Soa het ut weest
€ 19,90
Leeuwarden heeft een historische stadskern om zuinig op te zijn. In de eerste naoorlogse jaren leefde dat besef nog niet zo: het motto was ‘bouwen, bouwen, bouwen’ om de woningnood te lenigen. Vervolgens werd de auto als heilige koe omarmd en dreigden grachten gedempt en terpen geslecht te worden: rijden, rijden, rijden… Tot de babyboomers in opstand kwamen: niet alles hoeft plat.
Babyboomer en oud-redacteur van de Leeuwarder Courant Pieter de Groot (1946) besloot in 1997 deze en andere gebeurtenissen uit het stadsverleden in herinnering te roepen in de zaterdagkrant, met als kapstok vaak een actueel onderwerp. Van de inmiddels meer dan duizend columns liet hij er voor zijn 75ste verjaardag 75 uitzoeken. Na ruim 25 jaar blijkt niets zo vluchtig als de actualiteit en niets zo moeilijk als het voorspellen van de toekomst.
Gerelateerde boeken
-
Bartele Bûse
Bartele Bûse is in jonkje mei in protte fantasy. Yn alles wat er sjocht, sjocht en heart er in ferhaaltsje. Thús begripe se dat net sa goed. Mar Skelte wol. Skelte is keunstskilder. Bartele komt faak by him oer de flier. De prachtichste ferhalen skildert Skelte him foar: oer kening Klomsk fan Kjeldmanië, dy’t altyd sa kâld as in kikkert is; oer de piperwynske prippunêze, dy’t elkenien mar stekke wol; oer Stookstokke Styntsje en de krintekakkers fan Knyphuzen. Mar ek fan de fiif rôvers op Fiifrôvershoek wol Bartele alles witte. Hy harket mei sân pear earen …
Bartele Bûse is in klassiker yn de Fryske jeugdliteratuer. It is skreaun troch Berber van der Geest (1938-2019).
-
Rottumeroorlog
Op een kleine stukje natuurgebied met een oppervlakte van 2.5 km2 verwachtte men eind jaren 30 van de vorige eeuw weinig dreiging van de op handen zijnde oorlog. Maar omdat Rottumeroog vlak bij het Duitse eiland Borkum ligt, was al in april 1939 de Nederlandse marine gestationeerd op het eiland en voegden in september 1939 een aantal mannen van de infanterie zich bij deze groep. Op 10 mei 1940 was dan toch zover: vanuit het eiland Borkum werd Rottumeroog met een aantal bewapende boten ingelijfd door de Duitse bezetters. Zonder geweld werd het eiland overgegeven en de 30 Nederlandse militairen zonder problemen krijgsgevangen gemaakt en via Borkum naar een kamp in Wilhelmshaven, en later Lückenwalde overgebracht.
Er werd door de Duitsers een zware luchtafweerbatterij gebouwd, ondersteund door zoeklichten en een luisterapparaat. Voor de ongeveer 100 Duitse soldaten werden barakken gebouwd op het eiland. De verveling was dodelijk en de barakken werden bedreigd door overstromingen. Na enkele maanden verhuisde men het geheel naar Schiermonnikoog en werden er verder naar het oosten toe andere stellingen gebouwd. Door de continue afkalving van het eiland moesten keer op keer de stellingen steeds verder naar het oosten verhuisd worden. Bovendien spoelden op het eiland regelmatig oorlogsslachtoffers aan en kwamen er veel vliegtuigen in de omgeving terecht.
Waarom werd er door de Duitsers zoveel moeite gedaan om de verdediging op Rottumeroog in stand te houden en hoe zag die verdediging er precies uit? Hoe was het dagelijkse leven van de soldaten en hoe werd er omgegaan met de aangespoelde lijken en welke vliegtuigen crashten er? Hoe verging het met de eilandvoogd Toxopeus en zijn familie? Door intensief onderzoek en gebruik te maken van uniek bronnenmateriaal wist auteur Ties Groenewold de geheimen van Rottumeroog te ontrafelen.
Het rijk geïllustreerde boek belicht de geschiedenis van Rottumeroog van zowel de Nederlandse als Duitse zijde, zowel militair als civiel. Het boek is voorzien van uniek beeldmateriaal o.a. afkomstig uit persoonlijke fotoalbums van de Duitse soldaten en is daarnaast voorzien van uniek kaartmateriaal. Het verhaal wordt geschreven vanuit betrouwbare bronnen, zoals Duitse oorlogsrapporten en het journaal van de toenmalige eilandvoogd Jan Toxopeus en is interessant voor een breed publiek.
Ties Groenewold (1992) uit Middelstum, thans woonachtig in Delfzijl, is werkzaam als hovenier. De uren buiten werktijd worden besteed aan de Tweede Wereldoorlog. Ties is eigenaar van het Oorlogsmuseum Middelstum waar hij allerhande zaken uit de oorlog tentoonstelt, vooral gericht op Noord-Nederland en Ostfriesland. Verder verricht hij onderzoek naar de oorlog in de provincie Groningen en de Eems-Dollard regio en publiceert hierover in tijdschriften van verschillende verenigingen. In 2019 verscheen zijn eerste boek Flugwache Warffum.
-
Oranjekoek
Zoveel Friese bakkers, zoveel oranjekoeken. Een Fries feest is niet compleet zonder oranjekoek. Het zoete banket kent een lange historie en is uitgegroeid tot een feestelijk symbool. Maar zoals ‘dé Fries’ niet bestaat, heeft ook dé oranjekoek vele verschijningsvormen. In een tot fotostudio
omgebouwd busje is beeldend kunstenaar Tryntsje Nauta op bezoek geweest bij alle drieënnegentig Friese bakkers om hun oranjekoek te documenteren.Safolle bakkers, safolle oranjekoeken. In Frysk feest is net kompleet sûnder oranjekoeke. It swiete banket hat in lange histoarje en is útgroeid ta in feestlik symboal. Mar sa as ‘dè Fries’ net bestiet, hat ek dè oranjekoeke in soad ferskiningsfoarmen. Yn in ta fotostudio omboud buske gie keunstner Tryntsje Nauta op besite by alle trijeennjoggentich bakkers om harren oranjekoeke te fotografearjen.
There are as many oranjekoeken as there are bakeries. A Frisian party is not complete without oranjekoek. This sweet pastry has a long history and has gradually developed into a festive Frisian icon. But just as there is no stereotypical Frisian, likewise oranjekoek comes in many forms. In a minibus converted into a photographic studio photographer Tryntsje Nauta visited all the ninety-three bakeries to photograph their oranjekoek.