Jongen van Kotte
€ 24,95
‘Jongen van Kotte’ is een spraakmakende uitgave die het verhaal vertelt van de op- en neergang van de katholieke Twentsche Courant en de opkomst van de regionale omroep voor Overijssel. Onderdelen van het bijzondere levensverhaal van Tukker Henny Everts, de ‘Jongen van Kotte’, die nabij de machinefabriek Stork sportief opgroeit in Tuindorp ’t Lansink en ’t Kotte in metaalstad Hengelo. Het boek is naast een verslag van bewogen jonge jaren een weergave van sociaaleconomische omwentelingen in Twente en turbulente regionale en landelijke ontwikkelingen bij de radio- en televisieomroepen. Het is een verrassende route van Twente en Nederland naar een digitale samenleving. Gezien door de jonge en volwassen ogen van de Jongen van Kotte, die het tot zijn eigen verbazing schopt van voetballer tot journalist bij de Twentsche Courant en directeur-hoofdredacteur van RTV Oost.
Herman Finkers: ‘Geen Beentjes van Sint-Hildegard zonder Van Jonge Leu en Oale Groond’
Voormalig Commissaris van de Koningin Jan Hendrikx: ‘Het regionale tv-plan van Henny Everts was pionierswerk’
Carrie ten Napel: ‘Ik verliet het warme nest RTV Oost en ging uit huis’
Marga Bult: ‘Ik ben emotioneel verbonden met RTV Oost’
Laus Steenbeeke: ‘Twents is mijn moerstaal en raakt je vroegste emoties’
Henny Everts (Hengelo, 1947) was journalist bij De Twentsche Courant en directeur-hoofdredacteur van RTV Oost.
Peter Schavemaker (Nijverdal, 1967) is mediajournalist, radiopresentator en podcastmaker. In 2018 verscheen zijn boek ‘100 jaar Hilversum Mediastad’.
Gerelateerde boeken
-
Kloostermoppen
In de twaalfde en vooral de dertiende eeuw vestigden zich onder meer de kloosterorden van de cisterciënzers en de premonstratenzers in Noord-Nederland. Naar voorbeeld van de moederkloosters introduceerden de kloosterlingen grote bakstenen, kloostermoppen genoemd, waarmee ze vanaf het midden van de twaalfde eeuw tot in de zestiende eeuw kerken en kloosters bouwden. In dezelfde periode gebruikten ook vermogende particulieren de grote bakstenen voor de bouw van hun steenhuizen. Vanaf midden dertiende eeuw begonnen de steden zich te ontwikkelen, waarbij de bakstenen werden gebruikt voor stadsmuren en particuliere huizen. Baksteen bood de bouwheren goede mogelijkheden en was duurzamer dan de natuursteen die tot het einde van de twaalfde eeuw werd toegepast als bouwmateriaal. Klei was voor de productie en turf voor het bakken van stenen in ruime mate voorhanden in de provincie Groningen.
In Kloostermoppen, middeleeuws bouwmateriaal in stad en provincie Groningen beschrijven Edward Houting en Hans Vrijer circa 200 middeleeuwse kerken, kloosters, steenhuizen en stadsmuren. Hiermee wordt voor het eerst een uitgebreid overzicht in boekvorm gegeven van het ontstaan en de toepassing van kloostermoppen in Groningen. De uitgave is ruim geïllustreerd met foto’s, bouwtekeningen van middeleeuwse kerken en kerktorens, kaarten en oude prenten. Bovendien voert een wandeling in de binnenstad van Groningen langs zichtbare overblijfselen van middeleeuwse gebouwen.
-
Cache-sexe
This book asks why humans through history have covered their genitals and worn a cache-sexe. Does the cache-sexe merely provide protection, or is it an instrument to draw attention? Can the cache-sexe be used to stimulate certain thoughts? Why does not wearing a cache-sexe provoke shame one society but not in another? Are nudity and nakedness the same?
On his quest to answer these questions, the author takes the reader on a review of the anatomy of the female and male genitals and reflects on how this part of the human body has been perceived over time and in various cultures. The different types of male and female cache-sex are discussed with reference to comprehensive illustrations based on unique and sometimes previously unpublished examples of cache-sexes and photographic documentation. The book also pays attention to the covering of the ‘backside’. Following this 360° exploration of the use of the cache-sexe, the place of the cache-sexe in art and fashion is uncovered.
Philip Van Kerrebroeck is an urologist and professor emeritus of Urology at the University of Maastricht. Born in Leuven (Belgium), he trained in Surgery and Urology in Brussels, Utrecht, Nijmegen and San Francisco. Over the years, he has also developed an interest in the history of urology and cultural anthropology. He is currently chairman of the History Office of the European Association of Urology (EAU).
-