Jodelende wulpen & keukentafels
€ 24,90
U denkt natuurlijk: het zoveelste boek over natuur in het boerenland? Alweer zo’n natuurbeschermer die oordeelt over de bedrijfsvoering van de landbouwer? Niets van dat alles. Auteur Ben Koks heeft zijn strepen verdiend op het gebied van akkervogelonderzoek in binnen- en buitenland maar óók praat en luistert hij al vier decennia lang aan keukentafels op honderden boerenbedrijven. Daar vinden bijzonder interessante en pragmatische gesprekken plaats over de biodiversiteit van het boerenland. In het huidige politieke landschap is biodiversiteit in boerenland jammerlijk tot strijdpunt verworden, waarbij meningen het vaak winnen van feiten. Die strijd maskeert alle mogelijkheden om jodelende wulpen en lyrisch zingende veldleeuweriken te behouden voor toekomstige generaties. Want kansen om de primaire voedselproductie te combineren met rijke cultuurlandschappen zijn er wel degelijk. In dit boek geeft de auteur op sprankelende wijze zijn visie op dilemma’s die het debat over natuur en landbouw gijzelen, en komt daarbij tot verfrissende inzichten die hopelijk aanzetten tot samenwerking.
Gerelateerde boeken
-
-
Vogels van de Friese Waddenkust
De Friese Waddenkust is niet alleen een schitterend gebied, maar ook een cruciale schakel in het leven van veel soorten wad- en watervogels, die er broeden, ruien, opvetten en overwinteren in alle seizoenen van het jaar.
In ‘Vogels van de Friese Waddenkust’ wordt van bijna 200 soorten de ontwikkelingen van de afgelopen 50 jaar in beeld gebracht. Het laat de gevolgen zien van klimaatveranderingen en een breed scala aan nieuwe ontwikkelingen langs de kust, zoals dijkversterking, buitendijkse fietspaden en een nieuwe plek voor verbeterde afvaart naar Ameland.
Dit boek is een onmisbare informatiebron voor natuurliefhebbers en vogelaars, en alle inwoners en bezoekers van Noord-Nederland.
De auteurs werken en wonen in Friesland en zijn alle gepassioneerde vogelaars.
-
De redding van het laatste grote natte heideveld van Nederland
Nederland heeft nog maar weinig natuur. Tenminste, volgens Europese begrippen. En toch – ons land had nog veel natuurarmer kunnen zijn. Rond 1900 maakte een groep landgenoten zich druk om de vele duizenden hectaren natuur, die jaarlijks werden ontgonnen en gecultiveerd voor economische activiteiten. Karakteristieke en cultuurhistorisch belangrijke landschappen gingen verloren, en de toen nog rijke flora en fauna kreeg klap na klap. Onder invloed van de honger naar grond voor onder meer landbouw en stadsuitbreiding ging Nederland op de schop, en veranderde onherkenbaar.
Dit boek beschrijft hoe de kaalslag van natuur, landschap en erfgoed voor een deel is voorkomen. Het is een eerbetoon aan de enorme inzet van natuurbeschermers zoals de in Nederland beroemde onderwijzer, schrijver en natuurbeschermer Jac. P. Thijsse en vele gelijkgestemden. Dankzij hen telt Nederland nog enkele honderdduizenden hectaren natuur, karakteristiek landschap en erfgoed, voor altijd bewaakt en beheerd door diverse natuurbeschermingsorganisaties.
In dit boek wordt stilgestaan bij de moeite die het de natuurbeschermers kostte om te redden wat er te redden viel, in het hele land. Zo ook in Drenthe. Daar lukte het ruim 90 jaar geleden om – met grote moeite – heidegronden in het huidige Nationaal Park Dwingelderveld in Zuidwest-Drenthe te redden van ontginning. Zo werd het grootste aaneengesloten natte heideveld van Nederland gered, een karakteristiek landschap dat bijna verloren was gegaan
-