Monumentale kerken in Achtkarspelen
€ 10,00
De gemeente Achtkarspelen is rijk aan monumentale kerken met een grote schakering aan bouwkunst en inrichting. Markante objecten zijn bijvoorbeeeld de romaanse torenruimten in Buitenpost, de stenen torenspits in Surhuizum en de opschriftstenen in Surhuisterveen. De inrichting van de kerk in Buitenpost met een middeleeuws doopvont, zes herenbanken, tien rouwborden en uniek koperwerk behoort tot de mooiste in Friesland.
De vele fraaie foto’s in dit boek vertellen het verhaal van deze kerkenpracht. Regnerus Steensma publiceerde verschillende boeken en artikelen over kerkbouw en kerkinrichting en legt zich de laatste jaren in het bijzonder toe op het fotograferen van kerken. In 1970 was hij medeoprichter van de Stichting Alde Fryske Tsjerken.
Gerelateerde boeken
-
Testamint fan de siel
Twa jonges belibje, alhiel los fanelkoar, in ferskriklike jeugd. De iene yn it Fryske wetterlân, de oare tusken in keppel mislearre ymmigranten op de Kanadeeske prairy. As bern wurde se oan harren lot oerlitten, mar se sette troch. Beide meitsje se karriêre en fine de leafde. Wat se trochmakken en harren pleaget ferswije se. Oant se wer allinne komme te stean en yn Kanada as âlde mannen mei-elkoar yn ’e kunde komme. Se reitsje oan de praat en fertrouwe elkoar ta wat se noait kwyt woene. By tafal komme se derachter dat harren hertferskuorrende libbens ferweven binne…
-
De Goargels
Midden yn ’e nacht wurdt Melle wekker. Der sit in frjemd wêzentsje op de râne fan syn bêd. It liket wol in boltsje wol, mei earmkes en skonkjes en twa hierrige, puntige earen. Mar as Melle it ljocht oandocht, is it wêzentsje fuort.
As er der op skoalle oer fertelt laitsje se him allegear út. Sels heit, dy’t biolooch is, seit dat it ûnsin is, dat sokke wêzentsjes net bestean. Mar Melle wit seker wat er sjoen hat …
No ek yn it Frysk, dit fantasyrike en spannende aventoer oer Goargels, Brutelers en in jonge mei supereagen, fan Jochem Myjer. Yllustrearre troch Rick de Haas, bekend fan Mees Kees.
De Goargels heart by de bêst ferkeapjende berneboeken fan it lân.
-
Geschiedenis van Drenthe
Drenthe kent een lange bewoningsgeschiedenis. De oudste sporen van menselijke aanwezigheid gaan zeker 50.000 jaar terug, misschien wel meer dan 100.000 jaar. In die lange periode voltrekken zich grote veranderingen. Gedurende het grootste deel van die eindeloze tijd leven de bewoners als jager-verzamelaars. Vanaf 5000 v.C. nemen ze zeer geleidelijk agrarische praktijken uit zuidelijker streken over. De invloed op het landschap wordt steeds groter. Er worden akkers aangelegd en opvallende grafmonumenten opgericht: eerst hunebedden, later grafheuvels en uitgestrekte urnenvelden. Lange tijd kan de bevolking, die in kleine gehuchten woonde, haar zelfstandigheid behouden. Ze blijft buiten het Romeinse Rijk, maar rond 800 na C. volgt dan de hardhandige inlijving bij het Frankische Rijk van Karel de Grote.
De veranderingen die dat met zich meebrengt, zijn diepgaand. De oude religie wordt langzaam verdrongen door het Christendom, er worden kerken gebouwd en de dorpen komen op hun huidige plaats terecht. Drenthe blijft ook in de eeuwen daarna een agrarische regio, met slechts enkele kleine stedelijke kernen. Adel speelt er nauwelijks een rol. De grootschalige veenafgravingen, die kort na 1600 beginnen, zullen het aanzien van het ooit door moerassen omgeven ‘oude landschap’ dramatisch veranderen.Geschiedenis van Drenthe – Een archeologisch perspectief geeft een overzicht van wat de archeologie heeft bijgedragen aan de kennis over Drenthe vanaf de vroegste tijden tot aan de Tweede Wereldoorlog. Vanaf de 9e eeuw zijn er weliswaar historische bronnen, maar die vertellen maar een deel van het verhaal. Archeologen kunnen met hun specifieke onderzoeksmethoden kennis over de Middeleeuwen en de Nieuw(st)e Tijd genereren die niet uit geschreven bronnen te halen is. We maken kennis met jachtkampementen, monumentale en bescheiden grafmonumenten, opgegraven gehuchten en sporen van rituelen in nederzettingen en daarbuiten. En natuurlijk ontmoeten we (anonieme) mensen, waaronder machtige hoofdmannen en een onfortuinlijk ‘lelijk eendje’.
Dr. Wijnand van der Sanden (1953) studeerde West-Europese Prehistorie aan de Rijksuniversiteit Groningen en was 30 jaar provinciaal archeoloog van Drenthe, de eerste tien jaar in combinatie met het conservatorschap bij het Drents Museum. Sinds 2017 is hij conservator archeologie bij het Drents Museum. Hij schreef diverse boeken over veenlijken in en buiten Nederland, houten ‘godenbeelden’ uit Noordwest-Europa en galgenbergen en hunebedden in Drenthe.