Hildegard Von Bingen
€ 27,90
De Duitse abdis Hildegard von Bingen (1098-1179) was in haar tijd een bijzondere persoonlijkheid. Door haar kennis en wijsheid trok ze vooraanstaande geestelijken en edellieden aan die haar om raad kwamen vragen. Ze liet vele geschriften na, waarin ze haar ideeën en visioenen neerschreef over muziek, theologie, mineralogie, kosmologie, filosofie, taalkunde, ethiek en natuurlijk ook kruidengeneeskunde en gezondheidsleer. Ze pleitte voor een holistische aanpak en een leven in harmonie met de natuur en met de medemensen. Want alles stond met alles in verbinding. Daarin was ze haar tijd ver vooruit.
Dit boek spitst zich vooral toe op haar natuurwetenschappelijke visie, in het bijzonder op de kruidenkennis. Haar kruidenadviezen worden vergeleken met een keur van andere historische kruidenboeken, zoals die van Dodoens of Lobelius – en met de hedendaagse kennis over dit onderwerp. Ze doorstaan niet altijd meer de toets van de wetenschap, maar veel van wat ze schreef wordt nog steeds toegepast in de homeopathie.
•••••••••••••••••••
Marcel De Cleene is plantenfysioloog en emeritus aan de Universiteit Gent. Bij uitgeverij Sterck & De Vreese verschenen
van zijn hand veelgeprezen boeken als De Historia Naturalis. De geschiedenis van de kruidengeneeskunde in de Lage Landen; De Naturalis Historia. Vergeten toepassingen van planten en Compendium van rituele planten in Europa.
Gerelateerde boeken
-
En toch zal ik
Marten Douwes Teenstra maakte in zijn tijd naam in de koloniën en als schrijver. Door zijn reizen, eerst in ‘de Oost’, later in ‘de West’ werd hij één van de eerste voorstanders van afschaffing slavernij (abolitionist). Nog vóór Max Havelaar (1860) en De hut van oom Tom (1852) verschenen, veroordeelde Marten al de barbaarse behandeling van de slaafgemaakten in Zuid Afrika, Java en Suriname. Het werd hem niet in dank afgenomen en leverde hem een ‘functie elders’ op.
Met zijn felle woordkeuze maakte Marten zich bij veel mensen niet geliefd. Naast zijn voortdurende strijd tegen de slavernij bleef hij tot zijn dood aantrappen tegen schijnheiligheid en hypocrisie, tegen ‘Cocksianen’, ambtenaren en bijgelovigheid.
Marten was lid van de Nederlandsche Maatschappij ter Bevordering van de Afschaffing der Slavernij,
en na zijn terugkeer in Groningen bestookte hij de regering in Den Haag onvermoeibaar met verzoekschriften om een einde te maken aan de slavernij in de Nederlandse koloniën. Mede door zijn inbreng kwam na 1854 de discussie over de slavernij op gang, waarna vlak voor zijn dood op 1 juli 1863 de slavernij werd afgeschaft.Toch is zijn naam voor veel mensen nu onbekend. Door dit boek krijgt de naam Teenstra weer de bekendheid die het verdient.