Uit de bajes
€ 24,90
De bajes van Veenhuizen, in 1823 gebouwd als Pauperopvang voor wezen en bedelaars, werd na 1875 uiteindelijk een gevangenisdorp met strenge bewaking voor de zwaarste misdadigers. Veenhuizen, met louter gevangenen en bewakers, werd bijna geheel zelfvoorzienend en was afgesloten van de buitenwereld tot 1985. De verhalen bleven onder de pet …
In Uit de bajes vind je de best bewaarde, aangrijpende, vaak spannende verhalen over hoe het vroeger was. Met veel mannen in een kleine ruimte was er vaak onrust, een opstand of vluchtpoging. Het viel niet mee om iedereen binnen de poort te houden. In het diepste geheim werden de gevaarlijkste ontsnappingspogingen beraamd. Wie zat er en wat gebeurde er? Door zwijgplicht bleven de verhalen van ex-gevangenen en bewakers lang geheim. In dit boek zijn ze door Clemens van den Brink verwoord en ingeleid, met veel authentieke beelden.
Clemens van den Brink werd in 1940 geboren in het Oude Tweede Gesticht, nu deel van het Nationaal Gevangenismuseum in Veenhuizen. Zijn vader was bewaker van 1938 tot 1946. Tot 1962 maakte hij de ontwikkelingen in Veenhuizen van dichtbij mee. Eerder schreef hij al een succesvolle trilogie over de bajes van Veenhuizen.
Gerelateerde boeken
-
Fersen foar Fokje
Yn de simmer fan 1881 krige de jonge Piter Jelles Troelstra ferkearing mei de boeredochter Fokje Frânses Pasma fan Westermar. Doe’t hy studint waard yn Grins, moast dit oer wêze neffens de famylje Troelstra.
Yn njoggentjin fersen fan Piter Jelles fynt men dêrfan de delslach. De fersen foar Fokje beskriuwe syn jongfeinte lok en lijen. ‘De leafde foel as simmerrein m’yn ’t hert,’ skriuwt er. De opgong, de twifel, de hope op better as de ferkearing in jier tusken heakjes set wurdt, de ferstille wanhoop en mankelikens komme allegear werom yn dizze syklus.
Bertus Mulder ( It Hearrenfean, 1949) studearre arbeidssosjology, wie dosint sosjale skiednis en promovearre yn 1991 oan de Ryksuniversiteit Grins. Hy is auteur fan de boeken De jonge Piter Jelles, Jaap Nieuwenhuize Onstuimig en onvervaard en de Nazi’s te slim af zijn.
-
Martha’s labyrint
Een filmscenario waard!
‘Verschooris is een ongelooflijke speurneus die écht baanbrekend werk doet’ – Stefan Hertmans in Humo
Na de Anschluss van maart 1938 vlucht de Weens-joodse biologe Martha Geiringer, lid van de illegale Revolutionäre Sozialisten, naar België. In Gent maakt ze kennis met de arts Yvonne Fontaine, lid van de YWCA (Young Women Christian Association). De steun en opvang die Yvonne aan Martha biedt is uniek. Yvonne, talentvol en hoogopgeleid, en de vrijgevochten Martha, emancipatorisch en op zijn minst biseksueel. Een uitzonderlijk treffen, eigenzinnig en gepassioneerd.
Naar Londen, waar haar familie huist, wil Martha niet. De oorlog drijft haar naar de Filipijnen – een totale misrekening – maar het eindeloze verlangen naar onvoorwaardelijke steun brengt haar, na goede en minder goede tijden, snel bij de stormbestendige Yvonne terug. Aan de magie van het verbond komt echter een einde. Door verraad wordt Martha, nauwelijks dertig, naar Auschwitz gedeporteerd. Yvonne blijft achter, een bijzondere vrouw, een monument van dienstbaarheid.
Verzet, collaboratie, openlijk en verborgen antisemitisme, solidariteit en verklikking, vluchten en migreren, kolonisatie, pandemie en gender komen samen in deze vrouwengeschiedenis, te lezen als sensitieve non-fictie.
Marc Verschooris is geassocieerd onderzoeker bij het CEGESOMA.