Het halve dorp moest verhuizen
€ 34,90
Friesland ligt bezaaid met honderden terpdorpen, met elk een eigen kerk. Veehouders, ambachtslieden en arbeiders werkten er samen in een alledaagse werkverdeling en in (ogenschijnlijke) gemoedelijkheid. Zo ook in Hijlaard, iets ten zuidwesten van Leeuwarden.
Op kerkelijk gebied groeide echter in de loop van de negentiende eeuw een schisma dat achteraf gemakkelijk aanwijsbaar is, maar door de dorpelingen lange tijd niet als zodanig werd ervaren. Orthodoxe en vrijzinnige hervormden groeiden uit elkaar, waarbij in Hijlaard vooral twee veehouderfamilies tegenover elkaar stonden. Die tweestrijd kwam tot uiting in een breuk: de Doleantie van 1887. Een meerderheid van de bevolking brak met de Hervormde Kerk, verloor daardoor haar kerkelijke bezittingen en stichtte vervolgens een eigen kerk en kerkgebouw.
Ook elders in Nederland werden dorpsgemeenschappen gespleten door de Doleantie, maar in Hijlaard liet zich de strijd tot in bijzonderheden reconstrueren: geen enkele Hijlaarder kon ontkomen aan het maken van een keuze (tot en met ‘de dronkaard en de gek’). En toen de vrijzinnigen de strijd hadden gewonnen, volgde hun wraak – het halve dorp moest verhuizen.
Kees Bevaart studeerde Culturele antropologie en Theorie en methoden van de eigentijdse geschiedenis aan de Vrije Universiteit.
Gerelateerde boeken
-
-
De taal van recht en vrijheid
In de middeleeuwen besloeg Friesland een veel groter gebied dan tegenwoordig.Langs een groot deel van de
huidige Nederlandse en Duitse Noordzeekust werd Fries gesproken en geschreven. Middeleeuws Friesland
was echter geen bestuurlijke eenheid, maar eerder een verzameling losse ‘republiekjes’, onderling verbonden door het idee van een Friese ‘vrijheid’. Daarmee vormde dit gebied een uniek geval in middeleeuws West-Europa.De historicus en oudfrisist Oebele Vries is een van de belangrijkste autoriteiten op het gebied van de Friese
middeleeuwen. Voor dit boek zijn, ter gelegenheid van Vries’ 65ste verjaardag,achttien van zijn artikelen geselecteerd die van blijvende invloed op de Friese historiografie zijn. Deze stukken zijn ingedeeld aan de hand van
wat als hoofdthema’s binnen Vries’ oeuvre gelden: politieke geschiedenis, vetewezen, en recht en de Oudfriese rechtsterminologie van middeleeuws Friesland. Het boek opent met een uitgebreid interview met de auteur.Fries – Nederlands – Duits
-
Georg Wilhelm Steller
Veel vogelaars kennen Steller van de vogelsoorten die naar hem genoemd zijn, waaronder Stellers eider en Stellers zeearend.
Maar wie was hij? Georg Wilhelm Steller was een Duitse geleerde in Russische dienst die in 1741 als eerste bioloog landde in Alaska, dat toen nog Russisch was. Op de thuisreis sloeg het noodlot toe. Verzwakt door scheurbuik leed de expeditie schipbreuk op een onbewoond eiland. Tijdens dit onvrijwillige verblijf beschreef Steller onder andere de reusachtige zeekoeien, waarmee hij wereldfaam verwierf. Helaas werden deze spoedig uitgeroeid. Uiteindelijk wisten de overlevende zeelieden Kamtsjatka te bereiken. Voor hij terug kon keren naar Sint-Petersburg stierf Steller, belasterd door tegenstanders en gemangeld door de Russische bureaucratie, in de eindeloze verten van Siberië. Geleerden als Pallas en Linnaeus maakten zijn ontdekkingen wereldkundig en streken de eer op voor zijn pionierswerk.
Deze uitgave bevat Stellers dagboek van de ontdekkingsreis naar Alaska, fragmenten uit zijn werk over zeezoogdieren, en passages uit zijn Beschrijving van Kamtsjatka.Mark Nieuwenhuis (1968) is docent Latijn en vertaler van Latijnse literatuur. Vogels kijken doet hij al zijn hele leven. Nu zijn boek over Steller is voltooid, gaat hij Stellers eider eindelijk eens opzoeken in zijn overwinteringsgebied.
-
De Wonsstelling
Met veel te weinig manschappen, militair materieel en slechts met geïmproviseerde versterkingen verdedigde het Nederlandse leger in mei 1940 de Friese Wonsstelling tegen de Duitse aanval. Dit met unieke foto’s en kaarten geïllustreerde boek geeft een uitputtend verslag van de voorbereidingen en de gevechtshandelingen, gebaseerd op nooit eerder gepubliceerde verslagen en persoonlijke aantekeningen van militairen en burgers. De strijd, die aan Nederlandse zijde 18 doden kostte, werd altijd terloops beschreven als voorspel van de aanval op Kornwerderzand. Voor het eerst krijgen de militairen die in de Wonsstelling hebben gediend een waardig eerbetoon in dit naslagwerk.
Adjudant b.d. Jacob Topper (75) is plaatsvervangend conservator van het Kazemattenmuseum Kornwerderzand en werkt al ruim dertig jaar als vrijwilliger voor dit museum.