nijntje ien de speultuin ien ’t Gruusbèks
€ 7,95
In nijntje ien de speultuin ien ‘t gruusbèks (nijntje in de speeltuin in het Groesbeeks) gaat Nijntje met haar vader en moeder naar de speeltuin. ‘nijn zwaaide hin én weer aon de ringe’ en ‘de roetsbaon was lékker stik’. Voordat ze naar huis toe gaan drinken ze nog ‘en lékker glööske bè.zesap’.
Nijntje ien de speultuin is vertaald uit het Nederlands door Wilma Giesbers-Müskens.
Gerelateerde boeken
-
Wat het hele dorp wist
Lion woont in Israël. Voor zijn zestiende verjaardag mag hij met zijn moeder en opa op vakantie naar Nederland. Daar groeide opa op in Friesland. Lion heeft vaak gevraagd naar opa’s leven van toen, maar antwoord kreeg hij nooit. De geschiedenis van zijn grootvader heeft iets te maken met de Tweede Wereldoorlog. Hij was toen een peuter, dus hoe zit dat precies?
Misschien kan hij dat vertellen als hij terug is in zijn oude dorp. Maar als Lion ziet hoe moeilijk opa het heeft met dat verleden, vraagt hij zich af of deze reis wel zo’n goed idee was.Leeftijd 14+
-
Het Hemelbouwertje
Heb jij weleens geprobeerd de sterren aan te raken? Eise Eisinga probeerde dat ook, lang, lang geleden. En weet je wat? Hij kreeg ze te pakken! Lees maar snel hoe hij dat deed.
-
nijntje op de fiets op z’n Brabants
nijntje op de fiets op z’n brabants gaat over de wens van nijntje om later te gaan fietsen: ‘laoter as ik gróót zij, docht nijntje op ‘ne keer, gao ik ‘n fiets-toer make, da’s wa’k prakkezeer’
De vertaling van nijntje op de fiets op z’n brabants is gemaakt door Jos Swanenberg, bijzonder hoogleraar ‘Diversiteit in Taal en Cultuur in Brabant’ aan de Universiteit van Tilburg en streektaalfunctionaris voor de stichting Erfgoed Brabant in ‘s-Hertogenbosch. Hij vertaalde eerder opa en oma pluis en nijntje in de dierentuin naar het Brabants.
-
pake en beppe pluus in et Stellingwarfs
In pake en beppe pluus gaat Nijntje op ‘bezuuk’ bij opa en oma pluus. Opa heeft ‘veur nijn een autoped’ en Nijn breit ‘een mooie doek veur as et winter wodt’. Bij de thee eten ze ‘botterkoekies’. De Stellingwerfse vertaling is door Johan Veenstra. Veenstra schrijft romans, verhalen en gedichten in het Stellingwerfs. Ook is Veenstra columnist voor de Leeuwarder Courant.