Harlingers en hun wapenborden (1740-1910)
€ 49,90
Bestuurders van instellingen in Harlingen lieten tussen 1740 en 1910 trots hun wapens afbeelden op grote schilderijen. Sommigen hadden al generaties lang een familiewapen, anderen lieten er speciaal een maken. Van deze unieke Harlinger wapenborden zijn veertien bewaard met in totaal ongeveer vijfhonderd wapens. Het gaat om wapenborden van de armenvoogdij, de diaconie, de schutterij en het weeshuis, evenals een wapenbord van het bestuur van de Friese Admiraliteit.
In dit boek bieden Dirk Zeilmaker en Kees Kuiken een compleet overzicht van de wapens en de achtergrond van de personen aan wie ze toebehoorden. Onmisbaar voor wie belang stelt in heraldiek en genealogie, maar ook voor historisch geïnteresseerden in Harlingen.
Gerelateerde boeken
-
200 jaar Friese landbouwmechanisatie
In de afgelopen twee eeuwen veranderde de wijze waarop in Friesland landbouw bedreven werd ingrijpend. Rond 1800 werkte de boer nog voornamelijk met de hand, geholpen door zijn paard. Een eeuw later nam de trekker de rol van het paard over en volgde op mechanisatiegebied de ene revolutionaire ontwikkeling na de andere. In Friesland begonnen in de jaren net voor en na de Tweede Wereldoorlog innovatieve dorpssmeden en uitvinders met de import, verkoop en bouw van landbouwwerktuigen. Een aantal van hen groeide uit tot succesvolle fabrikanten en handelaren en werden internationale spelers met een iconische status. Voorbeelden zijn de rood-gele landbouwwagens van Miedema, de blauwe hooischudder van Eureka, de maaibalk van Schukken en de gierpomp van Hermes. Friesland leverde ook wereldprimeurs, zoals de melkrobot uit Oentsjerk en de snarenbedpootmachine en looftrekker van uitvinder Abe Gerlsma.
In dit rijk geïllustreerde standaardwerk beschrijft Henk Dijkstra de historie van de landbouwmechanisatie in Friesland, met uitstapjes naar nationale en internationale ontwikkelingen. Aan het eind van het boek wordt uitgebreid de geschiedenis van de 15 belangrijkste Friese fabrikanten van landbouwmachines beschreven.
Henk Dijkstra (Gytsjerk, 1959) is directeur van het Fries Landbouwmuseum in Leeuwarden.
-
Fryslân yn de Gouden Iuw
Hoe seach Fryslân der yn de Gouden Iuw út? Wat hat tusken 1585 en 1685 it ûnderskiedende west fan Fryslân binnen de Republyk? Fryslân ûnderskiede him fan de oare gewesten troch in eigen steedhâlder, in bloeiende akademy en troch in taal.
Lju út de boargerij koenen foar it earst in foarnaam plak fine yn de maatskippij en waarden sa diel fan de regintemacht. In nije, ûnôfhinklike steatsfoarm koe opboud wurde. Mar om 1620-1630 hinne waard yn reginterûnten eigenbelang boppe publyk belang steld en de ekonomyske efterútgong fan 1650 ôf makke dat doe in iuwen duorjende statyske stannemaatskippij ûntstie.
De Gouden Iuw wie foar Fryslân in bloeiperioade dy’t noait mear neifolging krige.Philippus Breuker (1939) hat meiwurker fan de Fryske Akademy west en heechlearaar oan de universiteiten fan Leiden en Amsterdam. Hy publisearret oer skiednis, letterkunde en lânskip fan Fryslân.
-
Nooitgedagt
Het Friese stadje IJlst was wereldberoemd in heel Nederland dankzij Nooitgedagt, de fabriek in schaatsen, gereedschap en speelgoed. De opkomst, groei en ondergang van het bedrijf – gesticht en voortgezet door de gelijknamige familie – duurde van 1865 tot 2003. In deze periode waren IJlst en Nooitgedacht onlosmakelijk met elkaar verbonden. De fabriek drukte haar stempel op de stad en veel IJlster gezinnen waren afhankelijk voor hun inkomen van Nooitgedagt. De familie voelde zich verantwoordelijk voor het welbevinden van stad en personeel.
Dit boek toont het verhaal van dit icoon van de Nederlandse maakindustrie, dat staat voor schaalvergroting en dynamiek binnen succesvolle familiebedrijven uit diezelfde periode. Vijf jaar nadat de familie het bedrijf verkocht werd het opgedoekt door toedoen van meedogenloze Amerikaanse multinationals.