Landbouw voor iedereen
€ 22,90
Piet van IJzendoorn was in 1982 de eerste biologische boer in de net drooggelegde Flevopolder. Zijn boerderij groeide uit tot een succesvol biologisch-dynamisch bedrijf met koeien, akkerbouw, een tuinderij, bakkerij, manege, natuurbeheer, webwinkel, dagbesteding voor jongeren met psychiatrische problemen en een paardenfokkerij en -houderij met prijswinnende springpaarden. Hij was de eerste met een windturbine op het erf en de eerste beheerder van de Oostvaardersplassen.
Met tomeloze energie gaf hij invulling aan zijn levensfilosofie: landbouw is geen businessmodel maar voorziet in onze basisbehoeften, in harmonie met de aarde. Hoe deed hij dat? Waar haalde hij zijn kracht en motivatie vandaan? Welke denkers hebben hem geïnspireerd? Hoe ging hij om met de tegenwerking, tegenslagen en fraude, de lichamelijke pijnen die hem kwelden?
Tegen de achtergrond van de opkomst van het naoorlogse milieubewustzijn wordt het levensverhaal van een unieke pionier verteld. Het gaat niet alleen over koeien, paarden, bodem en graan, maar ook over onze banken, ons financieel-economische systeem, cultuur en samenleving. ‘De landbouw is de ideale plek om verbindingen tussen mensen en met de natuur te herstellen en een startpunt voor menselijke zingeving.’
Gerelateerde boeken
-
200 jaar Friese landbouwmechanisatie
In de afgelopen twee eeuwen veranderde de wijze waarop in Friesland landbouw bedreven werd ingrijpend. Rond 1800 werkte de boer nog voornamelijk met de hand, geholpen door zijn paard. Een eeuw later nam de trekker de rol van het paard over en volgde op mechanisatiegebied de ene revolutionaire ontwikkeling na de andere. In Friesland begonnen in de jaren net voor en na de Tweede Wereldoorlog innovatieve dorpssmeden en uitvinders met de import, verkoop en bouw van landbouwwerktuigen. Een aantal van hen groeide uit tot succesvolle fabrikanten en handelaren en werden internationale spelers met een iconische status. Voorbeelden zijn de rood-gele landbouwwagens van Miedema, de blauwe hooischudder van Eureka, de maaibalk van Schukken en de gierpomp van Hermes. Friesland leverde ook wereldprimeurs, zoals de melkrobot uit Oentsjerk en de snarenbedpootmachine en looftrekker van uitvinder Abe Gerlsma.
In dit rijk geïllustreerde standaardwerk beschrijft Henk Dijkstra de historie van de landbouwmechanisatie in Friesland, met uitstapjes naar nationale en internationale ontwikkelingen. Aan het eind van het boek wordt uitgebreid de geschiedenis van de 15 belangrijkste Friese fabrikanten van landbouwmachines beschreven.
Henk Dijkstra (Gytsjerk, 1959) is directeur van het Fries Landbouwmuseum in Leeuwarden.
-
Jagen in Nederland (herziene editie)
Iedereen in Nederland heeft wel een mening over de jacht. Daarom
is het een voortdurende bron van discussie, waarbij de emoties
hoog oplopen maar vaak een loopje wordt genomen met de
feiten. Jagen in Nederland geeft een goed overzicht van de jacht
en faunabeheer in Nederland. Welke diersoorten mogen bejaagd
worden? Wat is de rol van de jager bij het beheer van diersoorten?
Hoe wordt er gejaagd? Siebren Siebenga, bioloog en tevens jager,
geeft een helder antwoord op al deze vragen. -
Hannekemaaiers en Kiepkerels
Vanaf de Gouden Eeuw tot aan de Eerste Wereldoorlog kwamen elk voorjaar duizenden seizoenarbeiders vanuit Duitsland naar Nederland om de boeren te helpen bij de hooioogst. Ze werden hannekemaaiers, mieren of poepen genoemd. Individueel of in groepjes boden ze zich aan. Boeren in het noorden hadden gemiddeld twee tot vier hannekemaaiers aan het werk. Sommigen kwamen jaar na jaar terug bij dezelfde boer. Anderen handelden in linnenwaren. Deze ‘lapkepoepen’ vormden de basis van talloze winkels en bedrijven in kleding en textiel die nu nog steeds in Nederland aanwezig zijn.
In Hannekemaaiers en Kiepkerels beschreef Kornelis Mulder (1916-1978) de geschiedenis, de herkomst en de invloed van deze seizoenarbeiders. -
Heg
Een eeuw geleden stond er meer dan 200.000 strekkende kilometer heg in ons land, waarvan tegenwoordig minder dan 30 procent over is. En nog steeds worden heggen opgeruimd. Is dat erg? Ja! Kenneth Rijsdijk neemt je mee in zijn onderzoek naar de rol van heggen in ons landschap. Ze bieden een woonplek, voedsel en verbinding aan talloze planten en dieren. Maar ze beschermen ons ook tegen muizenplagen, overstromingen en erosie en ze maken ons landschap lieflijk. Daarnaast spelen ze een rol in het verminderen van de verspreiding van ammonia, pesticiden en mens-dier overdrachtelijke ziekten (Q-koorts!).
De regionale verschillen tussen de meer dan twintig hegvormen, die diep verbonden zijn met het Nederlandse cultuurlandschap, zijn groot. De auteur voert levendige gesprekken met belanghebbenden als boeren, natuurbeschermers en mensen uit de gezondheidszorg en rekent ten slotte uit hoeveel profijt heggen ons per strekkende kilometer opleveren. Alle seinen staan op groen voor de grootschalige herinvoering van de heg in Nederland.
Kenneth Rijsdijk is auteur en landschapsonderzoeker.