Het halve dorp moest verhuizen

De Doleantie in Hijlaard
Kees Bevaart

 34,90

Let op! Verwacht rond 30-10-2025

Friesland ligt bezaaid met honderden terpdorpen, met elk een eigen kerk. Veehouders, ambachtslieden en arbeiders werkten er samen in een alledaagse werkverdeling en in (ogenschijnlijke) gemoedelijkheid. Zo ook in Hijlaard, iets ten zuidwesten van Leeuwarden.

Op kerkelijk gebied groeide echter in de loop van de negentiende eeuw een schisma dat achteraf gemakkelijk aanwijsbaar is, maar door de dorpelingen lange tijd niet als zodanig werd ervaren. Orthodoxe en vrijzinnige hervormden groeiden uit elkaar, waarbij in Hijlaard vooral twee veehouderfamilies tegenover elkaar stonden. Die tweestrijd kwam tot uiting in een breuk: de Doleantie van 1887. Een meerderheid van de bevolking brak met de Hervormde Kerk, verloor daardoor haar kerkelijke bezittingen en stichtte vervolgens een eigen kerk en kerkgebouw.

Ook elders in Nederland werden dorpsgemeenschappen gespleten door de Doleantie, maar in Hijlaard liet zich de strijd tot in bijzonderheden reconstrueren: geen enkele Hijlaarder kon ontkomen aan het maken van een keuze (tot en met ‘de dronkaard en de gek’). En toen de vrijzinnigen de strijd hadden gewonnen, volgde hun wraak – het halve dorp moest verhuizen.

Kees Bevaart studeerde Culturele antropologie en Theorie en methoden van de eigentijdse geschiedenis aan de Vrije Universiteit.

Verschijningsvorm:
Hardcover
Taal:
Nederlands
Uitgeverij:
Uitgeverij Noordboek
Aantal pagina's:
352
Druk:
1
Datum verwacht:
30-10-2025
ISBN:
9789464714104

Gerelateerde boeken

  • Opstand en ondergang van de veenarbeiders in Zuidoost-Drenthe

    In 1921 stond Zuidoost-Drenthe letterlijk en figuurlijk in brand. De dramatische gebeurtenissen van dat jaar, de aanloop en de onderliggende oorzaken worden in Opstand en ondergang van de veenarbeiders in Zuidoost-Drenthe 1860-1921 op indringende wijze beschreven.

    Turfwinning was decennialang de belangrijkste bedrijfstak in Zuidoost-Drenthe. Toen in 1921 de turfwinning in het gebied instortte ontstond een sociale ramp: werkloosheid, armoede en honger. De veenarbeiders kwamen hiertegen massaal in opstand.

    Deze crisis kwam echter niet uit de lucht vallen. Al vijftig jaar eerder waren er tekenen dat de turfwinning zijn langste tijd gehad had, doordat turf steeds meer door steenkool werd vervangen. De teruglopende rentabiliteit werd op de veenarbeiders afgewenteld, onder meer door het verlagen van hun lonen. In dezelfde periode kreeg het socialisme voet aan de grond en werden er vakbonden opgericht. Deze ontwikkelingen zetten de arbeidsverhoudingen verder op scherp. Juist in deze periode raakten in andere gebieden de turfvoorraden uitgeput en verschoof de turfwinning naar Zuidoost-Drenthe. Gesteund door hun vakbonden kwamen de veenarbeiders in opstand. Maar ook binnen de vakbewegingen was rivaliteit. Anders dan in de rest van Nederland speelde in Zuidoost-Drenthe binnen de vakbewegingen vooral de botsing tussen de revolutionaire socialisten en sociaaldemocraten. Het overgeleverde beeld van arme, ongeschoolde en opstandige veenarbeiders is sterk bepaald door deze laatste fase van de vervening.

    Dit boek beschrijft de sociale en economische aspecten van de veenwinning, de opkomst en rivaliteit binnen de vakbewegingen en de aanloop naar de massale arbeidersopstand van 1921 in Zuidoost-Drenthe.

     39,95
  • Niet meer blaffen naar de maan

    Niet meer blaffen naar de maan

    Religie, wetenschap en magie in de vroege middeleeuwen
    Raoul Bauer
     25,00

    Niet meer blaffen naar de maan

    Zijn er tussen wetenschap, geloof en magie waterdichte schotten te plaatsen? Is er een verschil tussen een wonderbaarlijk mirakel en een te mijden toverkunstje? Is de rede enkel te vinden in de wetenschap of speelt die ook een rol in religie en magie? Hoe stond de kerk tegenover wetenschappelijke bevindingen?

    Raoul Bauer gaat op zoek naar antwoorden op deze vragen en vindt ze onder meer in de geschriften van de grote wetenschappers uit de Middeleeuwen. We leren Isidorus van Sevilla kennen die een encyclopedie schreef die eeuwenlang gebruikt werd. Beda Venerabilis, dé wetenschapper bij uitstek van de achtste eeuw, onderzoekt mirakels, berekent de paasdatum en denkt na over het fenomeen van de getijden. Via de Karolingische renaissance komt Gerbert van Aurillac aan het woord, de paus-wiskundige van het ‘merkwaardige’ jaar 1000.

    Raoul Bauer, historicus en doctor in de letteren, is emeritus hoogleraar cultuurgeschiedenis in de Associatie van de K.U.Leuven. Hij publiceerde eerder bij uitgeverij Sterck & De Vreese het boek Karel de Grote.

    ‘We raken nooit dichter bij het begin van alles. In die zin is in de moderne natuurkunde niet anders dan de theologie van de middeleeuwen, toen er ook heel diepzinnige vragen werden gesteld, zonder dat er antwoorden kwamen.’ – Heino Falcke, hoogleraar radioastronomie en astrodeeltjesfysica, Radboud Universiteit Nijmegen

     25,00
  • Rentmeester van nature

    Rentmeester van nature

    Pieter G. van Tienhoven (1875-1953)
    Frank J.A. Saris
     39,90

    Rentmeester van nature

    Dankzij natuurbeschermers van het eerste uur zijn de belangrijkste natuurgebieden in Nederland behouden gebleven. Naast mensen als Heimans en Thijsse speelde ook Van Tienhoven, een van de eerste voorzitters van de Vereniging Natuurmonumenten, een cruciale rol. In Rentmeester van nature beschrijft Frank Saris hoe de ontplooiing van deze nieuwe rijke parallel liep met belangrijke ontwikkelingen binnen de natuurbescherming enerzijds en het (aristocratisch) al dan niet zelf verworven landgoederenbezit anderzijds.
    De natuurbeschermingselite koos onder leiding van Van Tienhoven lange tijd voor een weg via de hoogste gezagsdragers, ten voordele van het eigen grootgrondbezit. De Tweede Wereldoorlog vormde voor hem een hoogtepunt en succesverhaal van deze neocorporatistische praktijk van ‘polderen van bovenaf’. De gevolgde strategie veranderde in de bezettingstijd niet wezenlijk; de machtspositie van de gesprekspartners wel, en daarmee de uitkomst. Van Tienhoven zat midden in de oorlog op het toppunt van zijn invloed en macht, iets dat hijzelf steeds nastreefde en dat hij met steun en in de geest van de bezetter sneller vorm kon geven.

    Frank J.A. Saris (1952) is natuurbeschermer, vogelonderzoeker en natuurontwikkelaar en werkte bij zelfstandige onderzoeksorganisaties. In 2018 verscheen zijn biografie Natuurbescherming als hartstocht, over Victor Westhoff (natuurbeschermer periode 1945-2000).

     39,90