. Lang heeft de officiële Nederlandse geschiedschrijving zowel aan haar als aan haar tijd weinig aandacht besteed. Met deze biografie worden leemten in onze kennis van de achttiende-eeuwse stadhouderlijke familie aangevuld.

       25,00
    • Landgoed De Braak

      Landgoed De Braak

      Twee eeuwen cultuur- en natuurbeleving
      Els van der Laan-Meijer, Michiel Purmer
       17,50

      Landgoed De Braak

      Vlakbij de stad Groningen, op de provinciegrens met Drenthe, ligt het landgoed De Braak. In de zeventiende eeuw stichtte de Groningse elite een buiten, gelokt door het aantrekkelijke landschap zo dicht bij de stad. Eerst waren het de welgestelde burgers die hier hun buitenverblijf hadden, later zou De Braak een geliefd wandeloord worden voor de Stadjers.
      In 1827 kocht ondernemer Abraham Hesselink het landgoed en hij gaf de bekende tuinarchitect Lucas Pieters Roodbaard (1782-1851) de opdracht om de strakke lanen te transformeren naar een landschappelijke aanleg met schitterende waterpartijen. De erven Hesselink hebben in 1888 De Braak verkocht aan de bekende Groningse industrieel Jan Evert Scholten. Hij transformeerde De Braak in enkele jaren tot een aantrekkelijk en succesvol openbaar wandelpark , voorzien van de nodige attracties.

      In 1920 kocht het jonge Natuurmonumenten de Braak, waarmee het voor deze vereniging de eerste aankoop van een compleet landgoed was. De publieksfunctie van dit wandelpark werd daarmee voor de stad en de streek voor de verdere toekomst gegarandeerd. In de afgelopen honderd jaar zocht Natuurmonumenten naar een evenwicht tussen het aantrekkelijke wandelpark en hoge natuur- en cultuurwaarden. Het verhaal van de eigenaren en het beheer op het oude landgoed van de afgelopen tweehonderd jaar is nog altijd beleefbaar voor de wandelaars uit Groningen en Drenthe en ver daarbuiten.

       17,50
    • Oranjekoek

      Oranjekoek

      Tryntsje Nauta
       39,90

      Oranjekoek

      Zoveel Friese bakkers, zoveel oranjekoeken. Een Fries feest is niet compleet zonder oranjekoek. Het zoete banket kent een lange historie en is uitgegroeid tot een feestelijk symbool. Maar zoals ‘dé Fries’ niet bestaat, heeft ook dé oranjekoek vele verschijningsvormen. In een tot fotostudio
      omgebouwd busje is beeldend kunstenaar Tryntsje Nauta op bezoek geweest bij alle drieënnegentig Friese bakkers om hun oranjekoek te documenteren.

      Safolle bakkers, safolle oranjekoeken. In Frysk feest is net kompleet sûnder oranjekoeke. It swiete banket hat in lange histoarje en is útgroeid ta in feestlik symboal. Mar sa as ‘dè Fries’ net bestiet, hat ek dè oranjekoeke in soad ferskiningsfoarmen. Yn in ta fotostudio omboud buske gie keunstner Tryntsje Nauta op besite by alle trijeennjoggentich bakkers om harren oranjekoeke te fotografearjen.

      There are as many oranjekoeken as there are bakeries. A Frisian party is not complete without oranjekoek. This sweet pastry has a long history and has gradually developed into a festive Frisian icon. But just as there is no stereotypical Frisian, likewise oranjekoek comes in many forms. In a minibus converted into a photographic studio photographer Tryntsje Nauta visited all the ninety-three bakeries to photograph their oranjekoek.

       39,90
    • Doopsgezinden in Friesland

      Doopsgezinden in Friesland

      1530-1850
      Cor Trompetter
       16,90

      Doopsgezinden in Friesland

      In Doopsgezinden in Friesland schetst historicus Cor Trompetter het ontstaan van de doopsgezinde beweging in Friesland, met als centrale guur de ex-katholiek geestelijke Menno Simons. Hoe kon een minderheid als de doopsgezinden in de zeventiende en achttiende eeuw toch zo’n belangrijk stempel drukken op ons geestelijk erfgoed? Doopsgezinden stonden in politieke zin aan de kant, werden vervolgd en toch speelden ze een buitengewone rol op economisch en cultureel gebied.

      Verdrinking, onthoofding, ophanging en verbranding viel een doopsgezinde ten deel vanwege afwijkende standpunten en leer. Ook Menno Simons kwam al snel bij de vervolgers in het vizier en vluchtte daarom weg uit Friesland. Simons is nooit de onbetwiste leider van de doperse beweging geweest. Voortdurend was er strijd binnen die beweging. Verharding van standpunten en daarop volgende scheuringen waren het resultaat. Aan het einde van Menno’s leven waren de conicten zo hevig geworden, dat de doopsgezinde beweging in de Nederlanden feitelijk in verschillende groepen uiteen was gevallen. Ook in Friesland, bij botsingen tussen de ‘harde Friezen’ en de ‘nog hardere Friezen’. De onderlinge verdeeldheid onder doopsgezinden was niet zelden een veel groter gevaar dan welke tegenstander van buiten dan ook. Trompetter schetst een politiek-sociale ontwikkeling van deze stroming in de latere eeuwen.

       16,90