Taal van het Friese landschap
€ 34,90
Het Friese landschap is een boeiend geheel van gevarieerde gebieden. Het merengebied, de kleistreken van Westergo en Oostergo, de woudstreken, het Waddengebied of Gaasterlân, steeds zijn er veel bijzondere plekken als je erdoorheen rijdt, fietst, vaart of loopt.
Dat landschap is in de afgelopen eeuwen sterk veranderd. Er is veel verdwenen en begrippen die erbij hoorden zijn vergeten. In dit boek is veel van deze vaak vergeten Friese landschapstaal bewaard. Het vertelt over het gebruik en de beleving van het landschap zoals de mensen het vooral in de negentiende en vroeg twintigste eeuw zagen en voelden. Een Friese landschapsbiografie zoals die is vastgelegd in taal.
Karel F. Gildemacher (1946) verzamelde vele jaren uit tal van bronnen woorden, begrippen en namen die iets vertellen over het landschap en de geschiedenis van de mensen in de verschillende streken. Het werd een biografie van het Friese landschap in taal. Eerder (1993) promoveerde hij op historische waternamen en publiceerde onder andere over schipperstaal (2003), Friese plaatsnamen (2007), terpen en terpnamen (2008). In 2015 verscheen Het Friese water, een standaardwerk over de plek en de functie van al dat water in de provincie.
Gerelateerde boeken
-
Wat gebeurt er in het Nederlands?
Wat betekent het als een woord, zin of uitspraak vaak voorkomt, of juist bijna nooit? Deze ogenschijnlijk simpele vraag is het uitgangspunt voor een grote verscheidenheid aan bijdragen, die kijken naar de Nederlandse taal in al zijn rijkdom. Taal vroeger, taal nu, en de veranderingen die plaatsvonden. Over uitspraak en grammatica, over meta foren, uitdrukkingen en nog veel meer, vertellen 60 neer landici uit Nederland, Vlaanderen en Suriname. Nicoline van der Sijs is als senior-onderzoeker verbonden aan het Instituut voor de Nederlandse Taal en als hoogleraar historische taalkunde van het Nederlands aan de Radboud Universiteit. Lauren Fonteyn is verbonden aan de Universiteit Leiden als onderzoeker en docent (toegepaste) taalkunde. Marten van der Meulen promoveert aan de Radboud Universiteit en schrijft, spreekt en blogt over taal voor ieder publiek.
-
Asega, is het dingtijd?
De hoogtepunten uit de Oud-Friese tekstoverlevering. Standaardwerk. Met inleiding en toelichtingen van dr. O. Vries van de Rijksuniversiteit Groningen.
-
Vertellen is een kunst
Er is vermoedelijk geen enkele andere historische figuur die zo vaak werd gebruikt, misbruikt, vertekend en voor ideologische karren werd gespannen als Karel de Grote († 814). De vele middeleeuwse Karelverhalen bevestigen zijn bijzondere status. Karel ende Elegast, wellicht ontstaan rond 1250, was meer dan 300 jaar bijzonder populair. In tegenstelling tot andere Karelverhalen krijgt de keizer de hoofdrol. De onbekende dichter laat hem, op bevel van
God, ’s nachts anoniem door een donker bos trekken om te gaan stelen. Hij komt er zijn afvallige leenman Elegast tegen die een meesterdief blijkt te zijn … O schande, een keizer die uit stelen gaat! Jan van Boendale en Jacob van Maerlant, twee andere grootheden uit de middeleeuwse literatuur, waren verontwaardigd over zoveel roddels rond de grote Karel. De lezers en luisteraars van toen hadden lak aan deze bedenkingen en smulden van dit verhaal vol oeroude motieven, gebracht
door een geniale verteller met een boodschap. Karel ende Elegast is ook vandaag het meest gelezen verhaal uit de Middelnederlandse literatuur. Professor Jozef Janssens, specialist middeleeuwse literatuur, reconstrueert de diverse gezichten van deze vorst die tot op vandaag boeit. Prof. Jozef Janssens is emeritus hoogleraar Cultuurgeschiedenis
en Geschiedenis van de middeleeuwse, Nederlandse en Europese literatuur aan de K.U.Brussel. Hij publiceerde verschillende werken over de middeleeuwse letterkunde en geschiedenis.