Plinius de Oudere
€ 29,90
Plinius de Oudere (ca. 23/24 – 79 na Chr.) was een Romeins officier, geschiedwetenschapper en letterkundige. Na zijn legercarrière trok hij zich terug tussen de vier muren van zijn studeerkamer om zijn titanenwerk aan te vatten: De naturalis historia, een werkstuk van maar liefst 37 delen met 2.493 hoofstukken die verschenen vanaf het jaar 77.
Deze eerste wetenschappelijke encyclopedie ooit probeerde alle belangrijke kennis van zijn tijd samen te vatten. Plinius beperkte zich niet tot de feiten, maar leverde ook commentaar en verwees naar zijn bronnen.
Marcel De Cleene, die al jaren zeer vertrouwd is met Plinius’ werk, grasduinde voor ons door de vele lemma’s en plukte degene eruit die over planten en dieren gaan. Plinius wisselt verrassende kennis af met vreemde ideeën die vandaag de wenkbrauwen doen fronsen of een glimlach op het gezicht toveren. Maar toch zijn diens opvattingen uit de eerste eeuw na Christus soms verkwikkend fris en modern.
Plantenfysioloog Marcel De Cleene is emeritus hoogleraar aan de Universiteit Gent. Bij uitgeverij Sterck & De Vreese verschenen veelgeprezen boeken als De historia naturalis. De geschiedenis van de kruidengeneeskunde in de Lage Landen, De naturalis historia. Vergeten toepassingen van planten en Compendium van rituele planten in Europa.
Gerelateerde boeken
-
Fauna en Flora van het Zoniënwoud
Het zoniënwoud is erkend als Unesco Werelderfgoed ‘Oude en ongerepte beukenbossen’. Een mooie titel voor een bos dat al in Latijnse oorkonden uit de 12de eeuw vermeld wordt. Het uitgestrekte bos was door de eeuwen heen het favoriete jachtterrein van hertogen en vorsten. Ondanks een grondverkoop gevolgd door een grootschalige ontbossing in de jaren na 1830 is het bosgebied in de Brusselse rand nog steeds meer dan 5.000 ha groot.
De natuurgids Fauna en Flora van het Zoniënwoud nodigt uit tot ontdekking in het mooiste stadsbos van Europa. Voor beginners de ideale start om planten en dieren uit hun omgeving te leren kennen, voor natuurkenners de sleutel tot het ontdekken van nieuwe plant- en diergroepen. De gidsen zijn geïllustreerd met prachtige diarama’s van de leefgebieden en honderden levensechte illustraties van de soorten door de bekende Catalaanse natuurillustrator Toni Llobet, aangevuld met deskundige tekst door veldecoloog Hans Baeté onder de wetenschappelijke leiding van Prof. Bart Muys van de KU Leuven.
De natuurgids Fauna en flora van het Zoniënwoud is de eerste uitgave in een nieuwe reeks schitterende veldgidsen voor belangrijke natuurgebieden in de Benelux. Uniek voor deze veldgidsen is dat ze een natuurgebied exhaustief belichten: zowel planten, zwammen, vogels, insecten, zoogdieren enz. komen aan bod. Zo kan de wandelaar met één gids in de hand zijn ontdekkingstocht door het gebied starten.
-
Droomplanten
De eerste editie van het boek Droomplanten in 1990 viel samen met het begin van een revolutie op het gebied van tuin- en landschapsarchitectuur. Tuinontwerpers Piet Oudolf en Henk Gerritsen stelden een boek samen waarin zij een nieuwe generatie vaste planten voor privétuinen en openbare ruimten beschreven. Sterke planten en grassen met een natuurlijker uitstraling, subtielere kleuren en een meer uitgesproken textuur en vorm waardoor ze ook na de bloei aantrekkelijk blijven.
Inmiddels heeft deze stijl van ontwerpen en beplanten, bekend geworden onder de naam ‘The New Perennial Movement’, de wereld veroverd en is Piet Oudolf uitgegroeid tot een wereldberoemd en veelgevraagd ontwerper.
De nieuwe editie van dit klassieke boek is aangepast aan deze tijd en bevat een groot aantal nieuwe planten en grassen, voorbeelden van plantcombinaties, praktische informatie, en veel schitterende, inspirerende foto’s. Voor liefhebbers van Oudolfs stijl van beplanten biedt het boek inzicht in de bouwstenen van deze manier van beplanten. Tegelijkertijd is het de ultieme gids om ook in eigen tuin dezelfde sfeer te bereiken.
-
Friese Dijken
Het omvangrijke Friese dijksysteem, van zeedijk tot polderdijk, van zomer- en winterdijk, van dromer, waker tot slaper, is uniek in Nederland en vormt de ruggengraat van het Friese cultuurlandschap. De dijken hebben een belangrijke functie bij de bescherming tegen het water, zijn belangrijke lintvormige elementen in het landschap en vormen een samenhangende erfgoedstructuur met de terpen en middeleeuwse kerken en het watererfgoed van gemalen, molens en sluizen.
Op heldere wijze wordt de dijkenbouw en de complexe gelaagdheid van de vele honderden verschillende Friese dijken uiteengezet. In deze beschrijving wordt het accent gelegd tussen bredere geografische patronen en processen én het verbeeldende detail van de plek. Vernieuwend is de bewerking van het verhaal van de dijksystemen, zoals deze destijds door Rienks en Walther in kaart zijn gebracht. Hierin is op een fraaie wijze het Actueel Hoogtebestand Nederland als derde dimensie aan de handschetsen van Rienks en Walter toegevoegd. Tevens wordt een compleet overzicht gegeven van de verschillende Friese landschappen met de karakteristieke dijken, dijktypen en het watererfgoed en laten overtuigend zien dat de Friese dijken een archeologische archief van onschatbare internationale waarde zijn. Deze beschrijvingen zijn de basis voor het denken over de rol van de dijken in de toekomst. De betekenis van de dijken in het verleden, heden en de toekomst als gevolg van ingrijpende effecten van bijvoorbeeld verzilting en verzoeting, klimaatveranderingen en de zeespiegelrijzing is nu actueel.