Van gazon naar gras
€ 19,90
Praktische gids voor meer planten, vogels, bijen en vlinders in de tuin
Een gazonnetje bij een woning wordt vaak gebruikt om op te spelen, te zitten of te zonnebaden. Het geeft een gevoel van ruimte, wat veelal de reden is om dat gazon soms wel dertig keer per jaar te maaien. Maar laat je de natuur wat meer haar gang gaan, dan heb je voor je het weet een prachtig grasland vol bloemen waar vogels, vlinders, wilde bijen en andere insecten op afkomen. Arie Koster toont aan de hand van een groot aantal voorbeelden hoe vrolijk en divers grasland eruit kan zien, wat het resultaat is van veel of juist weinig maaien, en hoe je op natuurlijke wijze inheemse planten kunt toevoegen.
Van gazon naar gras is een praktische gids voor liefhebbers van (grote en kleine) tuinen, voor gemeenten, hoveniersbedrijven, adviesbureaus en natuurorganisaties.
Gerelateerde boeken
-
-
Glans op het wad
Dick Hoekstra schetst op toegankelijke wijze de geheel eigen geschiedenis van de vijf Nederlandse Waddeneilanden en
hun bewoners. Op zoek naar een ‘eilandidentiteit’ onderzocht hij de geografische, politieke en sociale ontwikkelingen op de eilanden, die een roeriger geschiedenis achter de rug hebben dan menig toerist (en bewoner!) vermoedt. Hij besteedt, ondersteund door honderden prachtige foto’s, veel aandacht aan de historische bebouwing, markante bewoners door de eeuwen heen en het belang van zeevaart en kloosters. -
-
Knooppunt Waddenzee
Miljoenen wad- en watervogels trekken ieder jaar heen en weer tussen hun broedgebieden in Groenland, Scandinavië, West-Europa of Siberië, en hun wintergronden in Europa en Afrika. Als je alle routes van die trekvogels op de wereldbol tekent, zie je halverwege die kaart een druk knooppunt: de Waddenzee!
In het project Metawad hebben onderzoekers van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee en de Rijksuniversiteit Groningen vijf compleet verschillende trekvogels van de Waddenzee onderzocht: de kanoet, de drieteenstrandloper, de rosse grutto, de rotgans en de lepelaar. Ze bekeken de vogels niet als ‘bewoners’ van die Waddenzee, maar als gebruikers van een veel groter systeem waar het wad een belangrijk onderdeel van is: het ‘metawad’.
Knooppunt Waddenzee biedt een kleurrijk pallet van portretten van de wetenschappers, die ploeterend met palen en hekwerk achterop hun ets over de kwelder trekken, of uren achtereen in weer en wind – of juist bakkend onder de Afrikaanse zon – naar vogels met kleurringen aan hun pootjes staan te zoeken. Het biedt ook portretten van de vijf onderzochte vogelsoorten. Wat weten we van deze dieren? En vooral: hoe kunnen overheden of natuurbeheerders hun voordeel doen met deze wetenschap?