Uitgestorven
€ 59,90
Botanici Maarten Christenhusz en Rafaël Govaerts nemen u mee op een reis rond de wereld en presenteren in ware detective-stijl hoe plantenjagers soorten ontdekken waarvan men aannam dat ze niet meer voorkwamen. Vaak verdwenen planten van het toneel door introductie van grazers, bouwwoede, klimaatverandering, toerisme, te vaak maaien van weiden.
De auteurs benadrukken dat kritisch bedreigde soorten weer kunnen opleven wanneer de omstandigheden ten goede keren. Zaden kunnen immers vele jaren in de grond liggen ‘wachten’. Ook tuinen spelen een belangrijke rol en kunnen
herintroducties faciliteren wanneer een soort plaatselijk of wereldwijd is verdwenen.
Dit boek laat de diversiteit aan planten zien die we zijn kwijtgeraakt, maar inspireert ook om er iets aan te doen.
MAARTEN J.M. CHRISTENHUSZ, natuurhistoricus, reist de wereld rond om nieuwe en lang verloren gegane soorten te ontdekken. Zo heeft hij 37 nieuwe soorten, acht nieuwe geslachten en drie nieuwe plantenfamilies ontdekt.
RAFAËL H.A. GOVAERTS probeert sinds zijn tienerjaren uitgestorven planten terug te vinden. Momenteel werkt hij in de Royal Botanic Gardens, Kew in Londen.
Gerelateerde boeken
-
-
Vloeiend landschap
Geactualiseerde editie met extra hoofdstuk
In Nederland is er een groeiend onbehagen over de kwaliteit van het landschap. Dit geldt ook voor Friesland, volgens velen de mooiste provincie. De diversiteit en schoonheid van het Friese landschap brokkelt zienderogen af. Anonieme bedrijventerreinen, willekeurig geplaatste windturbines en een verschrompelend veenweidegebied zorgen voor ‘landschapspijn’.
Kan het tij gekeerd worden? Op een rondreis door de verschillende landschapstypen van Friesland laat Peter de Ruyter zien dat het nog niet te laat is. Door mee te bewegen met toekomstige veranderingen als een stijgende zeespiegel en een krimpende bevolking ontstaan er kansen. Dit boek is een pleidooi voor verbetering en visie.
Peter de Ruyter is landschapsarchitect. Van 2008 tot 2012 was hij directeur van Atelier Fryslân dat gevraagde en ongevraagde adviezen over het landschap gaf.
-
Het verhaal van de kolken in het Dollardgebied
In 2014 is de werkgroep Oldambt van het IVN gestart met het project ‘Kolken in het Dollardgebied’. Het doel was om de kolken in kaart te brengen en waar mogelijk de aanwezige natuur te inventariseren. Kolken zijn ontstaan als gevolg van dijkdoorbraken. Doordat het water zich met grote kracht door de opening perste, ontstond door het kolkende water een diep gat. De doorbraak is vervolgens hersteld door om de kolk heen een nooddijk aan te leggen, waardoor de kolk binnendijks kwam te liggen.
Door de eeuwen heen zijn kolken door de boeren en de lokale bevolking gebruikt als drinkplaats voor vee, stortplaats van afval en als vis-, zwem-, en schaatswater. In de loop van de tijd zijn ondiepe kolken verland of kolken zijn gedempt door de beschikbaarheid van grotere en sterke graafmachines. In het gebied rond de Westerwoldse Aa zijn in de jaren 60 van de vorige eeuw de meeste kolken gedempt. Een klein aantal kolken is als landschapselement bewaard gebleven. Bij de ruilverkavelingen van de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werden de kolken in het Oldambt in de meeste gevallen in het kader van het toen verplichte landschapsplan als kleine perceeltjes toegewezen aan Staatsbosbeheer. Daarop werd vaak een stukje bos aangeplant. De reden van deze bosaanplant is het idee dat natuur zonder bos geen natuur kon zijn en dat een landschapselement van verre herkenbaar moest zijn. Kolken zijn tegenwoordig kleine natuurgebiedjes, die als een archipel in het voornamelijk agrarische landschap van het Oldambt liggen.
De zoektocht van de werkgroep naar bestaande en voormalige kolken is begonnen met een kaart van de bodemkundige Ir. De Smet, die rond 1960 uitvoerig de bodemeigenschappen en bodemgesteldheid van het Oldambtgebied heeft beschreven en in kaart gebracht. Op een van zijn kaarten heeft hij met rode lijnen de tracés van de bestaande, voormalige en vermoedelijke dijken aangegeven, die gedurende eeuwen in dit gebied aanwezig zijn of waren. Met blauwe stippen heeft hij de plaatsen gemarkeerd van bestaande, voormalige en vermoedelijke kolken. In totaal heeft hij 90 locaties gemarkeerd en daarvan heeft de werkgroep er ruim 30 teruggevonden, die aanwezig of herkenbaar waren. In deze kolken hebben vrijwilligers van IVN, KNNV en Club Oldambster Groen geïnventariseerd wat de toestand per kolk is, welke organismen er zich bevinden en welke natuurwaarden aanwezig zijn. Naast deze natuurinventarisaties heeft het project ook de doelstelling de cultuurhistorische waarden per kolk te inventariseren. Ze onderzoeken de geschiedenis van elke kolk, verzamelen er verhalen over en proberen er achter te komen, wat er met en rondom elke kolk in de loop der eeuwen is gebeurd. Naast het veldwerk is ook veel tijd doorgebracht in meerdere archieven.
-
Rentmeester van nature
Dankzij natuurbeschermers van het eerste uur zijn de belangrijkste natuurgebieden in Nederland behouden gebleven. Naast mensen als Heimans en Thijsse speelde ook Van Tienhoven, een van de eerste voorzitters van de Vereniging Natuurmonumenten, een cruciale rol. In Rentmeester van nature beschrijft Frank Saris hoe de ontplooiing van deze nieuwe rijke parallel liep met belangrijke ontwikkelingen binnen de natuurbescherming enerzijds en het (aristocratisch) al dan niet zelf verworven landgoederenbezit anderzijds.
De natuurbeschermingselite koos onder leiding van Van Tienhoven lange tijd voor een weg via de hoogste gezagsdragers, ten voordele van het eigen grootgrondbezit. De Tweede Wereldoorlog vormde voor hem een hoogtepunt en succesverhaal van deze neocorporatistische praktijk van ‘polderen van bovenaf’. De gevolgde strategie veranderde in de bezettingstijd niet wezenlijk; de machtspositie van de gesprekspartners wel, en daarmee de uitkomst. Van Tienhoven zat midden in de oorlog op het toppunt van zijn invloed en macht, iets dat hijzelf steeds nastreefde en dat hij met steun en in de geest van de bezetter sneller vorm kon geven.Frank J.A. Saris (1952) is natuurbeschermer, vogelonderzoeker en natuurontwikkelaar en werkte bij zelfstandige onderzoeksorganisaties. In 2018 verscheen zijn biografie Natuurbescherming als hartstocht, over Victor Westhoff (natuurbeschermer periode 1945-2000).